N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
De partij van Wilders, een hersenschim
Onderstaande tekst werd uitgesproken door Ariejan Korteweg, politiek verslaggever van de Volkskrant, bij de boekpresentatie van de bundel 'Wilders gewogen: 15 jaar reuring in de Nederlandse politiek', op woensdag 11 september 2019. U kunt de powerpoint met foto's hier bekijken. Op zaterdag 21 september verscheen een ingekorte versie van de tekst in de Volkskrant.
Toen Gerrit Voerman me vroeg bij deze boekpresentatie een verhaal te houden over de toekomst van de PVV ben ik nog eens goed gaan nadenken. Ik kwam tot een conclusie die me helemaal niet bevalt, die u waarschijnlijk niet zal bevallen en de 1.372.941 Nederlanders die in mei 2017 een PVV hokje rood kleurden nog veel minder. Even tussendoor: ik heb zomaar het vermoeden dat er amper overlap is tussen de populatie van artikelenschrijvers zoals u, en de PVV-stemmers. Wat dat betreft is de PVV uniek: elke andere partij heeft z’n cordon van scribenten, analisten, hofschrijvers, bij Forum staan ze klaar in rijen van vier, daar is zelfs een soort huisuitgever. Bij Wilders gaapt er achter Joost Niemöller een leegte als het gaat om auteurs uit eigen kring.
Mijn conclusie is: de PVV bestaat niet. U heeft, voor zover u een van de auteurs van deze bundel bent, een illusie nagejaagd. En die bijna 1,4 miljoen Nederlanders hebben op een illusie gestemd. En om mezelf niet buiten schot te houden: wij van de parlementaire pers, die de afgelopen jaren buitengewoon veel aandacht aan de PVV hebben besteed, hebben ons met een illusie beziggehouden.
Als je eenmaal tot dat inzicht bent gekomen, blijkt de hoeveelheid ondersteunend bewijs overweldigend. Denk aan alles waarmee een partij zich zoal bezighoudt: congressen, om eens iets te noemen: ze zijn er niet. Publicaties om het gedachtegoed aan te scherpen, tijdschriften van een wetenschappelijk bureau om elkaar in de haren te zitten, een jongerenafdeling, een partijbureau waar je op de koffie kan, heidagen, bezinningsweekeinden, allemaal afwezig.
In het verleden was er wel eens iets wat een echt bestaan suggereerde. Zo heeft de PVV, net als elke partij, avonden gehad waar je de verkiezingsuitslag kon afwachten. Bij andere partijen zijn dat, afhankelijk van het perspectief, tamelijk onderhoudende bijeenkomsten, met drank, mini-loempia’s en bitterballen.
De paar keer dat ik op een dergelijke avond van de PVV was, verliep het heel anders. Je moest als journalist uren voor aanvang aanwezig zijn, vervolgens gebeurde er heel lang niks terwijl de media hutje mutje achter een roodwit lint opgepropt stonden, met beveiligers voor de neus. De laatste keer was hier vlakbij, in café de Tijd aan het Plein. We keken naar een zaaltje met enkele tientallen figuranten. Moesten we naar de wc, dan liep iemand van de beveiliging met ons mee. Om te voorkomen dat we met die figuranten zouden praten. Misschien waren het wel ingehuurde acteurs, uit België of Rusland. Er was een spreekgestoelte waaraan drie ballonnen waren bevestigd. De heer Wilders heeft zich die avond hooguit tien minuten vertoond, maar dat kan net zo goed een illusie zijn geweest. Hij zei iets over minder minder Europa, over minder minder PvdA, en trouwens ook over minder minder Marokkanen. Daarna is er van uitslagenbijeenkomsten van de PVV nog maar zelden iets vernomen. Zelfs op verkiezingsavonden bestaat de partij niet.
Maar er zijn toch Kamerleden, zult u zeggen, en er zijn Statenleden, en tegenwoordig ook gemeenteraadsleden. Dat schijnt zo te zijn. Helemaal zeker ben ik daar niet van. Met die Kamerleden is iets merkwaardigs aan de hand. Ze lijken echt zolang ze Kamerlid zijn en op het Binnenhof verkeren. Worden ze niet herkozen, of moeten ze om andere redenen opstappen, dan gaan ze op in het luchtledige. Ze verdampen als het ware, je hoort er niets meer van. Heel anders dan het doorsnee vertrekkende Kamerlid, dat iets deftigs bij de consultancy gaat doen, bij een koepelorganisatie of een raad van toezicht. Of misschien zelfs burgemeester mag worden.
