N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Drama’s VK en vluchtelingen gaan jaren aanslepen
Wat ook de uitkomst van het Britse referendum zal zijn, een uitgeklede EU lijkt onvermijdelijk. Zo wordt de EU op termijn mogelijk een Duits/Frans Kern-Europa. De uitkomst van nieuw topberaad met Turkije over de vluchtelingenproblematiek is verder eveneens hoogst onzeker. Vraag is of er voldoende leiderschap is in Europa om deze crises het hoofd te bieden.
Inhoudsopgave van deze pagina:
- Het 'drama VK'
- Rutte tegen Merkel
- Als de Britten vertrekken
- 'Iedereen zijn portie drama' (en frites)
- Cameron krijgt zijn zin
- Breuk in sociale verzekeringen
- De City of London scoort
- Vetorecht nationale parlementen
- Op naar een Duits/Frans Kern-Europa!
- Zes dwarsliggers
- Britten voortaan parttime lid (1)
- Britten voortaan parttime lid (2)
- Een volkenrechtelijk trucje
- Beperkte rol voor Rutte
- Voortaan drie vluchtelingenplannen
- Chaotische aanpak vluchtelingen
- Conclusie
Als de Britten EU-lid blijven én als zij opstappen, in beide gevallen houden zij Europa nog jaren in hun ban. Brussel spreekt van het 'Drama VK'. 'Zij hadden destijds twaalf jaar nodig om lid te worden. Nu zijn ze zeker zes jaar bezig om uit te stappen', aldus de Britse historicus Peter Ludlow van Eurocomment. Zou het Britse volk besluiten haar EU-lidmaatschap toch te continueren dan blijft Londen de lastige klant van voorheen.
Het beraad over het vluchtelingenvraagstuk zit intussen vast op verdeeldheid en verwijten over en weer. Normaal vergadert de Europese Raad vier keer per jaar. Nu hierover drie keer in een maand. Bij de bijeenkomst van 18 en 19 februari stond kanselier Angela Merkel met haar ‘wir schaffen das’ (het lukt ons wel) geïsoleerd. De staatshoofden en regeringsleiders discussieerden hierover maar liefst zes uur vruchteloos.
Merkel houdt vol de crisis onder de knie te krijgen mits zij daarvoor meer tijd krijgt. In een interview in het befaamde ARD tv-programma Anne Will betoogde Merkel dat het aanzien van Duitsland in de wereld nu op het spel staat. De kanselier hield zo op zondagavond 28 februari 100% vast aan haar koers. Zij vroeg de verontruste Duitsers en de andere Europeanen om meer geduld. De christendemocratische Merkel staat onder grote druk nu er regionale verkiezingen komen die de CDU vanwege de vluchtelingen dreigt te verliezen.
Wat kanselier Merkel bepleit staat haaks op de inzet van premier Mark Rutte, voorzitter van de EU Ministerraad, en die van Donald Tusk van de Europese Raad. Beiden hebben in januari aangekondigd dat uiterlijk midden maart het aantal vluchtelingen fors moet dalen. Hun benadering hangt nu in de lucht. Dat Rutte Merkel nu loslaat blijkt uit zijn commentaar ‘begrijpelijk’ op de reeks nationale grenssluitingen waartegen Merkel bij Anne Will juist zo ageerde.
Nu steeds meer landen hun grenzen sluiten, Oostenrijk nog maar tachtig vluchtelingen per dag toelaat en in Griekenland iedere dag tweeduizend nieuwe vluchtelingen aanspoelen, verergert de crisis met de dag. De Europese leiders vergaderen in maart hierover nog twee keer, nu echt in crisissfeer, inclusief een ontmoeting met de premier van Turkije, Davutoğlu.
Krachtens artikel 50 van het verdrag VEU kan ‘elke lidstaat besluiten zich uit de Unie terug te trekken’. Vertrekken de Britten op 23 juni per referendum dan start een jarenlang aanslepend proces van ingrijpende wederzijdse aanpassingen. Het VK en de Europese Raad moeten dan een overeenkomst sluiten over de voorwaarden van de uitstap. Dat wordt nog héél ingewikkeld.
