N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Paars: acht jaren die de Nederlandse politiek veranderden
Het aantreden van een nieuw kabinet is altijd een politieke gebeurtenis van de eerste orde, maar voor sommige kabinetten was het zelfs meer dan dat. Dat gold voor het kabinet-Beel in 1946, toen KVP en PvdA samen gingen regeren. Het gold opnieuw in 1948 toen Drees als eerste sociaaldemocraat premier werd en in 1959 toen juist een kabinet aantrad zonder de PvdA. Hoge verwachtingen waren er in 1965 bij het aantreden van het kabinet-Cals en in 1973 toen het kabinet-Den Uyl ging regeren. Opvallend is dus dat vrijwel steeds de PvdA betrokken was.
Het aantreden van het eerste kabinet-Kok (Paars I) in 1994 overtrof dat alles. Voor het eerst sinds 1918 kwam er een kabinet zonder christendemocraten, maar er ontstond ook direct een sfeer: het wordt anders. Dat Klaartje Peters de titel 'Een doodgewoon kabinet' gaf aan haar boek over de acht jaren paarse kabinetten, is dan ook een leuke understatement. Want al presenteerde premier Kok het eerste door hem geleide kabinet als zodanig, qua impact was dat kabinet natuurlijk allerminst doodgewoon. Op basis van onder meer gesprekken met direct betrokkenen beschrijft Klaartje Peters de geschiedenis van Paars.
Aan 'oral history' zitten wel altijd risico's, want waren de verhoudingen tussen PvdA en VVD echt zo vijandig als Tineke Netelenbos beweert? Zelfs tijdens het kabinet-Den Uyl waren er onderwerpen waarbij de fracties van PvdA en VVD nauw samenwerkten, met het gezamenlijke abortusvoorstel als meest sprekende voorbeeld.
Peters schetst uitvoerig hoe de gedoodverfde politieke aartsrivalen PvdA en VVD elkaar, na een moeizaam proces, uiteindelijk vonden. Dat was na een periode van wederzijdse uitsluiting van 45 jaar. Cruciaal waren daarbij opgebouwde frustraties bij eerst VVD en daarna PvdA over de samenwerking met het CDA in de jaren 1982-1989 respectievelijk 1989-1994. Het is verder het verhaal van de ambitie van D66 onder aanvoering van Hans van Mierlo om de machtspositie van het CDA te doorbreken en het verhaal van het Des Indesberaad als aanloop naar de samenwerking. De aandacht voor die aanloop is terecht. Onderbelicht blijven echter de veranderingen die juist Kok in de PvdA bewerkstelligde met zijn partijnota 'Bewogen Beweging'. Juist de daarin opgenomen strategische en inhoudelijke veranderingen openden de weg naar 'Paars'.
In haar boek laat Peters zien hoe de samenwerking al snel een succes werd, overigens mede begunstigd door een sterk oplevende economie. Talrijke dossiers waarvan het CDA afhandeling blokkeerde of vertraagde konden worden opgepakt. Aan belangrijke economische veranderingen zoals de privatiseringen en invoering van marktwerking in bijvoorbeeld de energiesector, had wel wat meer aandacht kunnen worden besteed. Was dat nu de 'paarse' verdienste of zouden die veranderingen er toch wel zijn gekomen?
De tegenstelling tussen het vrij algemeen als succes beschouwde Paars I en de zo veel moeizamer verlopen periode van Paars II wordt op zich goed geanalyseerd. Terecht wordt er op gewezen dat niet alleen 'het nieuwe' eraf was, maar dat ook interne (personele) en externe factoren (beeldvorming) een rol speelden, al zou ik zeggen dat dit laatste minstens zo belangrijk was. Daarbij speelde '11 september' een cruciale rol. Juist het daardoor veranderde maatschappelijke klimaat gaf aan de opkomst van Pim Fortuyn een extra impuls. De 'ontmanteling' en zelfs ontluistering van Paars is wellicht even spectaculair als de komst ervan in 1994.
Al met al schetst Klaartje Peters een goed beeld van acht bijzondere jaren in de Nederlandse politiek. Ze focust wel sterk op de opmerkelijke successen van Paars, zoals het homohuwelijk en de euthanasiewet. Maar vraag is wel of dat nu de echte (of enige) betekenis van Paars was. Was dat niet veeleer het veranderen van het 'speelveld' van de Nederlandse politiek. Als PvdA en VVD zo 'makkelijk' konden/kunnen samenwerken, wat zijn tegenstellingen dan nog waard? Dat opende mede de weg voor nieuwe flankpartijen. Er is echter veel voor te zeggen dat die betekenis van Paars een afzonderlijk boek vergt.