N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Brussel betreurt zijn vele loze beloften
Nieuw elan in Brussel nu kanselier Merkel en president Macron gaan voor binnenkort meer Europa. Pas echter wel op voor het doen van allerlei loze beloften, zo waarschuwt premier Rutte. ‘Mooie plannen lanceren die later nooit uitgevoerd worden is een van onze grote fouten’. Dat zegt ook Margaritis Schinas, de hoogste woordvoerder van Commissievoorzitter Juncker.
Minister-president Mark Rutte als gastspreker bij de Bertelsmann Stichting in Berlijn. Foto © Sebastian Pfütze / Bertelsmann Stiftung.
Inhoudsopgave van deze pagina:
Wil de EU dit decennium nog wat bereiken, dan moet dat binnenkort gebeuren. Want in 2019 vertrekken de Europese Commissie, inclusief Jean-Claude Juncker, het Europees Parlement en de voorzitters Donald Tusk van de Europese Raad en Mario Draghi van de Europese Centrale Bank. Traditioneel houden de Europese verkiezingen en de bijbehorende banencarrousel Brussel een jaar lang bezig.
De Brexit, dus het vertrek van het Verenigd Koninkrijk; de financiering van Europa dat met een miljardentekort zit; versterking van de eurozone en van de Schengengrenzen en de conflictueuze verhouding met Rusland en de Verenigde Staten zijn dit jaar belangrijke prioriteiten.
President Emmanuel Macron en kanselier Angela Merkel willen over deze kwesties dit voorjaar compromissen bereiken. Beiden zijn ambitieus pro-Europa, echter met nogal verschillende invalshoeken en prioriteiten. De kanselier speelt in de verlenging van haar era, terwijl de president pas is begonnen. In het Duitse regeerakkoord komt Europa 304 keer voor, een record. Duitsland kiest voor economische hervormingen en een solide overheidsbegroting en wil dat andere landen volgen.
Macron daarentegen wil een Europese Minister van Financiën introduceren met een budget om de zwakke eurolanden op de been te houden. In dat scenario is Duitsland de geldschieter. ‘Macron redt Europa, mits Merkel de kosten betaalt’, spotte weekblad Der Spiegel. Tussen die twee opinies schipperend heeft de Commissie intussen diverse voorstellen gedaan.
Op basis van Duits-Frans compromissen moet de Europese Raad later dit jaar de knopen doorhakken. Dat zal niet meevallen. Van de 27 EU-landen keren zich er nu al maar liefst 15 tegen ambitieus Duits-Frans doorpakken. Bekend was al de euroscepsis van de Visegrad-groep (Hongarije, Polen, Slowakije, Tsjechië), inmiddels Oostenrijk en niet te vergeten Griekenland. De nieuwe coalitie in Rome zal daarbij wellicht aanhaken. Daar overheerst namelijk het gevoel dat Italië bij de migrantenstroom vanuit Afrika aan zijn lot wordt overgelaten.
Tegelijk trekken op initiatief van minister Wopke Hoekstra (CDA) van Financiën acht noordelijke regeringen in Brussel aan de bel. Samen waarschuwen zij ‘tegen een verregaande overdracht van bevoegdheden naar de EU’. Zij willen noch de Commissie, noch het Europees Parlement versterken. ‘De besluitvorming behoort in handen te blijven van de nationale regeringen’. Dit geldt zeker als het gaat om de dringend nodige versterking van de europolitiek, aldus de verklaring. Behalve Nederland gaat het om Denemarken, Estland, Finland, Ierland, Letland, Litouwen en Zweden.
Zonder Frankrijk te noemen (dat al jaren de Maastricht-normen negeert) schrijven de acht dat ‘het naleven van de bestaande Europese afspraken voorrang moet houden boven nieuwe ingrijpende voorstellen’. Het is alsof je premier Rutte hoort die dit al jarenlang betoogt. De brief doorkruist de plannen van president Macron en de Duitse regeringspartij SPD. In werkelijkheid versterken de genoemde landen, aangevuurd door Hoekstra, de positie van kanselier Merkel die er exact zo over denkt.