De andere regeringen hebben het dan helemaal gehad met die Britten. Het Europees Parlement dat daarin eveneens een rol speelt, denkt er net zo over. Voor deze onderhandelingen wordt twee jaar uitgetrokken, maar het kan langer duren.
Het VK wil na vertrek toch blijven opereren op de grote Europese binnenmarkt die twee keer zo groot is als de hele Verenigde Staten. Maar hoe dat te regelen? Er bestaat een Noorse optie en een Zwitserse. Zij verwijzen naar twee landen die volop vrijhandel drijven binnen de EU zonder lid te zijn en tegen betaling van contributie voor bepaalde programma’s.
‘Iedereen zal hier zijn portie drama krijgen en daarna raken wij het wel eens’ met de Britten, zo voorspelde bij haar binnenkomst de altijd raak typerende president van Litouwen, Dalia Grybauskaité. Algemeen veronderstelden de insiders tevoren al dat de Europese Raad zou slagen.
Dat het toch zólang duurde kwam doordat a) enkele belangrijke ‘details’ nog open stonden en b) Cameron en de dwarsliggende leiders voor de Bühne urenlang wilden twisten met ‘winnaars’ aan beide kanten. Dat moest zo wel teneinde hun publieke opinie gerust te stellen.
De Europese Raad van 18 en 19 februari besloeg 29 uur, schorsingen meegerekend. In werkelijkheid zaten de staatshoofden en regeringsleiders amper negen uur bijeen. De rest ging op aan voorbereidend bilateraal en groepsoverleg van een handvol hoofdrolspelers terwijl de anderen rondhingen in de wandelgangen.
De kwestie Groot-Brittannië hield de top talloze uren bezig met onderling gekibbel en amper drie uur voor de plenaire vergadering. Toen vrijdag het Abendessen uitbleef trok mevrouw Merkel demonstratief naar een nabijgelegen friteskraam waar zij onder de blote hemel voor €3,70 oppeuzelde.
In feite was dit treffen een verlenging van de meeting in december. Daar maakte premier David Cameron voor het eerst duidelijk een akkoord te willen met als inzet dat zijn land lid van de EU blijft. Dat was een draaipunt. Tevoren had de Britse conservatieve leider jarenlang nooit een goed woord over voor de EU. Veel krediet heeft hij in Brussel dan ook niet.
Topconferenties slagen alleen mits tot in detail voorbereid. Dat geldt zeker voor een Europese Raad met 29 partijen met allemaal hun eigen uiteenlopende belangen (28 staatshoofden en regeringsleiders plus de Commissievoorzitter). Dank zij de inzet van Cameron en het uitstekende voorbereidende werk van voorzitter Donald Tusk lagen er bij de start al 30 pagina’s gedetailleerde conclusies klaar.
Het koppel Tusk/Cameron had al op 2 februari dit conceptakkoord gepubliceerd. Daarna bogen de ambassadeurs van de 28 landen in Brussel en de 28 EU-adviseurs van de leiders in de hoofdsteden (de ‘sherpa’s’) zich nog dagenlang over de tekst. Het beraad draaide uiteindelijk om een vijftal openstaande punten.
Voor PM Cameron is het belangrijk dat het Verenigd Koninkrijk een ‘noodrem’ krijgt om werknemers uit de andere EU-landen geen of een lagere sociale uitkering te verlenen. Zo worden de kinderbijslag en gezinstoeslagen verlaagd naar het niveau van het land waar het gezin en de kinderen wonen.
Een werknemer komend uit doodarm Bulgarije waar zijn gezin woont, krijgt in het VK dan de veel lagere uitkering van dat land. Pensioenen en andere vergelijkbare regelingen blijven onaangetast. De regeling is beperkt tot ‘niet op premie of bijdragebetaling berustende arbeidsgebonden voordelen’.
