N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Von der Leyen stuit op eerste Brusselse barrières
Nog geen twee maanden na haar aantreden als voorzitter van de Europese Commissie loopt Ursula von der Leyen tegen de kaders van de Europese instellingen aan. Dat haar programma op veel terreinen ambitieus is, wordt door de meeste voorstanders van Europese samenwerking luid toegejuicht. Maar als het gaat om hervormingen van de Brusselse processen zelf, blijken de meeste Eurocraten erg conservatief.
De Conferentie over de Toekomst van Europa is weliswaar geen initiatief van Von der Leyen, maar werd wel als speerpunt in haar programma opgenomen onder de noemer Verbeteren van de Europese democratie. De Conferentie, die op 9 mei begint en twee jaar duurt, moet een maatschappelijk debat op gang trekken over het functioneren van de Europese Unie en haar positie binnen de Europese samenleving en in de wereld. In haar programma deed Von der Leyen al enkele voorstellen. Zo gaf zij aan het Europees Parlement de mogelijkheid te willen geven om wetsvoorstellen in te dienen en de Spitzenkandidaten weer centraal te willen stellen bij de verkiezing van de Commissievoorzitter. Met deze voorstellen probeerde Von der Leyen het Parlement, dat tijdens haar eigen verkiezing bruusk aan de kant werd geschoven, voor zich te winnen.
Wat betreft de organisatie van de Conferentie zelf, was Von der Leyen in haar programma al even hoffelijk richting het Parlement: ‘Mocht er een Europarlementariër worden genomineerd als voorzitter voor de Conferentie, dan zal ik dat idee volledig steunen.’ Bovendien gaf ze in dezelfde passage aan ook open te staan voor verdragswijzingen naar aanleiding van de Conferentie. Die toezegging sluit goed aan bij de progressieve instelling van het Parlement, maar het is meer dan alleen een zoethoudertje. Deze week publiceerde de Commissie namelijk haar visie op de Conferentie. Veel van de voorstellen die hierin worden gedaan, zoals internationale lijsten voor de Europese verkiezingen, zijn niet door te voeren zonder aan de Europese verdragen te sleutelen.
Hoe goed haar intenties ook moge zijn, Von der Leyen zal deze beloftes moeilijk waar kunnen maken. De drie grootste fracties in het Parlement hebben afgesproken dat Guy Verhofstadt de uitverkoren Europarlementariër is die de Conferentie mag leiden. Nu blijkt de Raad hier echter een stokje voor te willen steken. De Raad wil geen ondergeschikte rol in de Conferentie en het voorzitterschap overlaten aan een parlementariër is daarom problematisch. Het ‘evenwicht’ van de Conferentie zou daarmee in gevaar kunnen worden gebracht. Of, in andere woorden: een deel van de Raad is bang dat het Parlement haar bevoegdheden via de Conferentie probeert uit te breiden, ten koste van de Raad.
Als er één onderwerp is dat in Brussel nog gevoeliger ligt dan het veranderen van institutionele machtsverhoudingen, dan is het wel het aanpassen van verdragen. Meerdere lidstaten, waaronder Nederland en Zweden, zien dat niet zitten en uiten hun onvrede via de Raad. De Commissie lijkt hier nu voor de zwichten. In het document over de Conferentie dat de Commissie deze week publiceerde, is de vermelding van mogelijke wijzigingen van verdragen ineens verdwenen. Daarmee is het voor sommige Europarlementariërs plotseling niet meer zo geloofwaardig dat de Conferentie over de Toekomst van Europa die toekomst ook daadwerkelijk gaat beïnvloeden. Twee jaar lang praten is mooi, maar als daarna geen concrete stappen kunnen worden gezet, is de Conferentie een doodgeboren kindje.
Hiermee is Von der Leyen op het punt aangekomen waarvan zij altijd al heeft geweten dat ze er zou belanden: het moment waarop ze haar grootse plannen door de zeef moet halen die gevormd wordt door een ingewikkeld netwerk van veel mensen met veel verschillende meningen. De vraag is of Von der Leyen met de in de bakvorm overgebleven punten en komma’s nog brood ziet in het waarmaken van haar ambities.