N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Schoot advies Raad van State over referendumwet niet tekort?
DEN HAAG (PDC) - In zijn advies over het initiatiefvoorstel-Wilders/Bosma over intrekking van de goedkeuringswet EU-associatieverdrag voert de Raad van State twee belangrijke (algemene) argumenten aan.
Het eerste betreft het algemene volkenrechtelijke beginsel van verdragsrechtelijke trouw, het tweede is dat van de Unietrouw. Een door Nederland samen met de EU-partners tot stand gebracht verdrag verplicht tot nog meer dan een ander verdrag.
De Raad stelt: de afwijzing van een EU-verdrag verplicht de regering minimaal tot het aansturen op heronderhandelingen. Primair doel is het overeind houden van het verdrag, waarmee de andere lidstaten immers hebben ingestemd. Wel kan een uitzonderingspositie of recht op eigen interpretatie worden bewerkstelligd. Anders gesteld: afwijzing zonder meer door Nederland van goedkeuring van een (EU-)verdrag kan helemaal niet.
Merkwaardig is dat de Raad van State in zijn advies over het initiatiefwetsvoorstel raadgevend referendum deze algemene (volkenrechtelijke en verdragsrechtelijke) uitgangspunten in het geheel niet vermeldde. Er is, zo kan worden geconcludeerd, daarna door de wetgever nogal lichtzinnig overgegaan tot het referendabel maken van goedkeuringswetten in het algemeen en van wetten ter goedkeuring van EU-verdragen in het bijzonder.
Daarmee zijn uiteindelijk de kiezers bij het referendum over het associatieverdrag op het verkeerde been gezet.