De Verordeningen EU nr. 492/2011 (vrij verkeer van werknemers binnen de EU) en nr. 883/2004 (coördinatie sociale zekerheid) worden daartoe aangepast. Het Europees Parlement moet hier nog mee instemmen.
Toepassing van de regeling eist ‘dat de hoge instroom van werknemers uit andere lidstaten gedurende een langere periode uitzonderlijk groot is’, aldus het akkoord. Volgens de Europese Commissie zit het VK momenteel al in zo’n noodsituatie (al mag de noodrem nu uiteraard nog niet werken).
Tot verdriet van Oost- en Midden Europa, vanwaar veel arbeiders naar West-Europa trekken, mogen andere landen te zijner tijd vergelijkbaar korten. De brief van 26 februari waarin de regering de Kamer over de Europese Raad informeert leert dat Nederland plannen heeft in die richting. Denemarken, Ierland en Malta worden eveneens genoemd.
Dit alles betekent een fundamentele breuk in het gemeenschappelijke stelsel van sociale verzekering waarop Europa ooit trots was. De Oost- en Midden-Europese tegenstanders moesten dit slikken. De reden is dat werknemers momenteel soms massaal migreren naar landen met de hoogste uitkeringen.
Verder wordt het vrij verkeer na huwelijken beperkt. Burgers uit een niet-EU- land die eerder niet legaal in de EU waren, krijgen geen toelating doordat zij met een EU-burger trouwen. In zo’n geval bepaalt de immigratiewetgeving van het betrokken land de status van de vreemdeling. Daartoe wordt Richtlijn 2004/38 inzake het vrij verkeer van burgers van de Unie aangepast.
In hetzelfde kader komen er maatregelen die het binnenhalen van een familielid uit een niet bij de EU aangesloten land beperken. Dit is gericht tegen schijnhuwelijken en personen die zich zouden kunnen misdragen, zelfs al hebben die (nog) niets op hun kerfstok.
Crisismaatregelen om de eurozone overeind te houden (zoals het redden van Griekenland) mogen de niet-eurolanden voortaan hinderen noch geld kosten. Raakt een EU-land zonder euro in financiële problemen, dan gaat het daar voortaan zelf over en niet ‘Brussel’.
Tot hun verdriet zitten het VK en de andere landen zonder euro niet in de invloedrijke Eurogroep onder leiding van minister Jeroen Dijsselbloem. Deze landen kregen gedaan dat de bevoegdheden van die Eurogroep worden begrensd. Meent een niet-euroland dat daar aan zijn belangen wordt geraakt, dan mag men dit bij de Europese Ministerraad of desnoods in de Europese Raad aan de orde stellen.
Anderzijds krijgen de landen zonder de euro geen veto om de verdere ontwikkeling van de gezamenlijke munt tegen te houden. Dit laatste gebeurt vooral op aandringen van president François Hollande.
De Britten hoeven geen gebruik te maken van het ‘gemeenschappelijk rulebook’ waarmee de negentien eurolanden het toezicht op de banken uniform aanpakken. Dit is een overwinning voor het Britse pond en de City of London, Europa’s belangrijkste financieel centrum. ‘De City blijft voortaan buiten de Brusselse regelneverij’, zo juicht The Daily Telegraph van 22 februari.
De EU belooft alles te doen om de beoogde interne markt van goederen, vrij verkeer van personen, diensten en kapitaal tot stand te brengen. Daarin past een verbeterd concurrentievermogen, bijvoorbeeld door de administratieve lasten te verlagen en overbodige wetgeving in te trekken. Die toezegging betekent niets meer dan bestaand beleid nog eens opschrijven.
Dit Brits-Europees akkoord versterkt de rol van de nationale parlementen in de Europese besluitvorming. Die parlementen beschikken al over een gele en een oranje kaart om Brusselse wetgeving tegen te houden. Nu komt daar een verdergaande rode kaart bij.
