N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
SP in crisis
Het gaat niet goed met de SP. Recentelijk stapten drie van de vier leden van de gemeenteraadsfractie in Venray op; eerder al hadden een gedeputeerde en vijf van de acht leden van de Provinciale Statenfractie in Limburg hun biezen gepakt. De crisis in Limburg houdt verband met de impasse waarin de SP is geraakt. Al een jaar of tien verliest de partij leden: van 50.000 in 2009 naar 36.500 begin dit jaar – een afname van een kwart.
Electoraal zit de SP ook in het slop. De PvdA, de meest nabije concurrent, verloor bij de Tweede Kamerverkiezingen van vorig jaar 29 zetels. In plaats van dat de SP hiervan profiteerde, ging zij er ook een zetel op achteruit. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van afgelopen maart moest de partij eveneens inleveren: van de 460 zetels hield ze er 305 over, een verlies van een derde. Al met al raakt de ambitie van de in november 2015 verkozen SP-voorzitter Ron Meyer om de grootste partij van Nederland te worden, steeds verder uit het zicht.
Over de richting die de SP moet inslaan om de weg omhoog weer te vinden is de partij verdeeld. De meningsverschillen betreffen de strategie (de nadruk op besturen of op buitenparlementair activisme) en het programma (meer in het algemeen de verbreding van het verkiezingsprogramma, en specifieker een ruimhartiger opstelling ten aanzien van migranten). Daardoorheen speelt de diep gewortelde onvrede binnen een deel van de partij over de als gebrekkig ervaren interne partijdemocratie.
Accent op activisme
Onder Meyer, in 2015 tot partijvoorzitter verkozen als opvolger van Jan Marijnissen, en Lilian Marijnissen, die in 2017 het voorzitterschap van de SP-fractie in de Tweede Kamer overnam, lijkt de SP het buitenparlementaire activisme weer sterker te zijn gaan benadrukken. De SP was hiermee onder aanvoering van Lilians vader Jan Marijnissen groot geworden; verondersteld werd dat deze koers ook een uitweg uit de huidige electorale crisis kon bieden. Bovendien sloot die aan bij de werkzaamheden van Meyer en Marijnissen jr., toen die nog in dienst waren van de FNV en zich bezig hielden met organizing, het mobiliseren van niet in vakbonden georganiseerde beroepsgroepen. Meyer startte na de teleurstellende uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2017 een campagne waarmee de SP met een miljoen Nederlanders in gesprek wilde gaan ‘over hun buurt en ons land’.
Met het accent op het buitenparlementaire activisme is het dragen van bestuursverantwoordelijkheid in het gedrang gekomen. Hiervoor had de SP zich na de eeuwwisseling sterk gemaakt – eerst in gemeenten en provincies, met als uiteindelijk doel regeringsdeelname in Den Haag, veelvuldig bepleit door voormalig partijleider Emile Roemer. De bakens lijken nu evenwel te zijn verzet, zoals bleek bij het vertrek van de Limburgse gedeputeerde Daan Prevoo: hem zou een te sterke bestuurlijke oriëntatie zijn verweten, waarna hij onder druk van de partijtop zou zijn afgetreden.
Een bredere programma
Daarnaast leidt het accent op sociaaleconomische thema’s in de verkiezingsprogramma’s binnen de SP tot onvrede. Het centraal stellen van het Nationale Zorgfonds bij de laatste Kamerverkiezingen werd achteraf door een aantal afdelingen gekritiseerd. Binnen de partij klinkt al langer de roep om programmatische verbreding. Sharon Gesthuizen, die de voorzittersverkiezing van Meyer verloor, wilde af van het beeld dat de SP er alleen voor de lagere inkomens en lageropgeleiden zou zijn. Om nieuwe groepen in de samenleving aan te trekken moest de partij naast thema’s als sociale zekerheid en zorg zich ook richten op internationale solidariteit, duurzaamheid, milieu en privacy. Daarbij wilde niet alleen zij, maar bijvoorbeeld ook Prevoo dat de SP zich ruimhartiger zou opstellen ten aanzien van arbeidsmigranten en vluchtelingen. De partij zou zich ten tijde van de vluchtelingencrisis niet voldoende hebben laten zien, aldus de voormalige fractievoorzitter van de SP in de Rotterdamse gemeenteraad, Leo de Kleijn. Het ging nauwelijks over migratie en integratie, omdat binnen de achterban hierover nogal verschillend werd gedacht. ‘Het idee was: laten we dat niet als speerpunt hebben, want daar kunnen we alleen maar mee verliezen.’
Democratie en hiërarchie
Een derde steen des aanstoots is de gemankeerde interne partijdemocratie – een klacht die al veel langer in de SP te vernemen valt. Volgens de criticasters van de partijleiding is in de SP een vrije discussie niet goed mogelijk vanwege de autoritaire partijcultuur en hiërarchische structuur van de SP, die inderdaad centralistischer is dan die van de meeste andere Nederlandse politieke partijen.
Democratisering van de SP hoeft voor partijvoorzitter Meyer niet zo; zoveel mogelijk ‘meedoen in de afdelingen’ vindt hij belangrijker dan allemaal formeel meebeslissen. De partijleden hebben geen directe invloed op het partijcongres of bij de verkiezing van de lijsttrekker of partijvoorzitter; ook al is er recentelijk iets veranderd. Tegenover de leden staat een machtige partijtop, waarvan niet alleen Meyer en Lilian Marijnissen deel uitmaken, maar ook uit oudgedienden met een groot prestige, zoals Jan Marijnissen en Tiny Kox, fractievoorzitter in de Eerste Kamer. Op cruciale momenten zet het partij-establishment de besluitvorming naar zijn hand, door bijvoorbeeld Meyer als de voorkeurskandidaat van het partijbestuur voor het voorzitterschap aan te wijzen en Lilian Marijnissen out of the blue op de derde plaats van de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer te zetten en haar in een vroeg stadium te laten weten dat partijleider Roemer van plan was op te stappen, waardoor zij zich in alle rust op zijn opvolging kon voorbereiden.
Dat de vernieuwers in de SP op behoorlijke steun kunnen rekenen, bleek bij de voorzittersverkiezing in de herfst van 2015. Gesthuizen, die het opnam tegen de ‘officiële’ kandidaat Meyer, kreeg verrassend ruim veertig procent van de stemmen. Met de wensen van de oppositionele kandidaat en haar aanhang heeft de partijleiding vervolgens weinig gedaan. Dat is nog enigszins te begrijpen wanneer de koers die Meyer en (later) Marijnissen hebben uitgezet, had succesvol was geweest, gemeten in een toename van het aantal kiezers en leden. Dat is niet gebeurd, tenzij je de miljoen contactmomenten zo wilt zien.
Een grotere ontvankelijkheid voor de grieven en wensen van de leden die het niet met de partijtop eens zijn zou de SP echter wel eens verder kunnen brengen. De partij zet zich regelmatig af tegen de politieke en bestuurlijke elite van Nederland; zij is daar mede groot door geworden. De SP is ook een uitgesproken voorstander van het referendum om de stem van de gewone mensen in Den Haag te laten horen. Wat is er dan op tegen om haar eigen leden meer inspraak te bieden en naar hen te luisteren?