N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Kloven in politiek en openbaar bestuur
The people when rightly and fully trusted will return the trust – Abraham Lincoln
Politici in Den Haag spreken over nieuw politiek leiderschap, een nieuwe bestuurscultuur. Het gaat meestal over de verhouding tussen parlement en kabinet. Soms ook gaat het over de kloof tussen overheid en burger. Ik wil op beide dieper ingaan en daar de onderbelichte kloof tussen politiek en ambtenarij aan toevoegen. Waar ligt de sleutel als vertrouwen structureel is omgeslagen in wantrouwen?
Parlement en kabinet
De innige verhouding tussen parlement en kabinet is geen natuurwet. Het is een keuze. De politici in “Vak K” komen uit dezelfde koker als de politici achter de interruptiemicrofoon. Het is dezelfde groep mensen, afkomstig van dezelfde partijen en kieslijsten. Hoe je met elkaar wilt omgaan, de mate van dualisme, de wenselijkheid van vertrouwelijk overleg, de druk van fractiediscipline: het is een keuze en het heeft alles te maken met afhankelijkheid en leiderschap. In een eerder opinieartikel heb ik moedige Kamerleden bepleit: ,,In Den Haag hebben we mensen nodig die er niet naar verlangen er te zitten.” Ik verwacht dat de macht van de Kamer sterker zal zijn als er meer kandidaten op de kieslijst staan die al een maatschappelijke carrière achter de rug hebben: autonome mensen die hun niet-politieke werk tijdelijk stilzetten om het volk te dienen vanuit het huis van de democratie. Kiezers en leden van politieke partijen hebben direct invloed op de kieslijsten en wie plaats neemt in het parlement. Wie klaagt over politici, zou zelf dus meer democratische verantwoordelijkheid moeten nemen. Een democratie is niet gebaat bij het bestaan van een politieke bestuurselite, die stuivertje wisselt in een carrousel van parlement, openbaar bestuur en maatschappelijk middenveld. Onafhankelijk denken, ervaring, zelfleiderschap en moed zijn nodig bij onze volksvertegenwoordigers om de parallelle samenleving, waar een groot deel van de samenleving zich niet meer mee identificeert, open te breken. De sleutel ligt bij wie we kiezen.
Overheid en burger
Meer menging tussen de samenleving en de bestuurselite, tussen beleid en praktijk, kan ook de kloof tussen overheid en burger verkleinen. De verhouding tussen overheid en burger lijdt al decennia onder schaalvergroting, bureaucratisering en rendementsdenken. Ook dit lijkt een natuurwet, maar dat is het niet. Ook dit is een keuze. Bezuinigingen op uitvoeringsorganisaties spelen hier zeker een rol, maar het verdwijnen van de menselijke maat is een veel breder maatschappelijk probleem. Gelukkig zien we in de publieke sector nog steeds veel gepassioneerde hardwerkende mensen. Ze steken de handen uit de mouwen voor het welzijn van de ander – en ja, we klappen voor ze. Maar, net als de burger lopen ook deze publieke dienders vast in bureaucratie, systemen, papierwerk en regels. Laat een ieder die werkzaam is in de publieke sector bij zichzelf te rade gaan: draag ik bij aan het goede? Ben ik behulpzaam of zit ik juist in de weg? Draag ik bij aan een overheid die naast de burger staat, of draag ik bij aan een overheid die het product is van een risicomijdende en overgereguleerde systeemsamenleving? Kijk in de spiegel. De overheid, dat zijn wij met z’n allen. De sleutel ligt bij wie we zijn.
Politiek en ambtenarij
Dan het derde, onderbelichte punt: de verhouding tussen politiek en ambtenarij. Contact tussen de twee is moeizaam. Door de scoringsdrift in de politiek ligt de focus van ambtenaren noodgedwongen op het beschermen van de bewindspersoon tegen de waan van de dag. Omgekeerd voelen Kamerleden die hun controlerende taak serieus nemen, zich niet serieus genomen: vragen worden dikwijls ontwijkend of niet terzake doend beantwoord. Inhoudelijke kennis is aan beide kanten een probleem: in ministeries vormen de hogere ambtenaren een fluïde top, die rouleert via de algemene bestuursdienst. Inhoudelijke kennis zit vaak lager in de organisatie. Daar leunen technisch lastige onderwerpen, zoals telecom, zzp-constructies, bouwvoorschriften of luchtvaart, vaak op die ene ambtenaar die het dossier nog snapt. Door de fluïde top en de smalle inhoudelijke basis is weerwoord in de organisatie ingewikkeld. Problemen dringen niet altijd door tot de top. Deze kloof leidt tot wantrouwen in de organisatiekolom én tot wantrouwen tussen politiek en ambtenarij. De prioriteit van de ambtenarij ligt bij het beschermen van de bewindspersoon tegen de politiek, maar hoort primair te liggen bij het beschermen van de burger tegen de overheid. Wie let nog op de rechtszekerheid en de gevolgen van doorgeslagen wetgeving? Hoe pakt iets uit in de uitvoering? En wat verandert of verbetert het beleidscircus waar duizenden zich mee bezig houden in werkelijkheid in de samenleving? De sleutel ligt bij een samenleving die meer eist van haar politici, en een politiek die de ruimte krijgt voor een professionele taakopvatting: het maken van gedegen wet- en regelgeving.
De menselijke maat: het kan. Niet door naar de overheid te wijzen of naar de politiek. Maar door de hand in eigen boezem te steken in ieder van de genoemde beroepsgroepen. Kies de juiste mensen, doe je taak met aandacht, luister naar de werkvloer, ontwikkel leiderschap. Begin bij jezelf, verander de wereld.
Eppo Bruins was van december 2015 tot en met 30 maart 2021 Tweede Kamerlid voor de Christenunie.