Uitgangspunt is de subsidiariteit: Europa mag alleen datgene als dat beter uitpakt dan thuis in de hoofdsteden. Voortaan kan een meerderheid van 55% van de parlementen van de 28 lidstaten beoogde Europese wetgeving van de agenda afvoeren, dan wel dwingen tot aanpassing. Bij het berekenen van die 55% krijgen de 28 landen, groot of klein, elk twee stemmen.
De Tweede Kamer is blij met genoemd besluit. Het klinkt dan ook goed, tot je beseft dat de regeringen in de EU-Ministerraad met slechts een derde van de gezamenlijke stemmen nu al iedere wetgeving kunnen tegenhouden.
Tegelijk moeten de Britten accepteren dat ook in de toekomst de Europese wetgeving voorrang heeft op die van hun Houses of Parliament, iets wat ze daar zwaar op de maag ligt.
De Britten hoeven niet langer mee te doen aan politieke integratie. De preambule van het Europese Verdrag roept sedert 1957 plechtstatig op tot een ‘steeds hechter verbond tussen de volkeren van Europa’ (ever closer union)’. Dit streven is nu voor de Britten geschrapt. De Commissie zal geen wetgeving meer voorstellen verwijzend naar dat streven.
De Britten zagen de EU altijd als niet meer dan een grote euromarkt. Juist daarom heeft deze toezegging voor het VK grote symbolische betekenis, aldus de Financial Times van 22 februari. In het Verdrag van Lissabon (2009) belette het VK dat de EU een echte minister van Buitenlandse Zaken zou krijgen. Zo bleef het Europees buitenlands beleid tot op vandaag een mankepoot.
Er bestaat daar een enorme afkeer van ‘Brussels’. Premier Cameron stemde in 2014 tegen de benoeming van Jean-Claude Juncker tot Commissievoorzitter. De Britten vermoeden (terecht) dat Juncker en de andere federalisten voetje voor voetje naar een federale superstaat willen.
Het establishment in Brussel en Straatsburg vreest nu dat schrapping van het ‘hechter verbond’ een stap is naar een Europe á la carte. In zo’n constructie laten sommige regeringen zich nog zo min mogelijk aan de EU gelegen liggen. Die optie is reëel.
De Unie telt vandaag al elf eurokritische regeringen: het VK, de vier Noordse landen, de vier Visegrad landen (Polen, Tsjechië, Slowakije en Hongarije), Griekenland en Portugal. Daar zitten er bij waar ze al met de gedachte spelen zich te zijner tijd in een vrijhandelsakkoord met de Britten te verbinden.
Zo dreigt de optie ‘verdere afsplitsing’, aldus voormalig Commissievoorzitter Barroso in de Financial Times van 26 februari.
Deze experts wijzen tevens op de belangrijke andere kant van de medaille: het aldus ontstaan rondom Duitsland/Frankrijk van een steviger Kern-Europa van de landen die wel overtuigd verder willen. Die groep wordt dan niet langer geremd door de critici. Probleem is dan wel dat het publiek in Duitsland, Frankrijk, Spanje noch Nederland klaar is voor meer Europa.
Behalve hierboven Hollande waren er nog vijf andere dwarsliggers: de leiders van de vier Visegradlanden en de Belgische eerste minister Charles Michel. De Tsjechische premier Sobotka onderhandelde namens de Visegradgroep.
Zulke groepsvorming in de Europese Raad is nieuw. Visegrad verkreeg dat de lagere uitkeringen in tijd beperkt worden. Verder geldt het kortingssysteem alleen voor arbeidskrachten die na 1 januari 2020 in het VK arriveren. Dit verzacht de pil voor de migrerende arbeiders uit Oost- en Midden-Europa aanzienlijk.
Oost- en Midden-Europa moesten wel slikken dat alle EU-landen zo’n kortingstelsel mogen invoeren. Bovendien mag vanaf 2020 voor alle kinderbijslagen het lagere woonlandtarief gelden.
