N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Van Biesheuvel tot Rutte: 45 jaar onderweg met de Europese Raad
Hierbij de 100e analyse in dit decennium van het beraad in de Europese Raad van onze correspondent in Brussel, Jan Werts. Hij arriveerde daar in 1975 tegelijk met de start van zulk topberaad. In 1991 promoveerde hij aan de Brusselse VUB cum laude op The European Council (Asser Instituut/Elsevier Science). In 2008 publiceerde Werts een geheel herschreven tekst van zijn werk bij John Harper Publishing in Londen. In de 100e analyse belicht hij aspecten die niet eerder ter sprake kwamen.
Je volgde ter plaatse in totaal ruwweg 225 topconferenties. Wat heb je er zelf van geleerd?
Dat de leiders vroeg of laat élk probleem onder de knie krijgen. De kapseizende euro, de vluchtelingen vanuit Turkije of het klimaat/energie-akkoord van 2014, er komt een compromis. Dat is best opmerkelijk. Bedenk dat in Brussel de leiders van 28 uiteenlopende landen aan tafel zitten. Die hebben flink contraire belangen, opinies en tradities. Toch lukt het ze al tientallen jaren keer op keer tot een akkoord te komen.
Welke top zul je nooit vergeten?
Venetië, zomer 1980. Twee spectaculaire toppen, eerst de EU dan de G7. Wij werden met razendsnelle speedbootjes, door Italianen die ons bang wilden maken en daarom een omweg maakten, naar het geïsoleerde vergadercentrum gejaagd. Het was de eerste top waar volop terrorisme dreigde, omdat het Midden-Oosten de inzet was.
De EU bestaat sinds 1951, dus al bijna 70 jaar. Waarom kwam de Europese Raad er pas in 1975?
De grondleggers beloofden destijds ‘nooit meer oorlog’. Er moest daartoe een overkoepelende Europese Federatie komen. De Europese Commissie kreeg de hoofdrol. Maar dat bleek een illusie. De nationale hoofdsteden bleven liever de baas. Eerst via de Raad van Europese Ministers, waarin ze allemaal zitten. Vanaf 1975 namen de nationale leiders de leiding via hun Europese Raad. Overigens waren er daarvoor al ‘crisistoppen’.
De start van een van de allereerste vergaderingen van de Europese Raad, 1 december 1975 in Rome. Zó informeel als destijds verloopt het beraad vandaag beslist niet.
Vergadert de Europese Commissie of het Europees Parlement dan trekt dat 100 journalisten. Naar de Europese Raad komen er wel duizend. Waarom dat enorme verschil?
Voor de burger liggen de Commissie en het Parlement op de maan. Daar snappen ze niks van. In Brussel staat een ronde tafel. Je kent die van het tv-nieuws. Bij een crisis zoeken de 28 presidenten en minister-presidenten daar met de Commissievoorzitter een oplossing. Dat lukt ze na nachtelijk gezeur en soms geruzie, uiteindelijk meestal. Komen zij de vergaderzaal uit dan vertellen die leiders de reporters hoe het ging: elk voor hun eigen nationaal publiek. Dit snapt iedereen.
Gebeuren er ook dingen die niet in de krant komen?
Tot 2004 was zo’n top meestal ‘ergens in Europa’. Die gastheren daar waren daarmee vereerd. Zij verwenden ons met somptueuze diners en cadeaus. Eens kregen alle journalisten en diplomaten zo maar een reiskoffer mee. Allemaal dus hetzelfde model. Kun je nagaan de chaos bij de volgende top toen die allemaal tegelijk uit het vliegtuig op de transportband kwamen en lang niet iedereen zijn koffer had gelabeld….
Iets grappigs?
Die toppen waren vroeger in grote paleizen. Ik zwerf daar graag rond op plekken waar ik niet thuis hoor. Tegenwoordig is dat onmogelijk. Precies op een hoek loop ik bijna op tegen twee heren die mij niet konden zien aankomen. Beiden geven mij onverwacht een hand en lopen meteen door. Verder lopend realiseer ik me dat dit toch echt de Franse president Jacques Chirac en zijn eerste minister Lionel Jospin waren. ‘Politici schudden graag handen, in de hoop op je stem’, zo denk ik dan.
Nog iets grappigs?
In de beginjaren brachten premier Den Uyl en later Lubbers hun vrouw mee. Zij wisten, net zomin als wij journalisten, tijdens het beraad geen raad met hun tijd. Tegenwoordig lekt wat daar speelt meteen uit, maar toen niet. Dus trokken wij met Liesbeth den Uyl en later Ria Lubbers naar een nabijgelegen café. Dat was best gezellig. Liesbeth wilde wel een boom opzetten over de Nederlandse politiek. Toen Ria haar man zag binnenkomen riep zij eens plagend: ‘Wordt het nu niet tijd om een andere kroeg op te zoeken?’.
