N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Belangrijke vrienden voor Ronald van Raak
Nog in september mopperde Kamerlid, Ronald van Raak op de website van de SP nogal op de Raad van State. In januari had hij immers een wetsvoorstel ingediend voor een correctief wetgevingsreferendum en, zoals dat behoort, had de Tweede Kamer dit voor advies naar de Raad van State gestuurd. Maar, een antwoord was er in september nog steeds niet. Van Raak was er toch al niet gerust op, omdat hij zich realiseerde dat nog in 2016 de Raad in zijn jaarverslag ronduit negatief was geweest over het referendum. De Afdeling advisering van de Raad had inderdaad de tijd genomen voor zijn advies: negen maanden, terwijl drie maanden gebruikelijk zijn.
Die lange duur is begrijpelijk. Het referendum is ongetwijfeld een onderwerp waarover de Afdeling sterk verdeeld zal zijn en om dan een advies te formuleren waar elke staatsraad zich bij neerlegt is een karwei op zichzelf. Dat werd er niet geringer op, omdat de Afdeling overduidelijk in haar advies is ‘omgegaan’. Van een uitgesproken tegenstander is zij (weer 1) behoedzaam voorstander geworden. Ronald van Raak heeft er een belangrijke vriend voor zijn referendumvoorstel bijgekregen, naast de Staatscommissie parlementair stelsel. Die pleitte vorig jaar al in haar eindrapport voor invoering van een beslissend correctief wetgevingsreferendum.
Daarmee zijn de kansen voor Van Raaks initiatief een stuk groter geworden. Wat ook in de rede ligt, omdat onderzoek telkens laat zien dat meer dan twee derden van de bevolking voor het referendum zijn; alleen de volksvertegenwoordiging wil er nog steeds niet aan. Sterker nog: daar is het aantal voorstanders juist kleiner geworden, nadat zowel GroenLinks als D66 en de PvdA hun steun aan het referendum hebben onttrokken. Alleen de ‘flankpartijen’ in de Kamer zijn overgebleven: naast de SP zijn dat de PVV en Forum voor Democratie.
Van Raak was zo enthousiast in zijn reactie, dat hij vergat erbij te vermelden dat de Afdeling advisering zijn initiatief wel in belangrijke mate steunt maar er ook een aantal kritische opmerkingen bij heeft en een erg zuinige conclusie aan haar advies verbindt. Nu duidt die zuinigheid waarschijnlijk op (forse) verdeeldheid in de Afdeling. Daarop duidt ook de uitvoerige toelichting. Wie het met een tikje kwaadaardigheid bekijkt, is geneigd op te merken dat de Afdeling erg veel woorden nodig heeft om tot haar conclusie te komen. Wie het welwillend beziet, merkt op dat het om een heel uitgebalanceerd advies gaat. In een verdeeld parlement is het wel goed om met zo’n zorgvuldig gemotiveerde tekst te worden geconfronteerd.
Staatsraden en indiener zijn het erover eens dat het referendum beslissend dient te zijn en dus aan straffe voorwaarden dient te worden gebonden. Die kunnen duidelijk maken dat het dient als laatste correctie van een wetgever die pijnlijk is uitgegleden. Het referendum, alleen te houden op initiatief vanuit de burgerij, is er om de vertegenwoordigende democratie te beschermen en niet om haar te ontkrachten. Zulk een definitie ervan wordt door de SP wel onderschreven, maar FvD en PVV zien het referendum als mogelijk vervanger van de representatieve democratie. Die zullen niet blij zijn met de strikte voorwaarden van Van Raaks initiatief. In enkele gevallen wordt de indiener trouwens ‘links gepasseerd’ door de Afdeling advisering: Van Raak wil grondwetsherzieningen en belastingwetten van het referendum uitsluiten; de staatsraden denken daar ruimhartiger over.
De belangrijkste kritiek van de Afdeling advisering snijdt ook het meeste hout: Van Raak is geneigd alleen de mooie kanten van het referendum te belichten. Maar, zo zeggen de staatsraden, als je zo’n belangrijke wijziging in ons constitutionele bestel aanbrengt als het referendum, moet je bereid zijn de mogelijke bezwaren onder ogen te zien en in je oordeel te betrekken.
Toch zit er in die kritiek ook iets merkwaardigs. Enerzijds zegt de Afdeling dat een referendum als ultimum remedium onderdeel dient te zijn van een representatieve democratie; anderzijds noemt zij invoering een ‘principiële en ingrijpende wijziging’ van onze Grondwet. Ingrijpend is die onmiskenbaar, maar ook principieel? Dat zou pas het geval zijn, als het referendum zou dienen ter vervanging van parlementaire besluitvorming. Daarvan is in Van Raaks voorstel nu juist geen sprake. Dat neemt niet weg dat het advies een hoogst belangrijke bijdrage is aan een geordend debat over het referendum.
-
1)Eerder was de Raad van State ook wat minder schichtig als het om referenda ging. Hij adviseerde immers positief toen het ging om het referendum dat in 2005 werd gehouden over het Europese constitutionele verdrag.