Premier Michel en het Europees Parlement sluiten niet uit dat de Britten het referendum van juni verwerpen. Dat zij dan om heronderhandelingen vragen voor wéér een allerlaatste volksbevraging. Daarna blijven zij dan waarschijnlijk toch lid van de EU. Zo slepen de Britten er dan weer extra concessies uit.
De Belgen mikken nog altijd op een federaal Europa (met Brussel als hoofdstad) waarin de lidstaten deels oplossen. De Europese Raad besloot op hun aandringen dat alle toezeggingen ´ophouden te bestaan´ als het VK op 23 juni besluit te vertrekken.
Wie garandeert echter bij een nipt verlies van het referendum (dat de andere landen zeker zal schokken) er tóch weer wordt gepraat over een echt finale deal? De EU kan haar grootste economie op Duitsland na, tevens de oudste democratie en het militair sterkste land van Europa toch niet zomaar loslaten?
Met bovenstaande uitzonderingen laat het Verenigd Koninkrijk het baanbrekende Verdrag van Maastricht van 1992 los. Het VK had daarlangs al een reeks uitzonderingen (opt-outs) verkregen.
Zij hebben geen euro; zitten niet in de beleid bepalende Eurogroep; hebben geen stemrecht in de ECB als het over de euro gaat; doen niet meer aan het paspoortvrij Schengen, noch volledig aan Frontex; bleven grotendeels buiten de groeiende justitiële en politionele samenwerking; doen niet mee aan het charta ‘fundamentele mensenrechten’ en betalen (dank hun rebate) al drie decennia lang maar twee derde van hun contributie.
Of Cameron zijn referendum wint is onzeker. Hij krijgt zelfs zijn eigen partij daarvoor niet helemaal mee. Het telt zwaar dat vooraanstaande partijgenoten zoals de charismatische burgemeester van Londen, Boris Johnson, en de vroegere conservatieve leider Michael Howard, zich ineens uitspreken voor een tegenstem bij het referendum.
Over wat Cameron heeft bereikt en wat de andere leiders moesten slikken wordt dan ook verschillend gedacht. De Britse eurosceptici zijn ontevreden. Voor hen is maar één besluit geloofwaardig: weg uit de EU. De eurokritische Britse denktank Open Europe vind het akkoord triviaal noch baanbrekend. ‘Maar meer zat er niet in’.
Deze invloedrijke denktank verwacht dat Britse regeringen, na een gewonnen referendum, blijven strijden tegen ‘het geld verspillende en inefficiënte EU-budget’. Wij zijn dank zij deze afspraken voortaan een half afgescheiden EU-lid, aldus een hiermee wel tevreden Open Europe.
De Franse minister van Buitenlandse Zaken, Jean-Marc Ayrault, verwijzend naar wat Cameron ooit allemaal eiste, toont de andere kant van de medaille: ‘Er komt geen grondige verdragswijziging. Het VK krijgt geen vetorecht op de uitbouw van de eurozone. Het basisprincipe van het vrije verkeer van personen blijft ongewijzigd’.
Op sterk Brits aandringen worden alle afspraken juridisch bindend vastgelegd. De Europese Raad is daartoe echter niet bevoegd. Dat is de taak van de ‘gewone’ Raad van Ministers, vaak samen met het Europees Parlement. De staatshoofden en regeringsleiders trekken echter graag aan álle touwtjes.
Daartoe schakelt de gedetailleerde tekst op een gegeven moment vrijwel onmerkbaar even over naar de term: ‘de staatshoofden en regeringsleiders'. Dat is dus zonder voorzitter Tusk en Commissievoorzitter Juncker, beiden toch lid van de Europese Raad.
In die samenstelling van alléén de 28 nationale leiders konden zij afspreken elkaar op basis van het klassieke volkenrecht juridisch te binden. Dus zonder het Europese Hof van Justitie in Luxemburg tot hun directe getuige te maken.
