Duidelijke voorkeuren ‘oude’ en ‘nieuwe’ lidstaten voor commissies Europees parlement

vrijdag 10 april 2015, 16:43, analyse van mw Sophie van der Velden

Tussen ‘oude’ en ‘nieuwe’ lidstaten is een duidelijk verschil te herkennen in voorkeuren voor commissies van het Europees Parlement (EP-commissies). Van oudsher kiezen oude lidstaten er voor zitting te nemen in de commissies Economische en Monetaire Zaken, Internationale Handel en in de commissie Visserij. Lidstaten die na 2004 zijn toegetreden hechten meer waarde aan de EP-commissies Buitenlandse Zaken en Regionale Ontwikkeling. Opvallend is dat na de laatste parlementsverkiezingen van mei 2014 een duidelijke trendbreuk te zien is. De nieuwe lidstaten nemen steeds meer zitting in de commissies die veel invloed hebben op Europese wetgeving, waardoor ze steeds meer gewicht in de schaal leggen.

Dit blijkt uit onderzoek van het Montesquieu Instituut naar de zetelverdeling van parlementaire commissies. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van de ‘ aandacht-analysetool’ van het Parlementair Documentatie Centrum van de Universiteit Leiden. Met dit instrument is per commissie te zien wie er in commissies zitting hebben genomen en uit welke lidstaat deze leden afkomstig zijn. In de onderstaande afbeeldingen is per zittingsperiode te zien hoeveel procent oude en nieuwe lidstaten in de commissies zijn onder- of oververtegenwoordigd. 

Commissieverdeling

Het Europees Parlement is onderverdeeld in verschillende commissies. Europarlementariërs kunnen hun voorkeuren voor een commissie uitspreken, waarna de conferentie van voorzitters - zijnde de fractievoorzitters – beslist. De commissies spelen een cruciale rol in de beleids- en besluitvorming. Ze behandelen namelijk de wetsvoorstellen van de Europese Commissie. Lidstaten hebben verschillende voorkeuren voor beleidsthema’s en de commissies in het Europees Parlement hebben ook niet allemaal evenveel invloed op het Europese wetgevingsproces.

Voorkeuren oude lidstaten

EP-commissie Economische en Monetaire Zaken
Economische en Monetaire Zaken

Een EP-Commissie waar verschillend gedragspatroon rond de zetelverdeling duidelijk is te herkennen, is de invloedrijke EP-Commissie Economische en Monetaire Zaken. Sinds de laatste parlementsverkiezingen hebben de oude lidstaten tien procent meer zetels dan op grond van hun omvang verwacht kan worden, terwijl de nieuwe lidstaten juist met tien procent zijn ondervertegenwoordigd. Dit is opvallend, omdat de economie in nieuwe Oost-Europese lidstaten harder groeit dan in West-Europa. In de periode 2004 tot 2015 is dit verschil alleen maar toegenomen.

 
EP-commissie Internationale Handel
Internationale Handel

De oude lidstaten geven tevens de voorkeur aan de beleidsthema’s Internationale Handel en Visserij. In de commissie Internationale Handel zijn oude lidstaten oververtegenwoordigd en nieuwe ondervertegenwoordigd. Dit is te verklaren doordat maar liefst zes oude lidstaten, waaronder Duitsland, Frankrijk en Nederland, in de top tien van meest exporterende landen van de wereld staan. Oude lidstaten willen hun handelsbelangen in de wereld beschermen en daarom zoveel mogelijk invloed uitoefenen op het gemeenschappelijk handelsbeleid van de Europese Unie.

Voorkeuren nieuwe lidstaten

EP-commissie Buitenlandse Zaken
Buitenlandse Zaken

Op de commissie Buitenlandse Zaken hebben juist nieuwe lidstaten veel hoger ingezet dan oude lidstaten. Een mogelijke verklaring is dat de nieuwe Oost-Europese landen invloed willen uitoefenen op de relatie met de buurlanden van de EU, zoals Rusland en Oekraïne. Op deze manier proberen ze de stabiliteit en vrede in de directe omgeving te bewaren. Voor landen bij de buitengrenzen van Europa is veiligheid bij de grenzen een belangrijke kwestie.

 
EP-commissie Regionale Ontwikkeling
Regionale Ontwikkeling

Een andere trend die opvalt is dat Europarlementariërs uit nieuwe lidstaten sterk zijn vertegenwoordigd in de EP-commissie Regionaal Beleid. Vooral nieuwe Europese lidstaten kennen veel arme regio’s. Regionaal beleid heeft als doel de economieën van deze zwakke regio’s te verbeteren. Voor nieuwe lidstaten is het essentieel een sterke positie binnen deze commissie te bemachtigen, zodat ze invloed kunnen uitoefenen op de regionale structuurfondsen.

Gesteld kan worden dat de lidstaten die na 2004 zijn toegetreden tot de EU overwegend voor commissies op het gebied van buitenlands en regionaal beleid kiezen. De commissies Economisch en monetair beleid, Internationale handel en Visserij worden echter vooral gevuld door de lidstaten die al vanaf het begin bij de Europese integratie betrokken zijn. Daarnaast speelt nationaliteit wel degelijk een rol in het Europees Parlement en de commissies. Anders is ook niet te verklaren dat lidstaten zo verschillen in de manier waarop hun parlementsleden over de diverse commissies zijn verspreid.