N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Een paleis voor de Staten-Generaal
Toen Thorbecke in 1862 zijn tweede kabinet aan de Tweede Kamer pesenteerde, zag de toekomst van Nederland er zonnig uit. Kunst, wetenschap en economie floreerden en de liberalen deelden de lakens uit. Zij probeerden hun ideale parlement te realiseren met ongekende eigendunk en zelfverzekerdheid. Kamerleden moesten door middel van waardig, vrij en rationeel debat tot de beste wetgeving komen en de tot de beste controle op de ministers. Daarbij hoorde ook een 'Paleis voor de Staten-Generaal'. Ter gelegenheid van het vijftig-jarige Koninkrijk diende de regering daar een wetsvoostel voor in.
Jouke Turpijn gaat in hoofdstuk III van zijn dissertatie Mannen van Gezag. De uitvinding van de Tweede Kamer 1848-1888 (2008) in op het 'ideale parlement', en op de plannen voor een Paleis voor de Staten-Generaal. Dat kwam er niet, waardoor afbraak van een deel van het Binnenhof voorkomen werd.