N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Het Decemberproces in Suriname: Botsing van staatsmachten
De Europese Unie heeft de Surinaamse regering opgeroepen de rechtstaat en de scheiding der machten te respecteren tijdens een begin deze maand in Guyana gehouden zogeheten artikel 8 Politieke Dialoog. De oproep van de EU is ingegeven door een Resolutie van 29 juni waarin de regering de procureur-generaal beveelt om met onmiddellijke ingang de vervolging te beëindigen van de verdachten van de zogeheten 8 decembermoorden.
De Resolutie vindt zijn grondslag in het idee dat de staatsveiligheid van Suriname niet gediend is met het voortzetten van de vervolging van de verdachten van de roemruchte moorden in 1982. Deze ingreep in waarschijnlijk de belangrijkste strafzaak ooit in Suriname is gebaseerd op een zeldzaam en curieus beroep op artikel 148 van de grondwet. Dit artikel luidt als volgt: De regering bepaalt het vervolgingsbeleid. In het belang van de staatsveiligheid kan de regering in concrete gevallen aan de procureur-generaal (PG) bevelen geven met betrekking tot de vervolging.
De timing van de Resolutie is niet toevallig. Het kwam een dag voor een nieuwe zitting van de Krijgsraad op 30 juni jl. waarin de auditeur-militair zijn requisitoir zou houden.
In de periode kort voor de publicatie van de Resolutie verschenen in de media berichten waarin zeer kritisch werd gereageerd op de uitspraak van de Krijgsraad om de vervolging voort te zetten. De autoriteiten reageerden geschokt. Er ontstond een gespannen sfeer in het land. De enkele jaren geleden in werking getreden Amnestiewet had immers juist tot doel het Decemberproces stop te zetten.
Het vonnis van de Krijgsraad was het startsein voor verschillende opmerkelijke ontwikkelingen die elkaar in hoog tempo opvolgden en uiteindelijk culmineerden in de omstreden Resolutie. Met enige intensiteit werd van verschillende kanten betoogd dat de rechterlijke macht op de stoel van de wetgever is gaan zitten en zich de bevoegdheid heeft toegemeten die het constitutioneel hof toekomt. Dit hof is er overigens nog niet. Het wetsvoorstel daartoe wordt na jaren vertraging binnenkort behandeld.
In de media werd betekenisvol gemeld dat het leger en de politie werden geïnformeerd over de rechterlijke uitspraak. Een verwant politicus gaf de president het advies de rechterlijke macht ‘op te donderen’. De president gaf op enig moment aan dat er sprake was van een constitutionele crisis en informeerde het parlement vertrouwelijk aan de vooravond van de publicatie van de Resolutie dat de staatveiligheid in het geding was.
Oppositionele parlementariërs en kerkelijke leiders riepen op tot rust. De rechterlijke macht kreeg overigens ook steun van verschillende sociale geledingen, waaronder de organisatie van advocaten. Via sociale media kwam een grote geruchtenstroom op gang. Verwanten riepen elkaar op voorzichtig en op alles voorbereid te zijn. Er was angst en de mensen vroegen zich af wat nu de volgende stap zou zijn. Zou het leger weer de straat op worden gestuurd?
Over de juridische houdbaarheid van de Resolutie wordt in Suriname vanzelfsprekend een intensief debat gevoerd. De regering heeft ‘in het belang van de staatsveiligheid’ de PG opdracht gegeven de vervolging stop te zetten. De staatsveiligheid zou in het geding zijn omdat er een toename zou zijn van burgerlijke ongehoorzaamheid en er gewelduitbarstingen zouden kunnen plaatsvinden. Deze wat schrale onderbouwing heeft lang niet ieder overtuigd.
