N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
'Vernieuwing binnen de Kamer is symptoom van dieperliggende problemen'
DEN HAAG (PDC) - 'Als Hero en ik in de Kamer komen, dan gaan wij er samen aan werken om die bestuurlijke patstelling te doorbreken.' Dit beloofde Mei Li Vos tijdens het debat 'Heeft de Tweede Kamer nog wel geheugen?' georganiseerd door het Montesquieu Instituut, Internationaal Perscentrum Nieuwspoort en ProDemos op woensdag 4 juli 2012.
De laatste tien jaar is de duur van het Kamerlidmaatschap sterk afgenomen. Een gemiddeld Kamerlid zit nog slechts vier jaar in de Kamer. Kunnen Kamerleden zich nog wel staande houden tegenover bewindslieden met hun ervaren ambtenarenapparaat? Of is het juist goed dat er constant nieuwe mensen uit de maatschappij in de Kamer komen? Hierover debatteerden Frans Weisglas (voormalig Kamervoorzitter), Bert van den Braak (parlementair historicus), Hero Brinkman (lijsttrekker DPK), Peter Kwint (nr. 34 op de SP-kandidatenlijst), Mei Li Vos (nr. 20 op de PvdA-kandidatenlijst) en Martijn van Helvert (nr. 13 op de CDA-kandidatenlijst). Het debat werd geleid door parlementair verslaggever Max van Weezel.
Mei Li Vos ziet het korte Kamerlidmaatschap wel als een ernstig probleem. 'Ik kreeg na drie jaar pas het werk een beetje in de vingers, en toen moest ik al weer weg.' Bert van den Braak sluit hierbij aan door te stellen dat parlementaire ervaring snel wegsijpelt en er slordig wordt omgegaan met het geheugen van de Kamer. 'Het ziet er nu naar uit dat bij de verkiezingen van 12 september zeker weer veertig tot vijftig mensen zullen verdwijnen, waarvan sommigen pas sinds 2010 in de Kamer zitten.'
Martijn van Helvert ziet het minder zwart: 'Een Kamerlid hoeft niet te mierenneuken door elk feitje en cijfertje uit zijn hoofd te leren. Een goed volksvertegenwoordiger wordt je door de juiste vragen te stellen.' Ook Hero Brinkman vindt een kort Kamerlidmaatschap niet zo'n groot probleem. 'Toen ik in de Kamer kwam zat ik in een fractie met nul komma nul ervaring. Maar ik ging hulp zoeken bij de Kamerstaf en andere Kamerleden, en na een half jaar wist ik hoe alles in elkaar stak. Sterker nog, leden van de grote partijen gingen mij om advies vragen, omdat zij dat niet durfden te doen bij leden van hun eigen partij.'
Frans Weisglas is het ermee eens dat procedures wel in een half jaar geleerd kunnen worden, maar als Kamervoorzitter ergerde hij er zich regelmatig over als nieuwe Kamerleden voor de zoveelste keer het wiel opnieuw wilden uitvinden. 'Er is totaal geen historisch besef in de Kamer en daardoor worden dezelfde fouten constant opnieuw gemaakt.' Van Helvert erkent dit probleem, maar 'het is nog veel erger wanneer een oude dinosaurus al twintig jaar in de Kamer zit en nooit heeft kunnen afwijken van zijn vastgeroest standpunt.' De SP tracht beide problemen te voorkomen door altijd de juiste mix van continuïteit en vernieuwing binnen de fractie te garanderen, aldus Peter Kwint. 'De eerste weken moet je gewoon aan het handje worden gehouden en het eerste jaar moet je constant geassisteerd worden bij je werk.'
Waar Kwint wel zijn vraagtekens bij zet, is of je de problemen wel oplost door constant de bezem door de fractie te halen. 'De kiezer kent toch niemand voorbij de top drie, dus wat wil je met die constante vernieuwing eigenlijk bereiken?' Van den Braak stelt juist dat problemen erger kunnen worden door die vernieuwing. 'De Kamer is hierdoor niet opgewassen tegen het kabinet. En met zo'n sterk wisselend electoraat is het juist belangrijk dat partijen zuinig zijn op het talent binnen hun fractie.'
Als laatste vindt Weisglas dat die constante vernieuwing een symptoom is van structurele problemen binnen het functioneren van de Kamer. Brinkman ziet dit ook en denkt dat Nederland momenteel zich in een keerpunt bevindt als het gaat om hoe wij onze democratie inrichten. Ook Vos erkent dit en vindt het spijtig dat D66 zijn streven naar bestuurlijke vernieuwing heeft opgegeven. De sprekers hopen dan ook dat 12 september structurele veranderingen met zich mee zal brengen, maar zijn er tegelijkertijd niet al te optimistisch over.