‘Minder regeltjes introduceren. Tegelijk het ‘Grote Verhaal’ van Europa duidelijker verkondigen. Scherper focussen op wat wij precies willen én wat wij dankzij Europa al bereikt hebben. Kortom: de mensen laten zien waar de EU echt het verschil maakt. Zie als voorbeeld de heldere deal EU-Turkije die de stroom van vluchtelingen meteen doorbrak. Dat zijn enkele successen van onze nieuwe aanpak als Europese Commissie’, aldus de chef woordvoering, Margaritis Schinas. Hij belichtte op 13 februari zijn strategie voor ‘Communicating Europe’ bij de Brusselse mediacorrespondenten verenigd in de Association de la Presse Internationale (API).
Margaritis Schinas, Hoofd woordvoering Europese Commissie. Foto: Europese Commissie.
Intussen verkondigt de Europese Commissie nog steeds verwachtingen die nooit ingelost (kunnen) worden. Zie het recent noemen van 2025 door Juncker als streefjaar om een reeks landen gelegen op de westelijke Balkan EU-lid te maken. Ook de Europese leiders doen regelmatig loze beloften. Zo hebben zij de voorbije jaren al acht keer plechtig een gezamenlijk energiebeleid aangekondigd. Volgens Juncker hebben zij sedert 2013 zelfs al tien keer een kostenbesparende digitale markt beloofd. Allemaal beloften die niet ingelost werden en daarvan circuleren er nog meer.
‘Komen wij de oerbeloften van de EU niet na, dan gaan mensen de valse beloftes en fantasieën van politici voor waar aannemen. Hoogdravende visies leveren banen noch veiligheid op. Geschreeuw op de flanken helpt ook niet. Alleen stap voor stap werken levert resultaten op waar mensen in hun dagelijkse leven wat aan hebben. Als wij dat doen, en elkaar blijven stimuleren en aanspreken, dan weet ik zeker dat we die belofte van Europa zullen vervullen’. Zo besloot minister-president Mark Rutte op 2 maart in Berlijn zijn toespraak Geen woorden maar daden voor honderden genodigden van de Bertelsmann Stiftung.
Rutte verwees – precies dus als Commissiewoordvoerder Schinas voor hem deed - meermalen naar de vele beloften en nooit uitgevoerde afspraken van Europa. ‘Dat moet anders’. Rutte nam de naleving van de EU-verdragen bij de kop. Daarin staat dat de EU-landen nooit verantwoordelijk zijn voor het aflossen van elkaars schulden, de ‘no bail out’ bepaling.
Die belofte was destijds voorwaarde voor het inruilen van de nationale munten tegen een uniforme euro. Tijdens de eurocrisis is die regel aan de kant geschoven zodra Griekenland, Portugal, Ierland en Spanje begonnen te wankelen. Om de euro te redden hebben de andere landen toen met miljardenkredieten voor reddende engel moeten spelen.
‘Voor Nederland geldt voortaan als harde voorwaarde dat steunprogramma’s voor landen met een onhoudbare schuld er pas komen als houders van staatsobligaties via een herstructurering eerst zelf meebetalen’, aldus de premier. Hij wil andere landen alleen nog helpen als die hun staatsschuld tegelijk saneren. Rutte eist aldus in feite het herstel van die zogenaamde ‘no bail-out’ bepaling
Op 7 maart heeft de Commissie een concept Brexit uittredingsakkoord gepubliceerd. De EU biedt geen ‘interne markt light’ noch een ‘douane-unie light’ zoals de Britten hebben gesuggereerd. Het aanbod omvat een gedetailleerd Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA), dus een verregaand vrijhandelsakkoord, ingebed in een breder klassiek Associatieakkoord. De Europese Raad bespreekt dit voorstel op 22/23 maart in Brussel met Prime Minister Theresa May. Losraken van het alles bedisselende Europese Hof van Justitie in Luxemburg is voor het VK een absoluut vereiste, zo liet May al weten.