Dat doet niets af aan het feit dat een oordeel over de staatsveiligheid bij uitstek een aangelegenheid is van de overheid. Deze omstandigheid en het feit dat aansluiting is gezocht bij een grondwettelijk geregelde bevoegdheid van de regering om de PG in een concrete zaak aanwijzing te geven met betrekking de vervolging, is er waarschijnlijk de verklaring voor dat in regionale politieke fora terughoudend is gereageerd op het besluit van de regering.
De Caribische leiders verenigd in Caricom kwamen begin deze maand eveneens bijeen in Guyana. President Bouterse heeft zijn collega’s een presentatie gegeven aangaande de actuele politieke situatie in Suriname. De Caricom-leiders markeren een belangrijk normatief uitgangspunt. Ze memoreren kennis genomen te hebben van het commitment die president Bouterse heeft toegezegd dat bij acties van zijn regering steeds de grondwet en de besluiten van het parlement gerespecteerd zullen worden. Gegeven deze democratische toezegging en garantie concludeerden de regeringsleiders dat de politieke situatie in Suriname als een interne aangelegenheid moet worden beschouwd.
Deze zienswijze is anders dan die van de EU, die in dezelfde periode juist zijn bezorgdheid heeft uitgesproken.
Een andere vraag is of de hernieuwde poging om het 8 decemberproces in de vergetelheid te doen geraken effectief zal zijn. De voortekenen zijn niet gunstig. Vanaf de staatsgreep in 1980 zijn er ingrijpende ontwikkelingen geweest in het staatsbestel en het functioneren van de staatsmachten. De rechterlijke macht is functioneel het minst veranderd en heeft zijn onafhankelijkheid, volgens de beste tradities van de Trias-leer, ten opzichte van de 2 andere machten beschermd. De omstandigheden waaronder de rechters moeten werken zijn miserabel, slechte materiele en andere voorzieningen. Daarnaast is er soms daadwerkelijk sprake van intimidaties die de rechter in een betrekkelijk kleine samenleving moet ondergaan.
Het oogmerk van de regering met de Resolutie om de vervolging onmiddellijk te doen staken, en daarmee het proces, heeft nog niet tot het gewenste resultaat geleid. Op 30 juni heeft de auditeur-militair overeenkomstig de verwachtingen tijdens de rechtszitting mededeling gedaan van de opdracht aan de PG de vervolging te staken.
Volgens de berichten in de media heeft de auditeur-militair evenwel ook het volgende gezegd: ‘Als u zegt dat ik door moet gaan, dan heb ik een legitieme grond om mijn requisitoir te houden. Die is gereed’. De auditeur-militair is derhalve kennelijk bereid de vervolging voort te zetten indien de Krijgsraad dat wenst. Het primaat van de Krijgsraad in het proces wordt derhalve erkend. Deze gedragslijn komt overeen met de opvatting van advocaten van de nabestaanden, te weten dat de Resolutie van de regering aan de PG is gericht en geen opdracht kan zijn aan de rechterlijke macht.
De Krijgsraad heeft de zitting geschorst. Die zal op 5 augustus worden heropend, waarna zal blijken wat het uiteindelijk oordeel is. Er zijn drie mogelijkheden: de aan de PG gerichte Resolutie wordt min of meer voor kennisgeving aangenomen en het strafproces wordt vervolgd; de vervolging van de decembermoorden wordt stopgezet; de vervolging van het strafproces wordt tijdelijk opgeschort. Bijvoorbeeld in afwachting van een mogelijk oordeel van het constitutioneel hof.
Wat de uiteindelijke afloop ook is, Montesquieu zou een tevreden glimlach waarschijnlijk niet hebben kunnen onderdrukken bij deze botsing der machten, die draait om het principe van de scheiding der machten en daarmee ook de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. Hoe het verder ook zij, de rechterlijke macht heeft een lange adem en heeft steeds een feitelijke confrontatie om de macht vermeden. Het is mogelijk dat het op 5 augustus tot uitstel komt van de behandeling. Maar uitstel zal zeker geen afstel zijn. Een gerust gemoed is derhalve geen verstandige optie voor de verdachten.