Over de enkele PVV ‘er van wie je nadien nog wel wat hoort, worden zulke vreemde dingen beweerd dat je daar geen geloof aan kunt hechten. Die zou dan moslim zijn geworden, of een Haagse stadspartij zijn begonnen die nu samenwerkt met D66 en GroenLinks. Of hij heeft nu samen met zijn Poolse vrouw een Pools barbecuerestaurant, dat BBQ Hero’s heet. Voor een partij die het Polenmeldpunt bedacht is dat zeer ongeloofwaardig.
De PVV is ons eigen Bielefeld. De stad in Duitsland waarvan zelfs bondskanselier Merkel het bestaan in twijfel durft te trekken. Bielefeld looft een miljoen uit voor wie onomstotelijk het bestaan van de stad kan bewijzen. Dat zal de PVV niet doen, een niet bestaande partij verkeert nu eenmaal altijd in behoeftige omstandigheden.
Dat de PVV niet zou bestaan, ik kon het niet geloven. Ik ben op zoek gegaan naar tekenen van leven. Om te beginnen op hun website. Daar kun je je abonneren op een nieuwsbrief, de laatste is van november 2014. Vlak onder die nieuwsbrief worden de bezoeker fijne kerstdagen en een fantastisch 2013 gewenst. Er is een rubriek In de media: het laatste stuk is gedateerd op 31 mei 2016, het gaat over gratis inboedel voor asielzoekers. Het meest recente interview op de site is van 15 maart 2013 en legt uit waarom er geen miljarden naar Cyprus moeten. Het laatste opiniestuk dateert van 15 maart 2012. Het meest recente tv-interview is van 14 oktober 2010: Wilders in Nieuwsuur over de presentatie van wat toen nog gewoon het kabinet Rutte kon worden genoemd. Het laatste radio-fragment is van 12 februari 2009: Wilders bij de BBC die de Britse premier, Gordon Brown, een grote lafaard noemt.
Dan is er een webpagina vacatures bij de PVV: ze zoeken een fiscalist, een speechschrijver, een beleidsmedewerker van de fractievoorzitter, een beleidsmedewerker Europese zaken. Niet de minste functies. Maar voordat u in de pen klimt: trouwe bezoekers van de site weten dat die vacatures er al lang op staan. Wellicht bestaan ze niet.
Dan maar eens gewoon bellen, zult u zeggen. Dat helpt niet. Er wordt niet opgenomen. Zelfs geen secretaresse om te melden dat er niemand is. Met mails gebeurt hetzelfde. Alleen als je een oudere Limburger bent, die niet meer op verjaarsvisite kan in een dorp verderop omdat hij geen geld voor benzine heeft omdat zijn twee dochters nog steeds thuis wonen, omdat alle woningen zijn ingepikt door… Pas dan heb je kans dat je mailtje door Wilders in de Kamer wordt voorgelezen.
Er zijn overigens tekenen dat de heer Wilders zelf wel degelijk bestaat. Elke dinsdagmiddag tussen twee en drie komt hij tevoorschijn uit zijn beveiligde afdeling van het Kamergebouw. Met zijn lange benen is het 56 stappen naar de plenaire zaal, waar hij moet stemmen. Dat zijn 56 stappen bereikbaarheid, de enige minuut dat de media hem kunnen benaderen. Alle gesprekken verstommen zodra hij zich vertoont. Daar komen we, met onze microfoons en notitieblokjes. Meneer Wilders, meneer Wilders ... Gedwee laat hij zich vastzetten, haalt de soundbites van de dag tevoorschijn, van achter dat ondoordringbare masker dat hij bewaart voor dergelijke momenten. Hij zet een paar stappen vooruit, wil vooral niet de illusie wekken dat hij alle tijd heeft. De mediakluwen volgt. Tegen de tijd dat de media aan detailvragen toe zijn, is hij al weer onbereikbaar. Een fantoomoptreden, bijna elke week.