De EU-27 stellen voor om de buitenlandse politiek, de zeevisserij (waar de EU en ook Nederland anders veel verliezen), de strijd tegen het terrorisme en de internationale criminaliteit, onderzoek, onderwijs en cultuur ook na de scheiding samen te blijven behartigen. Voorzitter Tusk wil bovendien vermijden dat de EU-27 en het VK hun luchtvaartverkeer uiteen gaan trekken. Tusk ging in zijn mondelinge toelichting voorbij aan het dringende verlangen van de London City om haar financiële dienstverlening mee te nemen in het beoogde akkoord. Frankrijk liet al weten dat dit absoluut uitgesloten is.
Het scheidingsvoorstel regelt de rechten van de burgers (de Europeanen ginds en de Britten hier), de goederenhandel (de helft van de Britse export) en dienstverlening (een derde van hun diensten), de financiële afwikkeling, de overgangsregeling en de positie van de Europese instellingen. Verder stelt de EU voor om Noord-Ierland qua handel, landbouw, visserij, dienstverlening en milieunormen bij de EU te houden. Dan hoeft er geen zichtbare grensafscheiding te komen met Ierland. Londen heeft dat laatste voorstel al meteen verworpen.
Nadat het Britse lidmaatschap per 30 maart volgend jaar automatisch eindigt (er hoeft daarover niets meer te worden besloten), volgt de overgangsperiode die Londen heeft gevraagd. Tot 31 december 2020 verandert er dan nog weinig. Het VK blijft tot die datum in de EU interne markt en de douane-unie inclusief alle bijbehorende (ook financiële) verplichtingen. Londen heeft vanaf 30 maart 2019 echter geen zeggenschap meer daarover en ook niet over nieuwe EU-wetgeving. Tijdens die overgangsperiode tot einde 2020 moet de toekomstige EU/VK relatie vorm krijgen.
‘Mijn verwachting is dat er te zijner tijd helemaal geen Brexit-akkoord komt. De Britten zijn onderling té verdeeld en politiek te geprikkeld om hierover de vereiste toegevingen te doen. Ik verwacht in 2020 of desnoods nog wat later een chaotische uitstap van het VK’, zegt een Brusselse insider. Hieraan dient toegevoegd dat de EU-27 het de Britten zo moeilijk mogelijk maakt om uit te treden.
Begin jaren zestig vorige eeuw stond het VK voor de vraag: toetreden of niet? Oppositie en Labourleider Hugh Gaitskell wees toen het lidmaatschap van de Common Market zonder meer af. Maar hij werd altijd kwaad als premier Macmillan hem vroeg: ‘OK, maar wat dan?’. Aldus Hugo Young in zijn schitterende boek This Blessed Plot (1998, p. 151) over het immer zo moeizame Britse EU-lidmaatschap. Dit ‘wat dan?’ verlamt de politieke discussie in het VK vandaag weer. De Britten hebben geen idee van de nadere uitwerking van hun beoogde vertrek.
Zes opties zijn er in theorie na het Britse referendum van 23 juni 2016.
-
1.De Britten zien dat een Brexit qua welvaart in hun eigen vingers snijdt. Zij besluiten daarom alsnog te blijven.
-
2.Idem. Zij blijven na onderhandelingen waarin zij nog enkele concessies van de EU-27 afdwingen.
-
3.Ze vertrekken, maar komen via de achterdeur meteen weer binnen als partner op de EU interne markt (zoals Noorwegen, maar dan zonder vrij personenverkeer).
-
4.Idem, wel vertrekken, maar dan met als vervolg een EU-VK douane-unie (zoals Turkije en Oekraïne). Labour leider Jeremy Corbyn steunt de Brexit maar stuurt met steun van het Britse bedrijfsleven aan op zo’n douane-unie, in een overigens verwaterde vorm. Corbyn hoopt met een tiental pro-EU conservatieve overlopers een meerderheid te creëren. Dan kan Labour de regering die kant op dwingen, dan wel doen aftreden. Waarna hoogstwaarschijnlijk een nieuw referendum over uittreding volgt.