Je hebt zeven regeringsleiders inclusief Barend Biesheuvel in Brussel zien opereren. Is het waar dat Mark Rutte qua invloed daar de beste is?
Absoluut. Lees mijn vorige analyses. Biesheuvel was in 1979 een van de Three Wise Men die de Europese Raad uitvoerig schetsten hoe het verder moest.
Rutte in gesprek met Merkel en Macron
Na afloop geeft de minister-president een persconferentie. Wie informeerde jullie het beste?
Ik weet wel aan wie je het minste hebt: diezelfde Rutte. Onze premier is na afloop nogal gesloten. ‘Daar kan ik niets over zeggen’, is zijn motto. Over zijn bemiddelend en soms sturend optreden zwijgt Rutte tótaal. Als premier van een kleiner land moet je daarbuiten niet de stuurman gaan uithangen.
Incidenten?
In 2001 in Gent weigerde Commissievoorzitter Prodi naar de pers te komen. Dat was echt ongezien. ‘Eerste minister Guy Verhofstadt, die altijd het hoogste woord moet hebben, zal mij niet eens het woord geven’, klaagde Prodi. Dus bleef hij maar liever weg.
Ruzies?
Het blijven meestal ‘heren onder elkaar’. In 2003 liep kanselier Gerhard Schröder weg, zonder een woord te zeggen. Hij was des duivels over de steun van sommige leiders aan de Amerikaanse inval in Irak. Daaronder de Portugees Barroso, later werd hij niettemin Commissievoorzitter.
Pesterijen?
Zij was bij haar collega’s niet geliefd, Margaret Thatcher met haar slagzin ‘I want my money back’. In de pauze van een top wil de Iron Lady kanselier Helmut Kohl spreken. Maar die had nauwelijks tijd. Even later zat Kohl wel in een Konditorei doodrustig te smullen van een stapel Mozartkugeln (gevulde chocolade).
Geheimen?
In Dublin in 1996 gebruikt president Chirac de plaspauze om vanaf het toilet per mobieltje bij zijn adviseur te checken hoeveel schuld Frankrijk maximaal mag maken. Een Duitse plassende diplomaat kan dat goed horen. Hij informeert kanselier Kohl, die nu precies weet hoever hij tot het uiterste kan gaan…
Grappen?
In 2003 maakt Silvio Berlusconi om het ijs te breken grapjes over kanselier Schröder die vier keer is getrouwd. Hij kreeg de bijnaam Audi-man wegens de vier ringen in dat autologo. Diens buitenlandminister Joschka Fisher trouwde zelfs vijf keer. Die werd volgens Berlusconi zo doende een Olympic-man, met vijf ringen…
De kortste top ooit?
Zomer 1995 mag de Benelux de Commissievoorzitter leveren. Eerst valt Ruud Lubbers af wegens ‘kritisch over Duitse hereniging’, aldus Kohl. Dan sneuvelt de Belgische eerste minister Jean-Luc Dehaene. ‘Te ongeremd pro-Europa’, vindt de Britse leider Major. In een extra vergadering die nog geen twintig minuten duurt kronen de leiders tenslotte hun Luxemburgse collega Jacques Santer tot voorzitter.
De belangrijkste topconferentie uit die 225?
Ik noem er drie: Den Haag, 1969; Maastricht 1991 en Kopenhagen 1993. Den Haag bracht de toetreding van de Britten. Maastricht bracht de euro en Schengen. De regels voor de aansluiting van tien landen van het vroegere Oostblok volgden in Kopenhagen.
‘Merkel drukt de pauzeknop in’, luidde je analyse van juni 2016. Maar je hebt nooit gemeld dat de pauze over is?
Qua besluiten van belang ligt de EU al drie jaar stil. De herstart was voorzien zodra in Parijs president Macron aan de macht kwam. Maar Duitsland doet niet mee. De kanselier leidt de EU al jaren. Zij moest wel vanwege de eurocrisis en de vluchtelingen. Merkel wil dat leiderschap niet verder oprekken. Begrijpelijk, gezien het Duitse verleden.
Is dat erg?
Nee. Nederland is (met Duitsland) tegen zowat alles wat aan plannen op de plank ligt. Dus geen duur ‘schokfonds’ voor tegenvallers in de zwakkere eurolanden. De helft van de EU-begroting gaat (terecht) al naar die landen. Geen extra Europese belastingen, noch spreiding van asielzoekers, zolang niet alle landen meedoen. En samen met Duitsland die Brexit uitstellen in de hoop op alsnog afstel.
Wie is de absolute ‘topper’ van die 225 toppen?
President Giscard d’Estaing. Hij was in 1974 de ‘vader’ van de Europese Raad. Dertig jaar later wist Giscard die Raad op te waarderen tot de officieel leidende instantie met een vaste voorzitter. Nummer twee is Angela Merkel, de ‘Kanselier van Europa’. Geen andere leider heeft ooit zó zijn stempel gezet.