Hoewel de afspraken in de Europese verdragen worden opgenomen komt er nu geen verdragswijziging. De EU is daarover te zeer verdeeld. De afspraken worden daarom meegenomen bij de eerstvolgende verdragswijziging, die nog jaren zal uitblijven.
Afgezien van de liberale voorman Guy Verhofstadt (fractievoorzitter ALDE) ziet niemand aan de horizon een algemene verdragsaanpassing. Dit betekent dat de afspraken meelopen zodra weer een land tot de EU toetreedt. De eerstvolgende kandidaat IJsland heeft zich recent weer teruggetrokken. Daardoor blijven alleen Montenegro en Servië over. Maar die landen zijn nog in geen jaren toelaatbaar.
Minister-president Mark Rutte noemt het akkoord ‘goed nieuws voor alle 28 lidstaten’. Volgens Rutte was zijn rol bij de totstandkoming beperkt geweest. Hij roemde voorzitter Tusk voor zijn onderhandelingswerk. Wat Rutte voor zich hield is dat hij samen met de Griekse premier Alexis Tsipras in een apart kamertje het concept van de conclusies bijschaafde totdat die voor Athene acceptabel waren, aldus genoemde researcher Ludlow.
Om toch maar te slagen zochten Tusk en Juncker en eveneens Europees parlementsvoorzitter Schulz de randen op van hun bevoegdheden. Zo nodigde Tusk de parlementsvoorzitter (die geen lid is van de Europese Raad) uit in de zitting waar het akkoord is gesloten.
Gedurende de voorbereiding en tijdens de top is bovendien een ongebruikelijk contact onderhouden met de voorzitters van de christendemocratische EVP, de sociaaldemocratische S&D en de liberale ALDE, de drie grote pro-Europa fracties. Op die manier hoopt Tusk dat het EP, dat nog onderdelen van het akkoord moet goedkeuren, geen roet in het eten gooit.
De eerste dag van de Europese Raad leerde dat kanselier Merkel wat de vluchtelingen betreft geïsoleerd staat. Op haar aandringen vergadert de Europese Raad hierover deze maand nog twee keer. Er liggen dan drie verschillende benaderingen: een Europese en een nationale die beide functioneren, en het plan Samsom dat nog niet van de grond kwam.
De eerste benadering is dat Turkije en Griekenland met hulp van de NAVO de zuidelijke grenzen (Schengen) beter gaan afsluiten. Dat moet vluchtelingen afschrikken. Tegelijk krijgt Turkije zoals bekend drie miljard voor de opvang daar.
Griekenland wordt vanuit Brussel eveneens extra bijgestaan. Dat land dreigt één groot vluchtelingenkamp te worden met als gevolg een humanitaire ramp. Premier Tsipras wilde de hele Europese besluitvorming gaan blokkeren als de vluchtelingen daar massaal (moeten) blijven steken.
De Commissie werkt aan een grootscheeps humanitair noodplan voor Griekenland. Verwacht wordt dat de Europese Raad hiermee instemt.
Tegelijk streeft kanselier Merkel met steun van de Commissie naar realisering alsnog van het mislukte spreidingsplan van 160.000 vluchtelingen vanuit Griekenland en Italië. Daarvan is na een half jaar nog maar drie procent uitgevoerd. De regeringen werken niet mee, want zij voorzien een aanzuigend effect.
Veel vluchtelingen willen bovendien zelf bepalen waar zij heen gaan. Nederland bijvoorbeeld nam 98 vluchtelingen op in plaats van de beloofde 6000. Frankrijk nam er volgens de Commissie 135 op van de beloofde 30.000. Tevergeefs stelde Merkel op 18 februari haar collega’s voor om ten minste maandelijks 5000 vluchtelingen vanuit Turkije te gaan spreiden.
De tweede benadering keert zich af van de Duitse benadering. Oostenrijk is traditioneel Duitslands trouwe bondgenoot. Tegelijk Berlijn en Athene provocerend haakt Wenen nu echter aan bij de reeks recente sluitingen van nationale grenzen, waarmee Hongarije maanden geleden al begon.
