N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Transparantie: openheid voor dialoog
DEN HAAG (PDC) - De Nederlandse rechtspraak moet proactiever worden in haar communicatie. Legitimiteit is in de ogen van Nederlanders steeds meer gekoppeld aan de bereidheid van een instantie tot openheid voor dialoog. Burgers zijn steeds vaker bereid om macht van een instituut te accepteren wanneer de betreffende instantie bereid is de dialoog over haar bezigheden aan te gaan. Daarom staat transparantie nu ook hoog op de agenda van de rechtelijke macht. Dat concludeerde Corien Prins tijdens 'Speelruimte voor transparantere Rechtspraak', een lunchlezing georganiseerd door het Leids Universiteits Fonds en het Montesquieu Instituut op 28 augustus de Campus den Haag van Universiteit Leiden.
Prins, die verbonden was aan de Wetenschappelijke Raad Regeringsbeleid, ging in op het groeiende verlangen van de burger naar openheid. 'Deze samenleving is sneller geneigd makkelijk kritiek te uiten' en doet dat ook op de rechtspraak. Deze macht moet volgens de burger transparanter worden. Aan de hand van het WWR Rapport 'Speelruimte voor transparantere Rechtspraak' legde Prins uit hoe de Rechtelijke macht aan dit verlangen tegemoet kan komen.
Het vraagstuk transparantie staat in het teken van definities. Volgens Prins kent transparantie grenzen: 'Ik vertel u over mijn bijbanen, maar vertel ik u ook wat voor aandelen ik heb?'. Teveel transparantie kan de rechtspraak tegenwerken. Wanneer bijvoorbeeld videocamera's in de rechtszaal hangen, kan een verdachte geneigd zijn informatie achter te houden. Ook is het nog maar de vraag of volledige transparantie leidt tot begrip van de burger voor de rechtelijke macht.
Volgens Prins moet transparante rechtspraak aan drie dingen voldoen. Ten eerste 'moet de deur open staan', het recht moet doorzichtigheid bieden. Ten tweede moet de burger de rechtspraak kunnen begrijpen. Tot slot moet het recht bekritiseerbaar zijn. Dit, volgens Prins uiterst belangrijke punt, houdt in dat men bereid is discussie en debat over het eigen functioneren aan te gaan.
Met name op dat laatste punt valt veel te winnen. Op dit moment komt het nog al te vaak voor dat de rechtspraak niet snel genoeg reageert op vragen van de burger. 'Wat wil je dan nog met je communicatie?' Volgens Prins is de oplossing hiervoor proactieve rechtspraak: er is behoefte aan communicatieve rechters en een beter onderzochte - en daarmee begrijpelijkere - Rechtelijke Macht.