N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Postpopulistische doorbraken in Rome
Zoals dat gaat met paleisrevoluties, heeft de even snelle als wonderbaarlijke regeringswissel in Italië beoogde maar ook onverwachte gevolgen, op de korte en op de lange termijn. Het tweede door Giuseppe Conte geleide kabinet is niet zomaar een stuivertje-wissel regering waarin de Vijfsterrenbeweging als veruit grootste politieke kracht aan partnerruil doet. Door de steeds meer polariserende Lega aan de kant te zetten, in een machiavellistisch machtsspel dat door Salvini zelf in gang was gezet, en vervolgens in zee te gaan met de tot voor kort verfoeide sociaaldemocraten, hebben Luigi Di Maio en de zijnen de politieke balans in het land en in hun eigen partij drastisch gewijzigd. Opeens heeft Italië de meest linkse regering uit de naoorlogse geschiedenis. En dat na een populistisch experiment dat steeds verder naar rechts af aan het buigen was, onder gejuich van een voortdurend opgezweept electoraat. Dat is geen bedrijfsongelukje. Het is een naar het zich nu laat aanzien weloverwogen en goed voorbereide doorbraak die de weg vrij maakt voor een hele serie erop volgende doorbraken, in de Vijfsterrenbeweging en de andere politieke partijen die Italië nu kent. En die ruimte schept voor een meer op consensus gericht beleid, ook in internationaal verband, dat weliswaar in wezen weinig verschilt van de bestaande politieke keuzes maar veel succesvoller belooft te worden.
Nu de stofwolken van de augustus omwenteling beginnen op te trekken is duidelijk aan het worden welk nieuw politiek landschap zich in Rome aan het ontwikkelen is. De gedroomde en door velen verafschuwde Alleingang van Salvini heeft niet alleen een expliciet hiertegen gewapende coalitie van progressieve krachten uitgelokt, waarbij de Vijfsterrenbeweging haar oorspronkelijke, idealistische en eerder links gerichte hart heeft laten prevaleren, onder nadrukkelijke aansporing door de éminences grises van de beweging zoals Beppe Grillo. Ook de Lega zelf is door schade en schande een beetje wijzer geworden, en realiseert zich dat zij alleen door samenwerking met gelijkgestemden de macht kan krijgen en houden. Maar na de koude douche van het augustusdebakel zoekt zij die gelijkgestemden louter nog op rechts. De implosie van de populistische kongsie Lega-Cinquestelle heeft daarmee logischerwijs geleid tot een terugkeer naar een klassieke links-rechts dynamiek, maar dan wel in een politiek landschap van snel en heftig schuivende panelen.
Tekenend zijn de schermutselingen in het rechtse kamp nu gebleken is dat Salvini hiervan afhankelijk is, ook al lijkt hij zelf soms nog te hopen op een plebisciet dat hem mussoliniaanse 'pieni poteri' zal geven. Als 'grand old man' van de liberalen probeert iemand als Berlusconi, wiens partij in de peilingen alleen maar verder wegzakt in de concurrentie met de Lega, deze afhankelijkheid te verzilveren. Maar ook hij ziet dat het electoraat waarop hij decennia heeft gebouwd veranderd is. Het middelpuntvliedende effect dat de ferme taal en beloften van populisten als Salvini en Di Maio hebben op flinke groepen kiezers brengen de gematigde politieke krachten uit balans. Maar het schept ook kansen, juist in het centrum van het politieke spectrum, zoals de als altijd sluwe ex-premier Matteo Renzi heeft begrepen. Zijn opzienbarende maar eveneens goed voorbereide besluit om met een groep prominente geestverwanten de sociaal-democratische partij van Zingaretti te verlaten en een nieuwe gematigd progressieve beweging Italia Viva op te richten tekent het besef dat het politieke landschap in Italië drastisch aan het schuiven is, en dat het strijdtoneel niet louter de flanken maar ook het centrum raakt.
Hoe de Italiaanse politiek en het even veeleisende als wispelturige electoraat zich gaan ontwikkelen hangt bovenal af van het succes van de regering Conte-II die in augustus uit de hoge hoed is getoverd. Ook hier doen zich nu al belangrijke doorbraken voor. Ironisch genoeg zijn deze deels een indirect gevolg van het provocerende optreden van Salvini. Dat diverse Europese landen nu eindelijk concreet invulling geven aan de oude beloften om Italië te helpen bij de opvang van migranten kan moeilijk los gezien worden van de opluchting in de diverse hoofdsteden over de val van de populistische partijleider. Dat op deze manier vanuit het buitenland demonstratief steun wordt geboden aan de nieuwe regering kan de Italiaanse kiezers minder schelen dan het feit dat Europese solidariteit na jarenlang dralen nu echt iets gaat voorstellen. Maar de doorbraken kunnen ook uit heel andere hoek komen. Net als alle eerdere regeringen belooft het kabinet Conte-II werk te maken van de verlaging van de staatsschuld en van de verhoging van de staatsinkomsten door bestrijding van belastingfraude. Zonder hieraan zelf veel te hebben bijgedragen kan zij nu al bogen op grote successen. Door de extreem lage rentestand is de staat veel minder geld kwijt aan de financiering van de nationale schuld en houdt geld over voor de verlaging ervan. En door de rap toenemende praktijk van het electronisch betalen wordt belastingontwijking in hoog tempo teruggedrongen. Niet bepaald eigen verdiensten van de nog zo jonge regering, maar wel omstandigheden die ervoor zorgen dat zij onder gunstig gesternte van start kan gaan.
Harald Hendrix is als hoogleraar Italiaans verbonden aan de Universiteit Utrecht.