Die onbereikbaarheid leidt tot misverstanden. Toen de Telegraaf deze zomer de integriteit van partijen wilde testen door een – verboden - anonieme schenking van tienduizend euro aan te bieden, leverde dat allerlei reacties op. Van categorische weigeringen tot bereidwillige adviezen over hoe zo’n schenking conform de regels toch zou kunnen worden geïncasseerd. Het leidde tot enige opwinding, een medewerker van 50Plus moest opstappen omdat die wat al te gretig de regels aan de laars wilde lappen.
De PVV kwam gunstig uit dat onderzoek tevoorschijn. Er kwam namelijk helemaal geen reactie. Dat is een keurige partij, zou je kunnen denken, waar ze niets van anonieme schenkingen willen weten. De werkelijkheid is anders. Dat verzoek is nooit gelezen. Zo gaat dat bij een partij die niet bestaat.
Iets dergelijks ervoer de organisatie van het Democratie festival van minister Ollongren in Nijmegen. Alle partijen gaven braaf gehoor aan de oproep om een delegatie naar de uiterwaarden te sturen om mee te werken aan de verdere verfestivallisering van de politiek. Alleen de PVV gaf geen sjoege. Vermoedelijk niet omdat ze principieel tegen waren, maar omdat niemand de vraag in behandeling heeft genomen. Wel konden ze daardoor later zeggen dat dit wel een schandalig eenzijdig links feestje was geweest.
Soms worden er pogingen gedaan toch iets van leven te suggereren. Dan gaat Wilders het land in, naar Spijkenisse of Volendam of Almere. Hij deelt dan spuitbusjes uit waarin pepperspray zou zitten, zodat vrouwen islamitische testosteronbommen van zich af kunnen houden. Het gaat om een handjevol busjes want nogmaals, een partij die niet bestaat zit chronisch slecht bij kas.
Vroeger, en dan heb ik het over een jaar of tien geleden, kwamen er nog levenstekenen uit de PVV. Er waren merkwaardige Kamerleden, ze werden brievenbusplassers genoemd, of pornobaron, ze waren buurtterrorist geweest, deden aan verboden wapenbezit. Maar ook: ze hadden bij de politie gewerkt, of in het onderwijs of ze hadden een bouwbedrijf, ze maakten amok tegen de leider omdat ze de partij van binnenuit wilden veranderen. Er was soms iets aan de hand in de boezem van de partij.
Die tijd is voorbij. Na ‘minder minder’ zijn overal PVV’ers opgestapt, in de Kamer, bij Statenfracties en in de gemeenteraad van Den Haag. Wat overbleef, of er later bijkwam, wist waar het aan begon, waar men zich aan diende te houden en wat men tegenover de buitenwacht diende te verdedigen. De PVV is uitgehard. Wat er nu zit, zeker op landelijk niveau, is gestaald kader. Niemand praat buiten de eigen portefeuille. Eventuele kritiek op elkaars handelen – denk aan de affaire Dion Graus die ten onrechte reiskostenvergoeding zou incasseren - blijft binnenskamers of wordt helemaal niet geuit.
Laatst stond er een aardig interview met Harm Beertema in dagblad Trouw. Die bracht het helder onder woorden. ‘Onze ideologie is uitontwikkeld’, zei hij. ‘Die is hartstikke duidelijk. Kun je je daarin niet vinden, dan kom je gewoon niet bij ons. Hij vat die ideologie samen onder strijd tegen islamisering, immigratie en souvereiniteitsoverdracht aan Brussel.’ Hij zei ook: ‘Het is voor ons koud buiten de PVV-fractie. Ik wist ervan maar had me nooit gerealiseerd dat het zo erg zou zijn.’
