De minister-president verjongt en keert niet meer terug

DEN HAAG (PDC) - De gemiddelde Nederlandse minister-president wordt een steeds jongere man, die na zijn aftreden niet meer in dezelfde functie terugkeert. Het Parlementair Documentatie Centrum zet enkele wetenswaardigheden over het hoogste politieke ambt op een rij.

Sinds 1900 zijn er 23 ministers-presidenten geweest in Nederland. Gemiddeld bleven zij bijna vijf jaar aan: iets langer dan een zittingstermijn, al zijn er sterke onderlinge verschillen. Jelle Zijlstra was met vier maanden de kortstzittende minister-president, Ruub Lubbers bleef met elf jaar en negen maanden het langst. 

Hoewel een minister-president ook tegenwoordig nog regelmatig een tweede termijn aanblijft, gebeurt het niet meer dat eenzelfde persoon later nogmaals premier wordt. Dit gebeurde in de eerste helft van de 20e eeuw nog regelmatig. Ruijs de Beerenbrouck, Colijn en De Geer bekleedden alle drie nogmaals het ambt na een onderbreking van enkele jaren.

Daarnaast is de minister-president steeds vaker jong bij zijn aantreden: Mark Rutte was bijvoorbeeld 43 jaar oud. Hij was slechts twee maanden ouder dan de allerjongste premier, Ruud Lubbers. De oudste persoon die premier werd, was Cort van der Linden. Hij was bij zijn aantreden in 1913 67 jaar. Opmerkelijk is dat zijn opvolger, Ruijs de Beerenbrouck, ook toen al 44 jaar jong was.

Ondanks deze veranderingen, heeft Nederland nog nooit een vrouwelijke minister-president gekend. Dit is weliswaar niet uniek in Europa, maar komt wel steeds minder vaak voor. De trend van een toenemend aantal vrouwelijke kamerleden heeft zich dus nog niet in een vrouwelijke premier doorgezet.

Dit bericht is gebaseerd op gegevens uit het biografisch archief van PDC. Wilt u meer over dit archief weten? Neem dan contact op met PDC via 217@pdc.nl