N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Het referendum uitgezwaaid?
Op 22 februari besloot de Tweede Kamer het raadgevend referendum af te schaffen; als er in de Eerste Kamer coalitiediscipline betracht wordt zal daar over een paar maanden hetzelfde gaan gebeuren. Dan heeft Nederland inmiddels twee raadgevende referenda gehad – waarvan het onderwerp in beide gevallen ongeschikt is gebleken. Dat roept fundamentele vragen op over het instrument referendum.
Bij het eerste raadgevend referendum onder de nieuwe wet ging het meteen al mis. Op 6 april 2016 werd het associatieverdrag tussen Oekraïne en Nederland afgewezen; een jaar later ging Nederland er alsnog schoorvoetend mee akkoord. Degenen die de publieke opinie hadden gemobiliseerd om tegen te stemmen waren met recht verontwaardigd: ‘hullie in Den Haag’ wisten het kennelijk beter dan de kiezer.
De voorstanders van het verdrag hadden echter al wat langer reden om verontwaardigd te zijn. Het raadgevend referendum als instrument kan immers gezien worden als een kwetsbaar kasplantje. Wij kennen in Nederland sinds pakweg 200 jaar een vertegenwoordigende democratie, maar gelukkig zijn er partijen die er een eer in blijven leggen om permanent te zoeken hoe de representatieve democratie beter kan functioneren. Veel voorstanders van het referendum zullen in hun hart Loesje groot gelijk geven, die bij een poster met een hokje met een potlood erop ooit liet weten: ‘Da’s ook niet veel ruimte om je mening te uiten’.
De verwachting van de voorstanders van het referendum dat een min of meer serieuze discussie op argumenten verwacht mocht worden, bleek rijkelijk naief. Nadat types als Jan Roos het kasplantje te lijf bleken te gaan met een grote snoeischaar konden de voorstanders – naast D66 traditioneel vooral PvdA en GroenLinks – weinig anders dan machteloos toezien hoe hun tere geesteskind voor hun ogen werd gesloopt. Wat het nog erger maakte was dat deze types zelfs openlijk lieten weten dat het associatieverdrag hen geen ene bal interesseerde. Kiezers werden opgewekt het referendum te gebruiken om af te rekenen met de zittende coalitie, met de hoge heren, of met Den Haag in het algemeen.
In dat stadium had al duidelijk moeten zijn dat hier niet voldaan werd aan een basale randvoorwaarde die nodig is voor een referendum: het moet gaan om een onderwerp waar kiezers in vrijheid voor of tegen kunnen stemmen, waarna regering(spartijen) de uitslag gewoon over kunnen nemen omdat er sprake was van een afgebakend – eigenlijk zelfs: een geïsoleerd - onderwerp. Ziehier het probleem: in onze gecompliceerde samenleving anno 2018 zijn dergelijke onderwerpen schaars. Al in 1995 schreef de betreurde Willem Witteveen over ‘de verplaatsing van de politiek’ (vanuit “Den Haag” naar onder meer de rechter, Europa en het lokale niveau) en die ontwikkeling is sindsdien voortgeschreden. Dat was in 2005 al gebleken bij het referendum over de Europese Grondwet. Elf jaren waren kennelijk niet genoeg om te leren van de problemen bij een referendum over een verdrag: in de internationale omgeving waar Nederland deel van uitmaakt kan één land nu eenmaal nogal moeilijk een verdrag tegenhouden waar vele andere landen zich al aan verbonden hebben.
Als de voortekenen niet bedriegen gaat het met het referendum over de aftapwet (de term sleepwet mag de overheid zelf niet gebruiken) dezelfde kant op. SP-leider Marijnissen heeft al aangekondigd dat ook dit referendum wat haar betreft niet alleen maar over die wet gaat. Ook hier weer schijnt over de invoering echter eigenlijk al besloten te zijn en zal er, als er een ‘nee’ uitkomt, naar een constructie gezocht worden om de inlichtingendiensten toch te kunnen laten aftappen zoals het wetsvoorstel dat beoogde. Dat is dan weer koren op de molen van de tegenstanders die de zittende machthebbers als regenten kunnen wegzetten.
Dat alles doet bij mij in elk geval één verlangen rijzen als het correctief referendum, waar D66 zich nu voor wil gaan inzetten, er zou komen. Mag dat dan in elk geval wél gaan over een afgebakend onderwerp waar de bevolking gewoon vrijuit voor of tegen kan stemmen, waarna de uitslag niet meer ter discussie komt te staan? Alleen al de complexiteit om tevoren een lijst van dergelijke onderwerpen aan te leggen doet mij overigens dan wel vrezen dat het nog wel enige tijd zal duren voor de democratie met dat instrument versterkt kan worden.