Ik heb zes jaar als correspondent in Frankrijk gewerkt. Daar maakte ik van nabij kennis met wat toen nog het Front National heette. Eerst de oude Jean-Marie Le Pen, daarna de heftige machtsstrijd tussen vader en dochter en vervolgens de opkomst van Marine Le Pen. Een stem als een dragonder met een zwak voor whisky, een priemende blik, een lach die niet altijd innerlijke vreugde verraadt, een aplomb dat omstanders onzeker kan maken. Dat is Marine Le Pen: zowat in haar eentje heeft ze het Front National tot een in de ogen van veel Fransen respectabele partij gemaakt. Wie haar ziet, ziet meteen ook de contouren van haar vader. Vrouwelijker natuurlijk, milder misschien. Maar onmiskenbaar schemert de oude Le Pen erdoorheen. Zoals de hele Rassemblement National, dat is inmiddels de naam van de partij, nog steeds onmiskenbaar de Le Pen-partij is.
Ik ben veel naar partijbijeenkomsten geweest. Avonden in de grote zaal van La Villette in noord-Parijs, waar duizenden hun vuist balden en scandeerden ‘On est chez nous, on est chez nous’. We zijn hier onder elkaar. Maar ook: dit is van ons. Vaak heb ik aan de PVV gedacht als ik ging kijken op 1 mei, wanneer een paar duizend FN-aanhangers zich bij het standbeeld van Jeanne d’Arc in Parijs verzamelden. Geboortedag van de heilige Jeanne maar ook, en dat kwam goed uit, de in Frankrijk nog massaal door de politieke tegenstanders van Le Pen gevierde dag van de Arbeid.
Het grote verschil: met het Front National kun je praten. Met Le Pen zat ik in een café in Hénin-Beaumont, waar een partijgenoot burgemeester is. Op haar hoofdkantoor in Nanterre, waar de koffie werd gebracht door haar Algerijnse assistente, kon ik haar uitgebreid interviewen. Ik volgde haar nichtje Marion Maréchal-Le Pen, toen die campagne voerde in Carpentras. Stond tussen honderden Front National-leden die op het congres in Tours de Marseillaise bulderden. Soms waren aanhangers wantrouwig. Maar vaak wilden ze aan de Volkskrant, ongetwijfeld een krant uit het verre Scandinavië, maar al te graag uitleggen waarom ze in Le Pen geloven en waarom de andere partijen één grote corrupte bende vormen.
Dat is het grote verschil: waar de PVV zich heeft vastgebeten in de rol van tegenpartij, doet het Rassemblement National moeite respectabel te worden. Le Pen is een graag geziene gast in talkshows en debatprogramma's. Ze behoort tot de topdrie van politici die volgens de Fransen een voorname rol spelen. Intussen wordt het partijkader ververst en uitgebreid. Dat zijn ervaringen die de PVV zich door haar exclusief op de partijleider gerichte strategie ontzegt. Daardoor is er benaderbaarheid en interne controle, en iets van democratische legitimatie: Le Pen is door de FN-leden gekozen als partijleider. Ze moet verantwoording afleggen en wordt teruggefloten als de koers niet bevalt. Allemaal mechanismen die bij de PVV niet bestaan. De centralistische tactiek die Wilders ooit omarmde uit angst voor de chaos van de LPF, heeft de partij in een verstikkend isolement geplaatst.
Marine Le Pen is voor alles nationalistisch. Was ze Nederlandse, dan zou ze een militant pleitbezorger van het koningshuis zijn en bij elke partijbijeenkomst met Goudse kaas rondgaan en het Wilhelmus laten zingen. Haar droom is een groot en onafhankelijk Frankrijk, dat zich met hoge muren van protectionisme tegen de mondialisering beschermt. Baas in eigen land, dat zou haar motto kunnen zijn. 'Wilders voert een religieus debat', zei ze, toen ik haar naar haar Nederlandse geestverwant in de Europese Unie vroeg. 'Hij zegt dat de Islam niet te verenigen is met democratie. Dat ben ik niet met hem eens. Voor mij is alleen de sharia strijdig met de democratie. Wilders is radicaler.'
Sinds een paar jaar heeft Nederland een partij die zowel qua gedachtegoed als organisatie dichter bij het Rassemblement National staat. Veel van de strategie van Marine Le Pen is bij Forum voor Democratie te herkennen.
