Parlementaire kroniek referendum Europese Grondwet

Marije Leenders, Het parlementaire jaar 2004-2005, Jaarboek Parlementaire Geschiedenis - 2005, God in de Nederlandse politiek.

Extract

(...)

Januari 2005

(...)

Nationaal raadgevend referendum

De Eerste Kamer stemt in met een raadgevend referendum over het Europees Grondwettelijk Verdrag. GroenLinks, PvdA en D66 hebben daartoe in september 2003 een initiatiefwetsvoorstel ingediend. De fracties van CDA, ChristenUnie en SGP zijn principieel tegen volksraadplegingen omdat zij menen dat de besluitvorming die door de overheid hoort plaats te vinden, op die manier wordt verplaatst naar anonieme referendumelectoraten. Door de steun van de VVD-fractie wordt het voorstel aangenomen. De Kamer vraagt hiermee een niet-bindend advies aan de bevolking voordat zij stemt over de ratificatie van de Europese Grondwet. De kiezer zal eind mei of begin juni de vraag krijgen voorgelegd: ‘Bent u voor of tegen instemming door Nederland met het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa?’

(...)

Juni 2005

Nationaal raadgevend referendum

De kiezer laat bij het raadgevend referendum over het Europees Grondwettelijk Verdrag een massaal ‘nee’ horen. Bij een opkomst van 62,8% stemt 61,6% tegen en 38,4% voor. Het kabinet trekt de ratificatiewet voor de Grondwet in. De Tweede Kamer verkeert na het referendum in een identiteitscrisis: meer dan tachtig procent van de Kamer is vóór de Grondwet, terwijl meer dan zestig procent van de kiezers tegen is. De Kamer is wel unaniem in haar enthousiasme over de hoge opkomst. De volksraadpleging lijkt ontdekt als het instrument om de spreekwoordelijke kloof met de kiezer te overbruggen. Verder komt de Kamer tot de conclusie dat de kiezer niet alleen heeft gesproken over de Grondwet maar over de gehele omgang van de Kamer met Europa. Het Tweede-Kamerlid Algra (CDA) vindt de afloop van het referendum voldoende aanleiding om de Tweede Kamer te ontbinden en nieuwe verkiezingen uit te schrijven. Het CDA is ontstemd over Algra’s uitspraken, maar ook de oppositie deelt deze mening niet. Uit een onderzoek blijkt dat het belangrijkste argument om tegen het Grondwettelijk verdrag te stemmen ook werkelijk betrekking heeft op Europa. Algemene onvrede over het kabinet speelt wel een rol, maar is niet dominant.

(...)