N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
'Achterkamertjes blijven'
DEN HAAG (PDC) - 'Het draaiboek lag al klaar'. Dat zei Gerard Schouw, Tweede Kamerlid D66 en initiatiefnemer om de procedure rond de kabinetsformatie te wijzigen, in het debat 'Kabinetsformatie: We doen het zelf wel', georganiseerd door het Montesquieu Instituut, Internationaal Perscentrum Nieuwspoort en ProDemos op woensdag 3 oktober 2012. Schouw onthulde dat de Tweede Kamervoorzitter en fractievoorzitters ver voor aanvang van de kabinetsformatie al afspraken over de procedure hadden gemaakt. Schouw: 'de regie ligt nu helemaal bij de Tweede Kamer'.
Schouw is érg tevreden over het verloop van de huidige formatie tot nu toe. Hij zette uiteen waarom het wijzigen van artikel 139a nodig was. Zijns inziens moet het hoogst gekozen orgaan, de Tweede Kamer, een initiërende rol spelen bij de samenstelling van het kabinet. Ook noemde hij de onafhankelijkheid van het staatshoofd, die mogelijk wordt aangetast wanneer er wordt getwijfeld aan de keuzes die het staatshoofd maakt.
Paul Bovend'eert (hoogleraar staatsrecht Radboud Universiteit Nijmegen en één van de auteurs van de bundel 'Koning, Kamers, kabinetsformatie) vond de wijziging geen revolutie, 'eigenlijk stelt het niet zoveel voor'. Volgens Bovend'eert zit het verschil in de rol van de koning, voorheen een neutrale procesbegeleider. Nu ligt die verantwoordelijkheid bij de Tweede Kamer, omdat de fractievoorzitters bepalen wie informateur wordt.
De uitslag van de verkiezingen van 2012 was duidelijk: er waren twee partijen die het grootste waren en het initiatief namen. 'Voor journalisten is dit wel interessant, het is nieuw en overzichtelijk', aldus Wilco Boom (politiek verslaggever NOS Radio 1 Journaal) . 'Wel zou het interessanter geweest zijn als de verkiezingsuitslag van 2012 niet zo duidelijk was geweest. Bij een minder heldere uitslag, zoals die van 2010, was de nieuwe manier van formeren lastiger'.
Jos Heymans, parlementair verslaggever RTL, sloot zich hierbij aan: 'Het voordeel is dat er nu sneller is gestart met formeren, hoewel dat niet zozeer ligt aan de nieuwe procedure, maar aan de uitslag.' Wanneer er een minder duidelijke winnaar zou zijn geweest bij de verkiezingen zou dat volgens Schouw geen problemen hebben opgeleverd: 'dit soepele verloop ligt niet aan die uitslag en consensus, maar aan het feit dat iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt, en dat komt door de nieuwe formatieprocedure. Het is nu een blamage voor de Tweede Kamer als er geen kabinet kan worden gevormd’.
Op de vraag of het onhoffelijk is om de koningin niet bij de formatie te betrekken waren de meningen verdeeld. Jos Heymans memoreerde dat de rol van de koningin eigenlijk bij de formatie van 2010 al teniet was gegaan: 'Een aantal partijen had toen al besloten een coalitie te vormen, waardoor de koningin werd buiten gesloten'. Maar volgens Paul Bovend'eert mag de toenmalige gemarginaliseerde rol van de koningin geen valide argument zijn om haar rol ook 'institutioneel' in te perken. De rol van het staatshoofd was daarnaast al zeer beperkt: de koningin zette de adviezen de van de fractievoorzitters op een rijtje en volgde wat de meerderheid van de Tweede Kamer wilde.
De rol van de Eerste Kamer, die vorige week nog uitvoerig aan de orde kwam in een opiniërend artikel van PvdA-senator Noten in het NRC Handelsblad, werd door
de sprekers als irrelevant bestempeld.
Max van Weezel, die dit debat modereerde, betrok ook het publiek bij de discussie. Er werd ingegaan op de opmerking dat het formatieproces nu niet veel transparanter is dan voorheen. Jos Heymans was het hiermee eens, 'we zijn niet veel wijzer geworden'. Wilco Boom dacht terug aan de formatieprocessen tijdens de Paarse kabinetten, die volgens hem veel meer openbaar en transparant waren. Maar dat komt niet door de oude procedure, of de rol die de koningin destijds vervulde. Schouw zag een radiostilte als essentieel in een formatieproces, omdat het niet bevorderlijk is als alles publiekelijk gebeurt, 'de achterkamertjes zullen er altijd zijn'.
Het is nog te bezien hoe de rest van de kabinetsformatie eruit zal zien en of het optimisme over de nieuwe procedure stand zal houden. Gelukkig is er altijd nog de optie om terug te vallen op het staatshoofd.