Net als Marine Le Pen richt Forum zijn pijlen niet op de islam maar op de aantasting van de nationale identiteit. En omdat het immigranten zijn die deze identiteit beïnvloeden, vormen zij het mikpunt. Het is een andere argumentatie, die in de praktijk tot doelen leidt die pal naast die van de PVV liggen. Maar waar de PVV een negatieve gedachtegang volgt en moskeeën wil sluiten en korans wil verbieden, formuleert Forum zijn doelen positief. Kort samengevat gaat het om een herwaardering van het christelijke erfgoed en van de nationale geschiedenis. Waar Wilders als populist de kiezer op afstand houdt – noodgedwongen, maar ook door zijn partijstructuur – zoekt Baudet juist de nabijheid. Niet door invloed op de partij toe te staan, wel in fysieke zin; poseren, handtekeningen zetten, vragen beantwoorden.
De aanhang weet dat te waarderen. ‘Ik ben al 36 jaar stemgerechtigd en heb nu pas het idee dat er naar me geluisterd wordt en dat m’n stem ertoe doet’, hoorde ik dit voor jaar van Theo, die met Claudia, Madelon, Jennifer en nog negen familieleden naar Arnhem kwam om de top van Forum te zien. ‘Dat gevoel van machteloosheid is voorbij. Bij Forum heb je echt het gevoel dat ze er voor jou zijn’, zeiden andere bezoekers, jonge twintigers dit keer.
Net als bij meet-ups van Jesse Klaver hangt er bij Forum elektriciteit in de zaal. Joelen, klappen, roepen – men is betrokken. De opkomst van Baudet is die van een kikker die uit een hete pan op het koele gras springt: grote zijwaartse bewegingen vanuit de coulissen, de armen gespreid in de lucht, een brede glimlach rond de lippen. De zaal, die al drie kwartier klaarzit, is meteen klaarwakker. Het gaat beginnen: de grote gratis Baudetshow, gewoon op een stormachtige maandagavond in Arnhem. ‘Voelen jullie het ook? Voelen jullie het? Ja hè!’
Als alles en iedereen uitwisselbaar wordt, verdwijnt de eigenheid, redeneert Baudet. Convergeren, noemt hij dat. In een filmpje laat hij zijn eigen ideaalbeeld zien: een door blonde, blozende mannen en vrouwen bevolkt land met dravende koeien, vuurtorens, schaatsplezier, bollenvelden, vogelzwermen bij zonsondergang, molens, schepen, Deltawerken, fietsers, de Nieuwjaarsduik, vrouwenvoetbal, Max Verstappen. Een land van vreemde smetten vrij, in een filmpje tjokvol nationale symbolen. Inderdaad, net als Marine Le Pen.
Zijn liefde geldt niet het Nederland van nu, een land van open grenzen en vele kleuren. Zijn ideaal is het Europa van 150 jaar geleden. Er zijn er die daarbij denken aan kinderarbeid, aan censuskiesrecht en plaggenhutten. Zo niet Baudet: voor hem was het de eeuw van Rilke en Baudelaire, hij hoort er Puccini bij, en ziet 19de-eeuwse stadsvernieuwing.
De peilingen zijn op het moment niet gunstig voor Forum. De partij zou flink wat zetels verliezen, en de PVV zou weer wat terugveren. Ik was een week geleden bij de grote bijeenkomst, de Summer Night, van Forum in Zaandam en daar zijn me de schellen van de ogen gevallen. Forum had die bijeenkomst georganiseerd om schoon schip te maken. De partij had een zomer vol grote en kleine affaires achter de rug. Er moest wat worden uitgelegd aan de achterban, het vertrouwen moest worden herwonnen.
Ik heb die avond met veel Forum-aanhangers gesproken. Dat is een van de fijne kanten van Forum ten opzichte van de PVV, zeker in journalistieke zin: je kan er heen en mensen vragen wat ze er van verwachten. En vaak zijn die mensen bereid hun naam te geven, of zelfs op de foto te gaan. Het inzicht dat ik die avond kreeg: het maakt de Forum-aanhanger, of toch minstens het actieve deel daarvan, niet uit. Die affaires zullen hem een zorg zijn, om Henk Otten maalt hij niet, zelfs aan financiële malversaties tilt hij niet al te zwaar. Dat er ruzie zou zijn over de partijkoers vindt hij alleen maar gezond, beter dan dat het onder de oppervlakte blijft. En dat Baudet soms rare en onbegrijpelijke dingen zegt, dat is charmant.
