N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
In Portugal geen Podemos
Op zondag 4 oktober kiezen de Portugezen een nieuw parlement. Het is dan op een dag na 4 jaar en 4 maanden geleden sinds de centrumrechtse PSD de vorige verkiezingen won en een coalitie vormde met de conservatieve CDS-PP.
De coalitie onder leiding van premier Pedro Passos Coelho greep hard in, en niet zonder gevolgen. Hoewel de economie dit jaar naar verwachting met 1,5% zal groeien, is werkloosheid met 13,7% nog steeds torenhoog en zoeken veel hoogopgeleide jongeren hun heil in het buitenland. Je zou zeggen dat hier een uitgelezen kans ligt voor een frisse linkse partij om de boel eens flink op te schudden, maar niets van dat al. In de peilingen gaan de PS (de Portugese evenknie van de PvdA) en de zittende coalitie nagenoeg gelijk op.
Toch is er wel iets veranderd in het Portugese politieke discours sinds de schuldencrisis het land zo genadeloos trof. De Europese Unie geldt niet langer als het onfeilbare symbool van democratie, stabiliteit en solidariteit. Deze conclusie deelt zelfs de 90-jarige oud-premier Mário Soares, die Portugal in 1986, nog geen 12 jaar na de Anjerrevolutie, met steun van zijn Europese broeders Max van der Stoel en Olof Palme de EEG in loodste.
Crisis bezworen
Even leek het erop dat de centrumrechtse coalitie, net als alle voorgaande coalitieregeringen sinds de Anjerrevolutie van 1974, de eindstreep niet zou halen. Op 2 juli 2013 bood minister van buitenlandse zaken Paulo Portas, tevens leider van coalitiepartner CDS-PP, zijn ‘onomkeerbare’ ontslag aan. Per sms, zo bleek uit een eerder dit jaar verschenen biografie. Onenigheid over belastingen en pensioenen en de benoeming van een nieuwe PSD-minister van financiën als opvolger van een partijloze voorganger vormden de aanleiding.
Na drie dagen koortsachtig overleg keerde Portas terug, ditmaal als vicepremier met extra verantwoordelijkheden op economisch gebied en in de contacten met de trojka. De gerespecteerde Portugese president Aníbal Cavaco Silva nam de verzoening echter ter kennisgeving aan en sommeerde de twee regeringspartners om ook de PS in het overleg te betrekken en tot een ‘compromis van nationale redding’ te komen. Pas toen deze poging zoals verwacht mislukte, kon de centrumrechtse coalitie alsnog doorregeren. Eerder dit jaar maakten de twee partijen bekend met een gezamenlijke lijst en coalitieakkoord de verkiezingen in te gaan – en dat is voor het eerst sinds 1979.
Beide coalitiepartijen behoren in het Europees Parlement tot de EVP-fractie. CDS-PP sloeg de laatste jaren echter een meer eurokritische toon aan. De hete hangijzers die twee jaar geleden leidden tot Portas’ bijna-vertrek vonden hun oorsprong in de eisen van de trojka, die vorig jaar mei uit Portugal vertrok. Portas verdedigt de gezamenlijke lijst met coalitiepartner PSD dan ook als ‘de enige optie om een nieuwe vernedering door de trojka te voorkomen’. Vanuit centrumrechts perspectief heeft hij gelijk: Het Portugese politieke landschap is al 20 jaar bijzonder overzichtelijk met dezelfde vijf partijen die de zetels verdelen. En de vier overige bevinden zich allemaal ter linkerzijde van Portas’ CDS-PP.
Oppositie
De sociaaldemocratische PS hoopt met lijsttrekker António Costa, ex-burgemeester van Lissabon en ex-Europarlementariër, het electorale succes onder zijn voorganger José Sócrates te evenaren. Daarbuiten wordt de partij liever niet te veel herinnerd aan Sócrates, die premier was van 2005 tot 2011. Hij werd in november 2014 gearresteerd op verdenking van belastingfraude en corruptie - nota bene op de dag dat Costa tot partijleider werd verkozen - en zat tot 4 september jl. ruim 9 maanden in voorarrest in een gevangenis in Évora. De verkiezingen mag hij in huisarrest volgen. Zonder enkelband, want een dergelijk dwangmiddel zou niet passen bij een ex-premier.
Costa dankt zijn populariteit onder meer aan zijn succesvolle burgemeesterschap. Hij ageerde de afgelopen tijd tegen de uitverkoop van Portugese staatsbezittingen, het uitkleden van de gezondheidszorg en de hoge jeugdwerkloosheid (31%), die volgens hem door de regering te laag wordt voorgespiegeld. Eerder dit jaar verwelkomde hij de overwinning van Syriza in Griekenland. Toch steunde zijn PS de afgelopen vier jaar op cruciale momenten het begrotingsbeleid van de regering.
Geen Podemos, Syriza of Movimento 5 Stelle
Het geflirt van Costa met Syriza is wellicht een van de redenen dat hij in eigen land niet hoeft te concurreren met een gelijksoortige partij. Een andere verklaring is dat de werkloosheid relatief 'laag' bleef met 18% op het hoogtepunt in 2013, tegenover meer dan 27% in Spanje en Griekenland. Dit komt onder meer doordat Portugezen al eeuwen de neiging hebben om in crisistijd te emigreren: Portugal kent procentueel het hoogste emigratiecijfer van de hele EU.
Enkele cijfers: in 2013 emigreerde meer dan 1% van de totale bevolking. Liefst 20% van de actieve Portugese beroepsbevolking woont in het buitenland. In Frankrijk wonen bijna 600.000 Portugezen en zo'n 16% van de Luxemburgse bevolking is van Portugese afkomst. Portugezen die emigreren zijn veelal jong en hoogopgeleid, en eenmaal in het buitenland bemoeien zij zich nauwelijks met de vaderlandse politiek. Mede door deze ontwikkelingen vergrijst de Portugese samenleving in rap tempo, en oudere stemgerechtigden zijn nu eenmaal minder geneigd om op een nieuwe partij te stemmen. Wie toch zijn vertrouwen in de gevestigde orde heeft verloren, blijft naar verwachting gewoon thuis.
Tot slot heeft Portugal al jaren een stabiele basis op uiterst links met de communistische PCP en het SP-achtige Linkse Blok die gezamenlijk doorgaans ongeveer 15% van de stemmen verdelen. Met name de PCP is sterk geworteld in het linkse zuiden en kent met zo'n 60.000 leden een grotere achterban dan de PvdA in Nederland.
En de uitslag?
Als de huidige peilingen kloppen ligt een minderheidsregering van PS met gedoogsteun van de twee uiterst linkse partijen het meest voor de hand. De PS zou in die situatie echter moeilijk kunnen ontkomen aan een voortzetting van het bezuinigingsbeleid, dat feitelijk al door Sócrates was ingezet. Uiterst links zal daar niet aan meewerken, waardoor al snel een patstelling kan ontstaan. Twee nieuwe partijen met uiteenlopende ideeën over Europese samenwerking zouden enkele zetels kunnen bemachtigen, maar vormen geen factor van belang.
Wint Costa de verkiezingen zonder absolute meerderheid, dan wacht hem dus de keuze: steunen op uiterst links en breken met het bezuinigingsbeleid van centrumrechts of doorgaan met ditzelfde beleid in enigszins afgezwakte vorm, zolang het parlement het toelaat.