De bankenunie in 2015

Minke Gort is werkzaam bij De Nederlandsche Bank, en werkte eerder voor het Ministerie van Financiën en de Europese Commissie.

De bankenunie is een reactie op de financiële crisis en de overloop ervan in de Europese schuldencrisis. De kosten voor lidstaten om probleembanken die te groot waren om te falen te redden bleken namelijk voor een aantal overheden in de eurozone (i.e. Cyprus, Ierland en Spanje) te groot. Hierdoor moesten zij op hun beurt gered worden. 

De bankenunie is opgericht om deze negatieve wisselwerking tussen banken en overheden te doorbreken, grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van bankentoezicht en –resolutie in de eurozone centraal te organiseren en risico’s voor de belastingbetaler te verkleinen.

 
diagram bankenunie

 

Het fundament van de bankenunie

Het fundament van de bankenunie wordt gevormd door het Single Rule Book, bestaande uit: nieuwe toezichteisen via de Verordening[1] en Richtlijn[2] Kapitaalvereisten (o.a. op het gebied van vergunningverlening, kapitaal en liquiditeit), Verordeningen die het Gemeenschappelijk toezicht[3]- en resolutiemechanisme[4] regelen, een herziene Richtlijn voor Depositogarantiestelsels[5] en een Europees kader voor herstel en resolutie van banken (de zogeheten Bank Recovery and Resolution Directive, of BRRD)[6].

Single Supervisory Mechanisme

Het Single Supervisory Mechanisme (SSM) is binnen de bankenunie verantwoordelijk voor het prudentieel toezicht op circa 5000 banken. Het SSM is ingevolge de SSM-Verordening ondergebracht bij de Europese Centrale Bank, waar de Supervisory Board (SB) - bestaande uit een dagelijks bestuur en een vergadering met alle nationale toezichthouders - op Europees niveau beslissingen neemt over de 130 bankgroepen die onder haar directe toezicht staan. Voor de overige banken is de nationale toezichthouder in eerste instantie verantwoordelijk. Het SSM heeft zich vanaf haar start op 4 november 2014 onder meer toegelegd op de werking van het grensoverschrijdend toezicht in praktijk en harmoniseren van de toezichtpraktijk in de eurozone.

Single Resolution Mechanisme

Het Single Resolution Mechanisme (SRM) is gestart op 1 januari 2015 en moet voor een ordelijke aanpak van falende eurozonebanken zorgen. De SRM-Verordening richt de Europese resolutieautoriteit, de Single Resolution Board (SRB), en het resolutiefonds op. De SRB is direct verantwoordelijk voor alle grote grensoverschrijdende bankgroepen. Nationale resolutieautoriteiten (NRAs) zijn in eerste instantie verantwoordelijk voor de overige banken en passen de BRRD hierop toe.

Hoe werkt het?

De SRB bestaat, gelijk de SB, uit een dagelijks bestuur en een vergadering van NRAs. Echter, besluitvorming over individuele banken vindt binnen het SRM plaats door het dagelijks bestuur en direct betrokken NRAs, niet door de gehele vergadering (tenzij inzet van het resolutiefonds noodzakelijk is).

De SRB en NRAs gebruiken bij de aanpak van een falende bank verschillende instrumenten, waaronder de mogelijkheid om verliezen te beleggen bij aandeelhouders en crediteuren (bail-in). Welke instrumenten per bank worden ingezet wordt bepaald in het door de SRB of NRA opgestelde resolutieplan.

De SRB heeft zich in 2015 toegelegd op haar eigen oprichting en inrichting. Daarnaast heeft zij beleidskaders op het gebied van resolutieplanning en crisismanagement ontwikkeld en is zij begonnen met het opstellen van de eerste resolutieplannen. 

Een Europees depositogarantiestelsel?

De Europese Commissie heeft op 24 november 2015 een voorstel gedaan voor een Europees Depositogarantiestelsel (EDIS)[7]. Dit is het sluitstuk van de bankenunie en zou er op termijn voor moeten zorgen dat door het garantiestelsel gedekte depositohouders bij het faillissement van een eurozonebank ook gedeeltelijk door EDIS worden uitbetaald.

 

Referenties:

[1] Verordening 575/2013 inzake prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (Capital Requirements Regulation, CRR), PbEU (2013) L176, p. 1.

[2] Richtlijn 2013/36 inzake de toegang tot de activiteit van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (Capital Requirements Directive IV, CRDIV), Pb EU (2013) L176, p. 338.

[3] Verordening 1024/2013 inzake de toewijzing van specifieke taken aan de ECB betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (Single Supervisory Mechanism Regulation, SSMR), PbEU (2013) L287, p. 63.

[4] Verordening 806/2014 inzake het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds (Single Resolution Mechanism Regulation, SRMR), PbEU (2014) L225, p. 1.

[5] Richtlijn 2014/49 inzake depositogarantiestelsels (Deposit Guarantee Scheme Directive, DGSD), PbEU (2014) L173, p. 149.

[6] Richtlijn 2014/59 inzake een kader voor herstel en afwikkeling van banken en bepaalde beleggingsondernemingen (Bank Recovery and Resolution Directive, BRRD), PbEU (2014) L173, p. 190.

[7] Communication from the Commission “Towards completion of the Banking Union” COM(2015)587 final, http://ec.europa.eu/finance/general-policy/docs/banking-union/european-deposit-insurance-scheme/151124-communication_en.pdf