N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Schots 'nee' resulteert in Engels probleem
Nu de Schotten ‘nee’ hebben gezegd tegen onafhankelijkheid, moeten Britse politici lastige keuzes maken over de Britse staatsinrichting. Ze hebben Schotland meer autonomie beloofd en dat zal ook gevolgen hebben voor het bestuur van Engeland en Wales. Zelfs na te zijn ontsnapt aan een nederlaag in het onafhankelijkheidsreferendum is de Britse premier Cameron nog niet van dit hoofdpijndossier verlost.
Sinds de overdracht van bevoegdheden aan Schotland, Wales en Noord-Ierland kent het Verenigd Koninkrijk een asymmetrische (verticale) structuur. Dat wil zeggen dat niet alle regionale overheden even veel macht hebben. Het Schotse parlement is bijvoorbeeld machtiger dan het parlement van Wales. En er bestaat helemaal geen Engels parlement. Vergelijk dat met Nederland: hier hebben alle provincies precies dezelfde taken en bevoegdheden, net als gemeenten. In het Verenigd Koninkrijk ligt dat dus anders.
Meer macht
Tijdens de campagne hebben de tegenstanders van onafhankelijkheid beloofd om Schotland meer macht te geven over belastingheffing, uitgaven en sociale voorzieningen. Een commissie onder leiding van Lord Smith of Kelvin moet in november met een rapport komen, wat al in januari moet zijn omgezet in een wetsvoorstel. Hoewel de drie grote partijen wel wat verschillende inzichten hebben, lijkt er wel voldoende consensus te zijn om hier snel uit te komen.
Het grote probleem ligt niet zozeer in het meer macht geven aan het Schotse regionale parlement, maar wat er dan gebeurt met het Britse parlement. Er komen daar steeds meer wetten aan bod die alleen gelden in Engeland en Wales (dus niet in Schotland, want dat is steeds meer autonoom). De Schotse parlementariërs in Londen mogen daar ook over meestemmen. Dat vinden sommige Engelse parlementariërs niet rechtvaardig. Dit West Lothian vraagstuk, genoemd naar het kiesdistrict van de parlementariër die dit voor het eerst naar voren bracht in 1977, ligt politiek zeer gevoelig.
De Conservatieven zijn voor een systeem waarbij alleen Engelse parlementariërs stemmen over Engelse wetten. Er zijn echter constitutionele bezwaren. Het Engelse parlement mag dan wel samengesteld zijn uit vertegenwoordigers van kiesdistricten, eenmaal verkozen vormt het een geheel. De Britse filosoof en oud-politicus Edmund Burke verwoordde het in 1774 als volgt tegen zijn kiezers in Bristol: “als u [uw parlementariër] eenmaal verkozen heeft, dan is hij niet het lid van Bristol, maar een lid van het parlement”. Als alle parlementariërs gelijk zijn, kun je ze niet zomaar gaan onderverdelen, tenzij er een stevige constitutionele hervorming komt.
Gevolgen voor Labour
De politieke bezwaren tegen het plan van Cameron zijn nog belangrijker. De Conservatieve partij is in Schotland traditioneel zeer zwak; er is nu bijvoorbeeld maar één Schotse conservatieve parlementariër in Londen. Dus zij staan relatief sterker als de Schotten niet meer mogen stemmen over Engelse wetten. Voor Labour geldt het omgekeerde: als de Schotse zetels niet meer meetellen wordt het voor de sociaaldemocraten heel lastig om een meerderheid te halen voor Engelse wetten. Dan kun je een situatie krijgen waarin Labour bij de verkiezingen in 2015 wel een meerderheid haalt in het hele land, maar niet genoeg Engelse zetels heeft voor een meerderheid.
Labour staat dus allesbehalve te springen over het nieuwe plan van Cameron. Er zijn wel alternatieven, zoals een Engels parlement of regionale parlementen in Engeland, maar die stuiten op weer andere bezwaren. Bovendien was een experiment met regionaal bestuur in Engeland vrij recent nog een mislukking.
Stembus
Omdat elk van de varianten directe gevolgen heeft voor de machtspositie van de Conservatieven en Labour ligt deze kwestie dus bijzonder gevoelig. Het ligt dus voor de hand dat men hierover geen consensus kan bereiken voor de volgende landelijke verkiezingen. ‘Leader of the House’ William Hague suggereerde dat deze kwestie dan maar inzet moet worden van de verkiezingen. Wie wint, kan beslissen over het antwoord op het West Lothian vraagstuk, met alle gevolgen voor de machtsbalans tussen Labour en Conservatieven. Daarmee wordt de verkiezing van 2015 misschien wel de belangrijkste stembusstrijd van de komende jaren.
Tom Louwerse is universitair docent politicologie aan Trinity College Dublin, the University of Dublin. Zijn werk richt zich op politieke representatie, parlement en verkiezingen. Voor de NOS maakt hij de Peilingwijzer en hij blogt op Stuk Rood Vlees.