N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
"De honingbij is de plofkip van de insecten"
DEN HAAG (PDC) - De Europese Unie pakt het tegengaan van de bijensterfte goed aan. Dat was de conclusie van een door de Europese Commissie, Vertegenwoordiging in Nederland en het Montesquieu Instituut georganiseerd debat over bijensterfte. Drie specialisten gingen op 13 juni in Filmhuis Den Haag in debat over dit lastige onderwerp. Het debat werd voorafgegaan door de bekroonde film 'More than Honey'.
In de film komen de problemen waar de bij mee kampt ruimschoots aan bod. Zo is het klassieke bijenhouden veranderd in een grootschalige industrie. Bijen worden gemanipuleerd om de productiviteit te verhogen, met als gevolg dat bijen inactief worden. Heel agressieve bijen zijn in opkomst, de zogenaamde "killer bees". De film toonde aan hoe in Amerika imkers met hun koloniën van boomgaard naar boomgaard trekken, nauwelijks rekening houdend met de omstandigheden en ecosystemen waar de bij zich aan moet aanpassen. Ook pesticiden en varroamijten op bloemen en planten zijn een reëel gevaar voor de honingbij.
De film toont een hele rits aan mogelijke oorzaken van de massale bijensterfte. Naar aanleiding daarvan gingen Joke de Geus, boerin en LTO-bestuurder, Michael Kester, directeur van zaad- en bestrijdingsmiddelenproducent Syngenta, en Koos Biesmeijer, bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en directeur van het Biodiversity Center van Naturalis, met elkaar in debat over de bijensterfte, onder leiding van Frits Bloemberg.
Zowel de sprekers als het publiek waren geschokt door het geïndustrialiseerde imkerwezen. Of zoals een toehoorder zei: "De honingbij is de plofkip van de insecten." De bij is niet het enige insect dat is betrokken bij bestuivingsprocessen, maar wel een zeer belangrijke. Er moet dus voorzichtig met de bij worden omgesprongen.
Het debat richtte zich in eerste instantie op het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Tot nu toe lukt het om met de beperkte middelen die de mens heeft de wereldbevolking te voeden. Tweederde van alle oogsten kan nu al niet zonder bestrijdingsmiddelen. Wanneer de wereldbevolking - zoals verwacht - nog veel verder zal stijgen zijn bestrijdingsmiddelen nog veel harder nodig. Over de mogelijke effecten voor het milieu kwamen de sprekers en het publiek vaak met elkaar in botsing. Vooral Kester en De Geus bleken voorstanders van - gedoseerd - gebruik van efficiënte en 'milieuvriendelijke' bestrijdingsmiddelen.
De Europese Unie is op de goede weg met het bestrijden van de bijensterfte. De recente geplande uitbanning van neonicotinoïden (een type bestrijdingsmiddelen) voor particulier gebruik toont dit aan. De middelen wekken in ieder geval de schijn slecht te zijn voor de bijenstand: een verbod tot het tegendeel bewezen is, is het directe gevolg. Ook Michael Kester staat achter deze maatregel.
Koos Biesmeijer vindt dat de EU zich 'redelijk bewust' is van de gevolgen voor het milieu. In het verstrekken van subsidies voor milieubescherming is de EU zelfs makkelijker dan Nederland, omdat Europa veel minder eisen aan een subsidieaanvraag stelt dan de Nederlandse overheid. Michael Kester sloot zich hier bij aan. Zwaardere en striktere wetten tegen bestrijdingsmiddelen zijn volgens hem geen probleem, zolang op wetenschappelijke gronden gebaseerd.
De oplossing voor het tegengaan van de bijensterfte is even ingewikkeld als het probleem. Manipulatie en uitbuiting van de bij kunnen een rol spelen, net als het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Er spelen wel meer belangen mee dan zorg voor het milieu alleen. De Europese Unie speelt hierin een prominente rol, onder andere met het verbieden van bepaalde pesticiden. Als het aan de sprekers ligt, mag de wetgeving rondom milieubescherming zelfs wat scherper. Maar, zoals Michael Kester benadrukte, maatregelen moeten genomen worden op grond van wetenschappelijk onderzoek, en niet op grond van emotie.