N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Achtergrond: vervanging van zieke ministers
De wisselingen die nodig werden geacht vanwege de ziekte van minister Kajsa Ollongren zijn ingrijpender dan in eerdere soortgelijke gevallen. Bijzonder is sowieso dat een nieuwe post is gecreërd, waardoor D66 haar vierde minister houdt. Voor korte vervangingen bestaat een vaste regeling. Nu het langer duurt, is voor tijdelijke wisselingen gekozen.
In 2017 verving minister Stef Blok enige maanden Ronald Plasterk van BZK. Blok was minister zonder portefeuille op BZK. Een eerdere, iets ingrijpender verschuiving was er in 1987, toen minister van Binnenlandse Zaken Kees van Dijk (CDA) werd vervangen door zijn collega van Sociale Zaken Jan de Koning. Op diens post kwam toen tijdelijk staatssecretaris Louw de Graaf.
In een verder verleden vonden geen formele wisselingen plaats. Tijdens het kabinet-De Quay verving minister Klompé twee keer enkele weken de zieke minister Cals. Zij verdedigde bijvoorbeeld belangrijke onderwijswetgeving. In 1966 verbleef minister Suurhoff langere tijd in het ziekenhuis. Zijn collega Bogaers verving hem, terwijl ook staatssecretaris Posthumus enkele taken overnam. In de laatste maand van het kabinet-Biesheuvel verving Justitieminister Van Agt zijn collega Engels van CRM, die eveneens in het ziekenhuis was opgenomen.
Dat een minister twee posten behartigde, is dus niet nieuw. Dat gebeurde soms voor kortere tijd. Zo was minister Ginjaar na het overlijden van minister Peijnenburg in 1979 enige weken tevens minister voor Wetenschapsbeleid. In de vooroorlogse jaren was Colijn in zijn derde kabinet zowel minister van Koloniën als van Defensie.
Het is twee keer voorgekomen dat eenzelfde persoon staatssecretaris was onder twee ministers. De Block was in 1966-1967 staatssecretaris van zowel Buitenlandse Zaken als Verkeer en Waterstaat en Van Zeil was dat in 1982 zowel van Economische Zaken als van Sociale Zaken.