-
5.De Britten vertrekken, maar onderhouden vervolgens per verdrag ‘nauwe banden’ met ‘een nieuw belangenevenwicht’ met de EU (zoals Zwitserland, maar dan zonder vrij personenverkeer). Prime Minister May kiest voor deze optie. Het is echter zeer de vraag of de twee partijen (EU en VK), beide intern verdeeld en met sterk uiteenlopende belangen, tot een akkoord kunnen komen. Voorzitter Tusk noemt dit ‘een complete illusie’. Medeonderhandelaar Guy Verhofstadt namens het Europees Parlement valt Tusk bij.
-
6.Een chaotische zogenaamd ‘harde Brexit’. De Britten breken totaal met Brussel en sluiten later mogelijk een handelsverdrag (zoals Canada deed). Dat laatste hoeft niet eens, want tussen de EU en de Verenigde Staten bestaat evenmin een verdrag. Hun relatie valt dan onder de regels van de WTO, het wereldhandelsakkoord.
Vanaf dat moment worden de Britten onze grote rivalen. Dus zoals de Amerikanen, zie de komende handelsoorlog. De Britten hebben na zo’n breuk de handen vrij om als buurland via bijvoorbeeld staatssteun of fiscale lokkertjes de EU volop te gaan beconcurreren.
Samengevat zijn, afgezien van misschien scenario 4, de andere opties in de praktijk onwaarschijnlijk. Optie 6, de wanordelijke Brexit blijft dan over. Nederland met zijn enorme handelsbelangen en dienstverlening met het VK is dan wél de klos. Maar Nederland heeft nauwelijks invloed op het verloop van de scheiding.
De Europese Raad (zonder het VK) heeft op 23 februari zijn zeven-jaarlijkse begrotingsmarathon geopend. Inzet zijn de uitgaven en inkomsten van de EU van circa 1100 miljard euro voor de jaren 2020-2027. Men probeert nog voor de lente van volgend jaar, als het Europees Parlement vertrekt, een akkoord te sluiten. Waarschijnlijk lukt dit niet, want vorige keer duurde dit beraad over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) bijna twee jaar.
Op 2 mei doet de Commissie haar voorstellen. Vanwege het belang van de begroting claimt de Europese Raad de vaststelling van de totale uitgaven en inkomsten. Later is nog het fiat van het Europees Parlement nodig. Deze vereiste heeft aan de uitkomst nooit veel veranderd.
Tot nu toe mag de EU maximaal een procent uitgeven van wat de Europeanen samen produceren en verdienen. De Commissie wil die limiet met tien procent verhogen en de budgettaire experts van het Europees Parlement met zelfs dertig procent.
Het debat in de Europese Raad leert dat de regeringen over een beoogde MFK heftig verdeeld zijn. Volgens voorzitter Juncker zijn 15 van de 27 regeringen voor hogere EU-uitgaven. Een heikel punt is dat voor het eerst rijke landen (zoals Duitsland, Nederland) hun steun afhankelijk stellen van goed bestuur in de ontvangende landen. Dat valt daar slecht.
Er komt pas een akkoord als álle 27 nationale leiders instemmen. Dat wordt dus nog passen en meten.
Duitsland bepaalt als traditionele ‘Bezahlmeister’ dit debat verregaand. De zuidelijke landen, die meer geld uit de EU halen dan zij aan contributie betalen, zijn voor hogere uitgaven. Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Scandinavië en Oostenrijk hielden in het verleden de rest onder de duim. Die strategie werkt deze keer echter niet. Het VK doet niet meer mee en Duitsland is onder druk van de SPD nu voor hogere Europese uitgaven.
Volgens de EU-commissaris voor de begroting, Günther Oettinger, moeten de 27 EU-landen om te beginnen een gat vullen van twaalf miljard euro jaarlijks nu het VK niet langer meebetaalt. Verder kiest de EU voor nieuwe taken zoals het beter bewaken van de Schengengrenzen, de komst van een budget voor defensie, de asielzoekers en de strijd tegen het moslimterrorisme.