Want au fond kunnen dat hele Forum en die hele Baudet hem gestolen worden. Mislukt het met Forum, dan komt er een ander. Zoals de LPF is opgevolgd door Leefbaar, zoals de PVV er kwam, en Rita Verdonk even heel groot leek te worden, en Leefbaar Rotterdam een lokale machtsfactor werd. Het gaat om het sentiment dat moet klinken, de analyse die in heel West-Europa klinkt en die in Nederland door Pim Fortuyn op de kaart is gezet. Dat alles radicaal anders moet, dat het klaar moet zijn met die elite die nu al decennia de dienst uitmaakt, dat Nederland weer baas over zichzelf moet worden en dat het wel eens genoeg is met al die nieuwkomers, omdat er naar de Nederlanders met problemen niet omgekeken wordt. Dat is het gevoel dat ze zoeken. Dat vonden ze bij Wilders. Dat vinden ze nu bij Baudet en Hiddema. En gaat het mis met Forum en wordt dat sentiment straks door weer een ander verwoord, ook goed.
Het kader van FvD bestaat goeddeels uit mensen met een mooie loopbaan in wetenschap, advocatuur of bedrijfsleven. Mensen als professor Cliteur, generaal Beukering, ondernemer Roos, advocaat Hiddema, grootmeester van Wely. Die geven de partij legitimiteit. Met Forum kun je voor de dag komen. Ook als je zelf consultant, accountant, marketeer of ict-er bent, kun je op je werk zeggen dat je wel wat in Forum ziet, dat je er op gestemd hebt de laatste keer. Bij de PVV is dat nog steeds niet het geval. Dat maakt het extra moeilijk voor Wilders de kweekvijver te vergroten.
Nog even iets over die aanhang van Forum. Na de provinciale verkiezingen heb ik van wat dichterbij naar de spreiding gekeken. Het resultaat was verrassend. Het was alsof per gemeente was afgesproken: mensen, denk er om, per tien stemmers kiezen er één of twee Forum voor Democratie. In bijna alle gemeenten haalde de partij ergens tussen de tien en twintig procent van de stemmen. In CDA-bolwerk Tubbergen 15,9; in Breda, thuishaven van Klaas Dijkhoff, 11,8; bij Lilian Marijnissen in Oss 15,1; 14,8 in Putten, hart van de biblebelt; in het bij Wilders geliefde Nissewaard (Spijkenisse) 24,9.
De spreiding over het land is veel gelijkmatiger dan die van de PVV, die de meeste stemmen haalt aan de randen van het land, in Limburg, Oost-Nederland en de Maasvlakte. Ook de LPF had veel minder regionale spreiding. Die haalde in 2002 veel kiezers in Rotterdam en directe omgeving, Westelijk Brabant, Flevoland en Limburg.
Qua spreiding komt alleen de VVD bij Forum in de buurt. Baudet-adepten wonen overal. Ze zijn – anders dan die van het CDA – sterk vertegenwoordigd in de grote steden. Maar Forum doet het – anders dan GroenLinks – ook goed op het platteland. GL mag dan de kampioen van de studentensteden zijn, FvD is vaak de grootste in de gemeenten daar omheen; de middelgrote steden waar de mensen wonen die door bevolkingsdruk of vanwege de kinderen de luwte zochten.
Forum is niet de remplacant van de PVV. Waar Wilders vooral de ontevreden en angstige burger weet aan te spreken, vangt Baudet breder. Zijn kiezers zijn tuinder, ondernemer, student, iets in de financiële sector. Er zijn veel Forum-stemmers onder de lezers van Het Financieele Dagblad, peilde Maurice de Hond. Ze zien in Baudet geen apostel van de angst, maar een verlicht denker die met pianospel, fijne geuren en een onalledaags vocabulaire de weg naar een betere toekomst kan voorspiegelen. Een rolmodel dat dichter bij Fortuyn dan bij Wilders ligt.
Hoe zal het dan verder gaan met de PVV, dat was de vraag die ik moest beantwoorden. Voorspellen is moeilijk, vooral als het om de toekomst gaat. De woorden zijn van Gerard Reve, die het weer van Mark Twain zou hebben, al wordt Johan Cruyff ook wel als bron genoemd.