Oostenrijk scherpt met negen Balkanlanden gelegen op de doorgangsroute voor vluchtelingen, de grenscontroles aan. Zij laten nog alleen vluchtelingen uit oorlogsgebieden mondjesmaat door. Tegelijk laten de EU-landen Oostenrijk (dagelijks 80) en Kroatië en Slovenië (beiden 580) nog beperkt vluchtelingen toe. Deze besluiten zijn door de Commissie scherp afgekeurd.
Uitdagend heeft de Hongaarse premier Viktor Orbán een nationaal referendum aangekondigd met de vraag: Wilt u dat de EU zonder toestemming van ons parlement Hongarije de opname van niet-Hongaren verplicht gaat opleggen? Volgens de premier komt het genoemde spreidingsplan van Merkel en Juncker – vorig jaar door de EU-Raad van ministers officieel goedgekeurd – neer op machtsmisbruik. Dit ‘omdat quota het etnische, culturele en confessionele gelaat van Hongarije en de Europese Unie zal veranderen’.
Tegen de zin van Merkel in koos de Europese Raad er voor de Oostenrijks-Hongaarse benadering op de been te houden. ‘Behalve de Commissie gelooft niemand nog in haar spreidingsplan’, aldus de gematigd linkse Süddeutsche Zeitung van 26 februari. ‘De Hongaarse premier Orbán wordt nu de Europese agendabepaler’ aldus het Britse blog Politico Europe.
Wat ten slotte Merkel al eerder opperde en PvdA-fractievoorzitter Diederik Samsom overnam is om massaal vluchtelingen uit de overvolle kampen in Turkije naar Duitsland en andere EU-landen over te hevelen. Tegelijk zouden de vluchtelingen die in Griekenland aanspoelen ‘per kerende veerboot’ terug moeten. Die levensgevaarlijke route droogt dan vanzelf op, terwijl de situatie in Griekenland normaliseert.
Direct na de Europese Raad noteerde de Financial Times dat ´het referendum de toekomst van het Verenigd Koninkrijk voor een generatie bepaalt´. Maar dat geldt net zo goed voor de rest van Europa.
Zelfs bij een goede afloop blijft de EU uitgekleed achter. Het klassieke streven naar een ‘hechter verbond van de volkeren’ (let wel: niet van de staten) is overboord. De Britten krijgen met hun opstelling navolging, zelfs als zij blijven. Daarom stevent de EU op wat langere termijn wellicht af op een Duits/Frans Kern-Europa.
Wat de vluchtelingen betreft kan alleen nieuw topberaad Ankara bewegen er minder te laten oversteken waarbij tegelijk Europa de spreiding aanpakt. Dat zou de crisis wat verlichten. Maar of dat nog lukt? Een compromis is hoogst onzeker zowel wat Turkije betreft als binnen de Europese Raad.
Hier gelden twee voorwaarden: schrap het verplichte karakter van de quota en help Griekenland een humanitaire calamiteit daar te voorkomen. Meer tijd nemen, zoals Merkel bepleit heeft nu het voorjaar aanbreekt, heeft een aanzuigend effect op de vluchtelingenstroom.
Hoe dan ook blijven beide benaderingen voorlopig actueel: die van Merkel/de Europese Commissie en de nationale aanpak ‘elk voor zich’.
Nu Merkel thuis en in Europa aan gezag heeft ingeboet, schreeuwt de Unie om leiderschap. Grijpt voorzitter Donald Tusk zijn kans? Hij scoorde met het eerder nog onverwachte akkoord met het Verenigd Koninkrijk.
Tegelijk zat zijn rivaal Commissievoorzitter Juncker fout met zijn doordrijven van verplichte spreiding. Het was Tusk die alweer maanden geleden de juiste analyse maakte: geen verplichte landenquota. Er volgen kortom in maart nog spannende Europese Raden.