Geldt het reglement van orde nog?

woensdag 19 augustus 2015, 14:30, column van Prof.Dr. Bert van den Braak

"Ik heet alle aanwezigen in de zaal van harte welkom".  Met die woorden opende Anouchka van Miltenburg iets na 12.00 uur de ingelaste vergadering van de Tweede Kamer. De Voorzitter had op 2 juli nog gezegd: "[Ik] zie u in september graag in goede gezondheid (...) terug". Zij liet een verklaring voor het onderbreken van het reces achterwege, waardoor onduidelijk blijft of zij nu de vergadering heeft belegd of dat dit gebeurde op initiatief van 30 leden. En als het laatste het geval was, wie dat dan waren.

Dat de (voltallige) Kamer het zomerreces onderbreekt, is opmerkelijk - zeker als er geen formatie speelt - waarbij uitleg voor de hand ligt. Het reglement van orde verlangt zelfs die uitleg. In artikel 146 eerste lid staat immers dat een vergadering kan worden belegd door de Voorzitter, danwel op schriftelijk verzoek van dertig leden. 

In het verleden werd dat dan ook steeds gemeld. Op 7 mei 2010 meldde toenmalig Tweede Kamervoorzitter Gerdi Verbeet bijvoorbeeld: 

"Op verzoek van de fracties van de PVV, de VVD en de SP heb ik de Kamer op deze dag, vrijdag 7 mei 2010, om 10.15 uur bijeengeroepen. Ik stel op hun verzoek voor, een debat te houden over het steunprogramma voor Griekenland naar aanleiding van de brief van de minister van Financiën van 3 mei jongstleden, stuk nr. 21501-07, nr. 709."

In een verder verleden werd melding gemaakt dat er een schriftelijk verzoek was binnengekomen. Dit was bijvoorbeeld zo bij het uitbreken van de Golfoorlog in januari 1991 toen VVD-fractievoorzitter Bolkestein schriftelijk vroeg om het reces te onderbreken voor een spoedvergadering. De lijst met (toen vijftien) ondersteunende handtekeningen werd ter inzage van de leden gelegd.

Het is vreemd dat die verklaring nu geheel achterwege bleef en dat gedaan werd alsof het onderbreken van het reces de gewoonste zaak van de wereld is.