N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Vrijwillige zelfmoord van de natie? - Christelijke partijen over het begin van Europese integratie
Hans Vollaard, wetenschappelijk medewerker van de Universiteit Leiden
“werkelijk hachelijk wordt ‘t pas wanneer dit volk vrijwillig zelfmoord gaat plegen, wanneer het zijn geloofsbrieven verscheurt, zijn eerstgeboorterecht verkoopt voor een schotel linzenmoes, met eigen hand de brandfakkel slingert in het nationale huis, waarin God het heeft doen wonen” - hoofdredacteur Piet Jongeling velt in zijn Gereformeerd Gezinsblad een zinderend oordeel over de Nederlandse deelname aan Europese integratie in de jaren vijftig. Wat het latere Kamerlid voor het GPV (een voorloper van de ChristenUnie) vooral aangrijpt, “ja, bijna tot stikkens toe benauwt”, is het standpunt van de grotere protestantse partijen ARP en CHU (voorlopers van het CDA). Partijen die vroeger nationale zelfstandigheid voorstonden, zijn “eigenhandig de nationale dijken gaan doorsteken, zodat eb en vloed van het Europees ongeloof, het Europees nihilisme, hier vrij spel krijgen.”
De SGP is eveneens fel tegen Europese integratie. Het zelfstandige volksbestaan is “een onverdiend, kostbaar geschenk Gods, dat wij niet vrijwillig willen opofferen”, zo motiveert zij haar stem tegen de Europese Economische Gemeenschap (EEG). Kerk, vaderland en Oranje hadden immers niet gevochten om Nederland weer in een katholiek en onchristelijk Europa te laten opgaan. De SGP huivert bovendien bij Europese machtsconcentratie, omdat elk mens geneigd is tot alle kwaad. Alleen een wereldregering zou misbruik van Europese macht kunnen beteugelen. Volgens de bijbel luidt zo’n wereldregering de laatste, allesvernietigende fase van de wereldgeschiedenis in; een teken dat Europese integratie de verkeerde weg is.
Binnen de ARP klinkt ook verzet tegen Europese integratie. Waar gaat het heen met het christelijke gehalte van Nederland en de partij, als de partij regeringsmacht deelt met socialisten, Indonesië prijsgeeft aan revolutionaire krachten, én nationale zelfstandigheid inwisselt voor een federalistische ideologie? Oud-premier Pieter Sjoerds Gerbrandy stemt daarom tegen de EEG. De Europa-woordvoerder van de ARP, Sieuwert Bruins Slot, deelt de afkeer van Europese federalisme en machtsconcentratie. Nederland zou niet mogen verdwijnen in een “monistische superstaat”. Nationalisme is echter heidens, zo haalt hij de aartsvader van de protestantse partijpolitiek Guillaume Groen van Prinsterer aan. Bovendien is Europese samenwerking nodig om tegenwicht te bieden aan het antichristelijke Sovjetrijk. Bruins Slot aanvaardt overdracht van soevereiniteit, al zij het “voor zover mogelijk en wenselijk”. Anders zijn Europese organen niet in staat om effectief recht boven macht te laten gelden in de internationale politiek. Ook ARP-fractievoorzitter Jan Schouten acht Europese integratie onvermijdelijk en noodzakelijk. Stemmenverlies aan SGP en GPV moet zijn partij maar accepteren, zo stelt hij op een partijraad in 1952. ARP en ook CHU aanvaarden uiteindelijk in meerderheid Europese integratie, ook omdat vrijhandel teveel economische staatsinmenging en protectionisme kan voorkomen.
Protestants christendom is vooral nationaal georganiseerd. Katholieke politici hebben dankzij hun internationale geloofsbanden meer mogelijkheden tot verzoening en samenwerking over de grens. Al jarenlang actief in het internationale vakbondswezen, steunt bijvoorbeeld Jos Serrarens, kamerlid voor de katholieke KVP (een andere voorloper van het CDA), de Europese gedachte van harte. Lof voor Europees federalisme betekent niet dat KVP'ers nationale belangen uit het oog verliezen. KVP-minister van buitenlandse zaken Joseph Luns verdedigt de invloed van kleine landen tegen de Franse president Charles de Gaulle vol verve. Andere KVP'ers in regering en parlement wensen wel dat dat niet ten koste gaat van de Franse steun aan het lucratieve Europese landbouwbeleid. Lof voor Europees federalisme zijn de partijen die in het CDA zijn opgegaan, blijven combineren met oog voor nationale belangen, zeker in de regering.
Vandaag de dag heft het CDA het Europese loflied veel minder aan. Met het oog op nationale belangen, hoe dan ook gedefinieerd, is voor het CDA meer Europese integratie zeker niet uitgesloten. Op hun beurt is de klaagzang van de kleine protestantse partijen over de Europese ondermijning van de christelijke natie verstomd. Zo heilig is het Nederlands huisje ook niet meer. SGP en ChristenUnie zijn nu niet meer tegen Europese integratie, zolang christelijke idealen worden gediend en machtsconcentratie in een Europese superstaat wordt voorkomen.
Deze bijdrage is gebaseerd op de bundel “Euroscepsis in Nederland” (Lemma, 2005), die Hans Vollaard (Universiteit Leiden) met Bartho Boer redigeerde. Dit jaar verschijnt bij dezelfde uitgever “De Europese opstelling van Nederland”, die hij samen met Gerrit Voerman (DNPP) en Jan van der Harst (Universiteit Groningen) redigeert.
Deze bijdrage verscheen in 'De Hofvijver' nr. 28 d.d. 25 maart 2013.