Soms zie je een glimp van hoe de toekomst van die niet bestaande PVV had kunnen zijn. Ik had dat toen ik een paar maanden geleden een avond mocht aanschuiven bij de Groningse PVV. Daar draait het om Ton van Kesteren, die zowel Statenlid als senator is, en sinds kort ook gemeenteraadslid – die stapeling van functies is onvermijdelijk als je geen leden hebt.
Maar los daarvan werkt de PVV van Van Kesteren in Groningen als een echte partij. Elke maandag haalt hij op het provinciehuis een steungroep bij elkaar, waarmee hij de agenda en komende activiteiten bespreekt. Daar wordt serieus politiek op lokaal en regionaal niveau besproken, met standpunten die vaak echt niet zo ver afwijken van wat er elders in Groningen wordt gevonden.
Op een gegeven moment kwam de nieuwe stagiaire ter sprake, die na de zomer zou beginnen en een week later mee zou gaan op een groepsreisje naar Den Haag, war ze en rondleiding op het Binnenhof zouden krijgen. Een paar dagen later kwam ik het clubje bij toeval tegen, ze stonden bij de balie van de Tweede Kamer. Een stuk of tien witte mannen van middelbare leeftijd, Van Kesteren herkenbaar in pak. En een jonge vrouw van een jaar of twintig. Donker, en moslima. Het was de stagiaire. En wat zegt de Groningse PVV dan: wij vinden het vreemd dat mensen denken dat zoiets bij ons niet zou kunnen.
Wie nu nog gelooft dat de PVV echt bestaat, die kan ik niet overtuigen.
Dat is de doem van Wilders. Hij wil de macht grijpen met een partij die niet bestaat, een democratische bijdrage leveren waar interne democratie afwezig is. Dat werkt een tijdje, door de uitstraling van de leider. Uiteindelijk loopt het dood.
In de Deense tv-serie Borgen komt een figuur voor die Erik Hoffmann heet. Hoffmann is een politicus van de Nieuwe Rechtse Partij van Denemarken. Een knorrige populist, met allerlei eigenaardigheden en kwaadsappige opvattingen. Wat de seriekijkers pas laat te horen kregen: Hoffmann heeft een Ethiopische vrouw en met haar een half-Ethiopische zoon, die door de nieuwe wetgeving inmiddels bij de minste overtreding het land kan worden uitgezet dankzij een wet waar hij zelf voor stemde, omdat hij zich daar bij Nieuws Rechts toe gedwongen voelde. Allengs groeit je waardering voor hem: 't is een populist, maar t is wel onze populist. Bij Wilders moet ik soms aan hem denken.
Overigens stapt Hoffmann in de serie over naar de D66-achtige partij van Birgitte Nyborg, de premier. Die stap zie ik Wilders nooit maken.
Wilders heeft beloofd nooit te zullen opgeven, hij wil in de Kamer blijven, desnoods met één zetel en ook als hij met een rollator loopt. Het gebrek aan alternatieven kan daarbij een rol spelen. Met het Kamerlidmaatschap is immers ook zijn beveiliging gegarandeerd.
In electoraal opzicht heeft hij wellicht enige ruimte. Die zit op sociaal-economisch links en cultureel-ethisch rechts, zeg maar de verzorgingsstaat met nationalistische trekken. Wat door politicologen wel wordt beschouwd als het punt waar de uiteinden van het hoefijzermodel van het parlement elkaar raken. In Duitsland zie je een begin daarvan met de beweging die Sahra Wagenknecht van Die Linke inzet. In Frankrijk komt hetzelfde geluid van uiterst links, La France Insoumise van Jean-Luc Mélenchon.
Het is een ruimte die in Nederland nog nauwelijks is ingevuld. Forum is te liberaal, de SP worstelt te veel met zichzelf. Een ruimte die te vullen is met een combinatie van meer aandacht voor economisch zwakkeren en tegelijk het nationalisme van een zelfstandig Nederland zonder soevereiniteitsoverdracht naar Brussel. Een Nederland zonder islam en met stroopwafels en Goudse kazen voor iedereen.
Die electorale ruimte is er, een paar zetels, misschien meer. Of die te vullen is door een partij die niet bestaat, dat betwijfel ik.