Zijn er ook landen en leiders die amper meetellen?
Ja en nee. Twee derde van de leiders voert bij dat beraad amper het woord. Maar vergis je niet. Als de Prime Minister van Malta, waar minder mensen wonen dan in Zeeland, luidop gaat klagen over de migrantenstroom wordt er geluisterd. Zij hebben ook hem uiteindelijk nodig. De Europese Raad kan namelijk alleen met algemene stemmen iets besluiten.
Een piepklein land kan zo maar heel Europa blokkeren?
‘Luxemburg kan maar eens per tien jaar zijn veto stellen. Wij doen dat zo nodig maandelijks’, zei een Britse politicus ooit.
Waarom was Nederland tientallen jaren tegen topconferenties?
Al in 1961 wilde president Charles de Gaulle een Europese Raad oprichten. Nederland en België hielden dat tot 1974 tegen. Onze minister Joseph Luns voorzag dat Frankrijk en Duitsland daar de baas zouden spelen. Dat doen ze ook. Toch accepteren de kleinere landen de Raad vandaag volledig. Iedere top wordt minutieus geprepareerd, waaraan zij volop meedoen. Verder ligt de leiding bij voorkeur bij de ex-premier van een kleiner land, zoals binnenkort de Belg Charles Michel. Bovendien telt de EU binnenkort maar vijf grote landen en intussen 22 kleinere. Daar kunnen ze in Berlijn en Parijs niet zomaar omheen.
Tegenwoordig zijn alle toppen in Brussel. Liep het in Athene, Dublin, Wenen of Stuttgart anders?
Alles ging destijds nog op z’n janboerenfluitjes. Had je na middernacht jouw verslag doorgegeven dan relaxte je met een stadswandeling of cafébezoek. Op een nacht zie ik vanuit mijn ooghoeken ineens enkele veiligheidsagenten. Wat doen die hier? Ik zie een grote corpulente man met zijn armen op de rug staan te kletsen met enkele straatjochies. Even kijken en ik weet het zeker. Ook Helmut Kohl moet wat uitblazen alvorens onder de lakens te kruipen.
Bijeenkomst van de Europese Raad
Heb je nog iets van belang geleerd alles overziende?
Ik heb geleerd dat historische projecten niet van de Commissie komen, noch van het Europees Parlement. De EU is gebouwd door vooruitziende leiders als de presidenten De Gaulle, Giscard en Mitterrand. Door bondskanseliers als Schmidt, Kohl en Merkel. Volop scorend Commissievoorzitter Delors was de uitzondering. De kleinere landen kunnen geen belangrijk initiatief claimen. Premier Van Agt sprak daarom graag van ‘de Grote Jongens’, een mix van spot en respect.
Als het niet de Commissievoorzitter is, wie is dan de belangrijkste figuur?
Moeilijk te zeggen. Wel weet ik wie in de EU de zwaarste en lastigste functie heeft. Ooit werkte ik mee aan een boek daarover en mocht de titel bedenken: An Impossible Job – The President of the European Commission.
Zit de EU in een existentiële crisis zoals je vaak hoort?
Dat heb ook ik wel eens geschreven. Vandaag zie ik alleen een migrantencrisis, én de lekke grenzen van Schengen. Rusland, China, Amerika vormen nu een andere uitdaging. Het risico is dat de nieuwe Commissie, opgejaagd door een wereldvreemd Europees Parlement, fonkelnieuwe plannen lanceert. Die dan weer niet uitkomen. Twintig jaar geleden was er wel werk aan de winkel. Er heerste massale werkloosheid. De regeringen worstelden met megagrote tekorten.
De jaren negentig: het begin van de euroscepsis…
Zeker. Maar, let op, dan volgen twee decennia vol versnelling. Eerst de afschaffing van de eeuwenoude nationale grenzen (Schengen). Dan de wonderbaarlijk geslaagde verdubbeling naar maar liefst 28 EU-landen. De rijke en arme landen van Europa wonen voortaan samen. Tegelijk de riskante omwisseling van negentien nationale munten in een euro. Dan het onder de knie krijgen van een wereldwijde economische meltdown én tegelijk de eurocrises in Griekenland en elders.
Vijf kwantumsprongen!
Het is met de EU wel héél snel gegaan. Alle cilinders daar werken nu fullspeed. Dit is hét succes van Europa. Niettemin hebben veel burgers vandaag een anti-EU-sentiment. Daarom: eerst nu consolideren. ‘Wie nu alweer met visionaire plannen komt, moet naar de dokter’, zegt Rutte. Hij heeft gelijk. De burgerij wil geen nieuwe forse overdracht van nationale zeggenschap aan ‘Brussel’.
Wilt u dit soort artikelen maandelijks gratis in uw mailbox ontvangen? Meldt u dan aan voor de Hofvijver van het Montesquieu Instituut via onderstaande link.