N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
'Terughoudendheid was gepaster geweest'
'De bewindslieden hadden terughoudender moeten zijn. En ook de Tweede Kamer had zich ingetogener moeten opstellen.'
Behoedzaam formulerend, oordeelt Luc Verhey, hoogleraar aan de universiteit van Leiden, over het 'incident' op het ministerie van Milieu & Infrastructuur rond ambtenaren die - ondanks opdracht van minister Schulz - een rapport over ProRail niet naar de Tweede Kamer hadden gestuurd.
'Dat een minister of staatssecretaris zo openlijk hun ambtenaren afvallen is hoogst ongebruikelijk. En dat kan het maar beter ook blijven', zegt Verhey. 'En als het weer gebeurt, moet de Tweede Kamer daar niet in meegaan.'
Fouten
'Het gaat er natuurlijk niet om dat fouten van ambtenaren onder het tapijt worden geschoffeld. Dat er iets is mis gegaan, is wel duidelijk. Maar alleen de minister en de staatssecretaris zijn er verantwoordelijk voor. Die verantwoordelijkheid kunnen ze in de Tweede Kamer niet afschuiven naar hun ambtenaren. En daar begon het, gaande het Kamerdebat, steeds meer op te lijken.'
Dat 'leerstuk van de ministeriële verantwoordelijkheid' is daarom zo belangrijk, aldus Verhey, omdat het voor de Tweede Kamer 'een ankerpunt' is om bewindslieden aan te spreken. 'Als verantwoordelijkheid onhelder is, is controle - controle op macht - ondoenlijk. En dat zou de slagkracht van parlementen ondermijnen.'
'Daarom dragen ministers en staatssecretarissen naar buiten toe de last voor de gang van zaken op het departement', zegt hij. 'En als er intern iets fout gaat, moeten ze dat intern aanpakken - en niet extern rondbazuinen. Daarom hadden minister Schulz en staatssecretaris Mansveld er beter aan gedaan zich in de Tweede Kamer terughoudender op te stellen.'
Zwarte pieten
'Geen misverstand', vult Verhey aan. 'Niemand zal van een bewindspersoon verlangen dat hij of zij ambtenaren door dik en dun verdedigt. Maar om zo zwarte pieten uit te delen - dat is van een andere orde. Het had op een rustiger, ingetogener manier gekund.'
Wat er op het voormalige departementen van Verkeer & Waterstaat is misgegaan, kan Luc Verhey, op afstand 'natuurlijk' niet beoordelen. 'Maar in het algemeen zijn er voor gevallen als dit drie, belangrijke stappen. In de eerste plaats moet een minister of staatssecretaris zich afvragen of hij/zij duidelijk genoeg is geweest. Was de opdracht helder? Ten tweede doet men er - zoals Den Uyl als minister-president al aangaf - goed aan zich er van te vergewissen of opdrachten en andere beleidslijnen worden uitgevoerd. Worden de lijnen gevolgd? En in de derde plaats is het verstandig om, alvorens de staf over ambtenaren te breken, na te gaan of het gegaan is zoals wordt vermoed. Kloppen de feiten?'
Sancties
Verhey: 'Als niet gebeurt wat een minister of staatssecretaris voorschrijft, dienen er in sommige gevallen maatregelen te volgen. Maar het geeft geen pas in de Kamer te dreigen met sancties.'
De Tweede Kamer had niet zo gemakkelijk met de verhalen van de bewindslieden mogen meegaan, vindt de Leidse hoogleraar. 'In plaats van het verhaal over onwillige ambtenaren op te kloppen, had de Kamer moeten aangeven dat ze er niet van gediend was. Onder het motto: Val ons niet lastig met interne problemen, neem uw verantwoordelijkheid en doe als verantwoordelijke bewindslieden wat gedaan moet worden.'
Incident
Het is een 'lelijk incident', zegt Verhey. 'Het kan bijna niet anders of de verhoudingen op het ministerie zijn onder druk komen te staan. Dat is goed voor niemand: voor de minister niet, voor de staatssecretaris niet, voor het departement niet en voor het beleid niet.'
'Het is een incident dat opnieuw illustreert dat spelregels er niet voor niets zijn. Als je ze niet naleeft, komen er gemakkelijk ongelukken van. En daar heeft iedereen last van.'
Deze bijdrage verscheen in 'De Hofvijver' nr. 27 d.d. 25 februari 2013.