Volgens Oettinger kan de steun aan achtergebleven regio’s en aan de landbouw (samen zeventig procent van de Europese uitgaven) met vijftien procent omlaag. Zo’n besluit (waartegen nog fel verzet zal komen) vult het budgettekort maar voor de helft. De rest moet als extra betaling van de rijkere landen komen.
Brussel is al dagen in rep en roer wegens de onverwachte benoeming van Martin Selmayr tot secretaris-generaal (SG) van de Commissie. De 47-jarige Duitser heeft als bijnaam ‘het Monster van Berlaymont’ (Europees hoofdkantoor). Als kabinetschef van Juncker is hij de schrik van het ambtelijk apparaat. Juncker moest schaamteloos creatief met de regels omgaan om zijn rechterhand per 1 maart te parachuteren op de hoogste ambtelijke Commissiepost met dertigduizend ondergeschikten. Niemand betwijfelt overigens de kwaliteiten van de nieuwe SG, maar men vreest wel zijn werkwijze als stormram.
De Nederlandse SG van de Commissie, Alexander Italianer, pas 2,5 jaar op zijn post, vertrekt onverwacht. Meestal zit zo iemand daar tien jaar. Met ‘pitbull’ Selmayr bezetten Duitsers nu in vrijwel alle EU instellingen de ambtelijke top, voornamelijk met SG’s van christendemocratisch snit. Bovendien bezetten de christendemocraten alle voorzitterszetels: Tusk bij de Europese Raad, Juncker bij de Commissie en Antonio Tajani bij het Europees Parlement.
Selmayrs benoeming houdt de Brusselse correspondenten enorm bezig. Dit verloopt onder aanvoering van vooral Frankrijk (jaloers) waar de media er schande van spreken. Want Berlijn claimt volgend jaar de laatste ontbrekende scalp. De President van de Europese Centrale Bank, Mario Draghi, vertrekt dan. De Italiaan maakt naar verwachting plaats voor Jens Weidmann, nu President van de Bundesbank.
Bijna alle Nederlandse Europarlementariërs willen dat Selmayr zich terugtrekt. Deze 'politieke' aanstelling moet ongedaan worden gemaakt, aldus een debat in het NOS-programma Europa deze week. De nieuwe SG zou namelijk in ruil voor zijn promotie de Europese commissarissen beloftes hebben gedaan over een riante wachtgeldregeling en andere douceurtjes na hun vertrek. Het Europees Parlement zet de kwestie op de agenda. Dan moet blijken of genoemde grove beschuldigingen echt wel hout snijden, wat nogal onwaarschijnlijk lijkt.
Het zegt wat als twee totaal onafhankelijk opererende figuren – premier Rutte en Commissiewoordvoerder Schinas – beiden de loze beloften van Europa aanklagen. Zij betogen terecht dat het regelmatig opwekken van onhaalbare verwachtingen bij de burgerij irritatie opwekt en het anti-EU-sentiment aanjaagt. Zie bijvoorbeeld hoe het Europees Parlement nu suggereert de uitgaven van de EU met dertig procent op te blazen. Reken maar dat de Duitse regering, hoezeer ook pro Europa, hiermee korte metten zal maken.
Het duo Juncker/vicevoorzitter Timmermans rukt regelmatig uit om EU-leden als Polen, Roemenië, Oostenrijk en Tsjechië de les te lezen over fatsoenlijk bestuur. Maar de soap rond SG Selmayr verwatert vandaag hun geloofwaardigheid. ‘Niet de futloze Juncker, maar Selmayr is hier de hoogste baas’, zo hoor je -al veel eerder trouwens- hier vaak.
In februari 2013 verkreeg Nederland tot en met 2020 jaarlijks ruwweg een miljard euro korting op zijn contributie. Premier Rutte was daarmee ‘dik tevreden’. Die korting kan Nederland voor de toekomst vergeten. Rutte’s adagia ‘geen hogere begroting’ en ‘de Nederlanders betalen niet voor het vertrek van de Britten’, zijn onhoudbaar. Nederland moet door de pomp; reken maar op minstens een half miljard jaarlijks extra vanaf 2021 voor Brussel.