N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Der Spitzenkandidat ist nicht tot
Dit is de tweede in een reeks columns waarin politici terugblikken op hun periode in Brussel en Straatsburg. De auteur is Wim van de Camp (CDA).
Van de Camp was 33 jaar volksvertegenwoordiger en bracht van die tijd 10 jaar door in het Europees Parlement (2009-2019). In deze column gaat hij in op de recente verdeling van topfuncties in de EU: "Als het EP de eigen positie bij dit soort onderwerpen bij voortduring laat afhangen van de eigen samenstelling komt de parlementaire ontwikkeling geen stap verder."
Heerlijk en eerlijk. Na 33 jaar volksvertegenwoordiger te zijn geweest ben ik nu een geëngageerd burger. Dat geeft een mens meer vrijheid om zijn eigen gedachten op papier te zetten. Tegelijkertijd moet ik U teleurstellen: mijn eigen opvattingen wijken niet zo veel af van mijn opvattingen als dienstdoend politicus.
Afgelopen weken was er veel nieuws maar ook irritatie over de banencarrousel in Brussel. Het Europees Parlement (EP), maar ook de Europese Commissie werden volledig overschaduwd door de Europese Raad en daarbinnen met name het duo Merkel – Macron, met als goede tweede Rutte - Tusk. De zogenaamde Spitzenkandidaten en de daarmee samenhangende procedures moesten het ontgelden. Macron wilde boven alles deze procedure en personen “kalt” stellen. Het Europees Parlement heeft vooral in 2013/ 2014 deze procedure zich toegeëigend, officieel tegen de letter van het EU-verdrag in! Maar een parlement dat zich ontwikkelt verlegt wel vaker de grenzen en dit is eigenlijk een hele nette procedure op weg naar een meer democratisch Europa.
De machtsgreep van Macron is vooral te wijten aan het EP zelve. Blijkbaar waren de afspraken zowel vóór als na de verkiezingen boterzacht en niet geheel helder. Immers vóór de verkiezingen was afgesproken dat de spitzenkandidaat van de grootste fractie de voorzitter zou worden van de Europese Commissie.
Ná de verkiezingen van 23/26 mei kwam daar echter niets van terecht.
De sociaal democraten (S&D Group) en liberalen (ALDE / Renew Europe) zagen helemaal niets (meer) in de EVP kandidaat Manfred Weber en gingen hun eigen weg. Daarbij gaven ze alle ruimte aan de Europese Raad van Donald Tusk. Zeker toen tijdens de weken na de verkiezingen bleek dat de spitzenkandidaat van de tweede partij, Frans Timmermans, wellicht wel acceptabel was voor de Europese Raad (de zogenaamde Osaka-deal tussen Merkel en Macron tijdens de G20 top in Japan). Daardoor kwam het initiatief nog meer bij de Raad te liggen en bleef het EP met lege handen achter.
Is er dan geen kritiek mogelijk op EVP-kandidaat Weber? Natuurlijk wel, maar die had vóór de verkiezingen of zelfs al bij het begin van de procedure gemeld moeten worden, en niet achteraf. Dit proces heeft ook de EVP onderschat.
Hoe nu verder? Met de verkiezing van Mevrouw Ursula Von Der Leyen kan de nieuwe Europese Commissie van start gaan. Zij heeft in haar “acceptance speech” verschillende beloften geuit over een verdere democratisering van de EU. Het is van groot belang dat het EP deze beloften omzet in concrete acties. Daar zal vernieuwende wetgeving voor nodig zijn. Het EP dient daartoe het initiatief te nemen. En daar is het EP helaas niet sterk in. Los het van het feit dat het EP officieel geen recht van initiatief heeft gaat het EP al snel over tot de orde van de dag. Dat ligt met name aan het feit dat enkele “grote karakters” in het EP vooral met hun eigen ontwikkeling bezig zijn.
In deze hele discussie is de interpretatie van artikel 17 lid 7 van het Verdrag inzake de werking van de EU van belang. Een strikte interpretatie van dit artikel laat geen ruimte voor een eigenstandige Spitzenkandidaat van het EP. Maar zoals bovenstaand reeds opgemerkt; niets let het EP op dit punt een eigenstandige “declaration” te ontwikkelen. De verdragen van Lissabon zijn immers omgegeven met (interpretatie-) verklaringen.
Wellicht kan het EP hier een voorbeeld nemen aan de Nederlandse Tweede Kamer. Die heeft in 2012 het initiatief bij de kabinetsformatie naar zich toegetrokken door de Koning grotendeels buitenspel te zetten. De nieuwe regels daaromtrent zijn opgenomen in het Reglement van Orde (Hoofdstuk XI A , artikelen 139a en 139b) van diezelfde Tweede Kamer. Daar kwam dus geen Regering bij aan te pas!
Bij dit alles is van onschatbaar belang dat het EP zich vervolgens houdt aan de eigen afspraken. Dat ging in 2014 relatief gemakkelijk: Spitzenkandidaat Jean Claude Juncker van de EVP en Martin Schulz van de S&D fractie waren het snel eens. Dat had dit jaar ook gekund, maar het EP ging ten onder aan verdeeldheid en hield zich totaal niet aan de eigen (zwakke) afspraken.
Dat moet in 2024 dus anders. Heldere afspraken op papier zijn nodig met harde toezeggingen dat men zich vervolgens wenst te houden aan die eigen afspraken. Óók na de verkiezingsuitslag! Als het EP de eigen positie bij dit soort onderwerpen bij voortduring laat afhangen van de eigen samenstelling komt de parlementaire ontwikkeling geen stap verder.