N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Constitutions compared – demissionariteit over de grenzen
Waarom kent het ene land (Nederland) vaak lange demissionaire periodes en het ander niet (Verenigde Staten)? Een nieuwe, geactualiseerde druk van 'Constitutions Compared', een standaardwerk voor vergelijkend staatsrecht over grenzen heen, legt uit. 'Nederland kan er van leren', constateert Wytze van der Woude (MI Maastricht).
Onlangs verscheen de derde druk van het boek Constitutions Compared van Montesquieu Instituut-fellows Aalt-Willem Heringa en Philipp Kiiver. In dit boek wordt het staatsrecht van verschillende landen vergelijkenderwijs gepresenteerd. Op deze manier kan inzicht worden verworven in algemene staatsrechtelijke leerstukken en kan inspiratie worden geput uit de wijze waarop andere landen oplossingen hebben gezocht voor staatsrechtelijke vraagstukken. Aan de hand van het staatsrecht van de Verenigde Staten, Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Nederland wordt ingezoomd op onderwerpen als federalisme, verkiezingen, staatshoofden en regeringsleiders, ministeriële verantwoordelijkheid, constitutionele toetsing en de doorwerking van internationale verdragen (in het bijzonder het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens).
Met behulp van deze literatuur kan bijvoorbeeld worden bekeken hoe in andere landen wordt omgegaan met regeringswisselingen en kabinetsformatie. In Nederland is het gebruikelijk dat dit gepaard gaat met (lange) periodes van demissionariteit en (mogelijke) stagnatie. In veel van de hierboven genoemde landen komt dit – om uiteenlopende redenen – niet of veel minder langdurig voor.
In de Verenigde Staten bestaat het concept van een demissionaire regering in het geheel niet. Dit houdt verband met de omstandigheid dat de Verenigde Staten geen parlementair stelsel, maar een presidentieel stelsel kennen. Omdat de president (weliswaar via kiesmannen) door het volk gekozen wordt, heeft hij een eigen democratische legitimatie in is hij niet afhankelijk van het vertrouwen van een parlementsmeerderheid. Behoudens de zeer uitzonderlijke situatie van impeachment kan een president feitelijk ook niet gedurende de rit ten val worden gebracht. Zelfs al zou dat wel gebeuren dan staat er een – eveneens door het volk gekozen – vice-president in de coulissen klaar om het stokje meteen over te nemen.
Ook in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland verloopt een kabinetswissel doorgaans een stuk soepeler dan in Nederland. Demissionaire periodes na de val van een kabinet komen eigenlijk niet voor aangezien het Duitse parlement de bondskanselier en zijn ministers alleen ten val kan brengen als ze daarbij meteen een alternatief presenteren (constructieve motie van wantrouwen). In het Verenigd Koninkrijk wordt een tussentijds vertrek van een minister-president vaak opgevangen door zijn politieke partij, die meteen een nieuwe prime minister naar voren schuift (zie bijvoorbeeld de machtswisseling tussen Tony Blair en Gordon Brown in 2007). In beide landen vindt kabinetsvorming na de verkiezingen over het algemeen in sneltreintempo plaats. Dat houdt verband met hun kiesstelsel. Omdat de Britten een meerderheids-/districtenstelsel hanteren ontstaan normaliter twee grote politieke blokken waarvan er vrijwel altijd één een absolute meerderheid in de House of Commons behaalt. Hierdoor kan een kabinet vaak binnen een dag gevormd worden (het huidige Britse kabinet is wat dat betreft een uitzondering, maar ook hier waren de twee deelnemende partijen er binnen een paar dagen uit). Het Duitse politieke landschap is iets diverser, maar wordt vanwege de kiesdrempel van vijf procent vooral gevormd door grote blokken die vaak op voorhand aangeven met welke partijen ze bij voorkeur een coalitie zouden willen vormen. Ook het Franse kiesstelsel mondt vaak uit in de vorming van grote politieke machtsblokken. Bovendien benoemt de Franse president de minister-president en vervult hij ook overigens een belangrijke coördinerende rol in de kabinetsformatie.
Nederland kan dus van zijn (verre) buren leren. Het voorkomen van langdurige periodes van demissionariteit kan worden voorkomen. Daarvoor is het echter wel noodzakelijk over te stappen naar een presidentieel stelsel of op zijn minst iets te veranderen in ons kiesstelsel. Of dat gewenst is, is uiteraard een politieke keuze. Ons parlementaire stelsel en ons kiesstelsel hebben namelijk ook zeer veel aantrekkelijke kanten. Welke dat zijn, kunt u lezen in de derde druk van Constitutions Compared.
Deze bijdrage verscheen in 'De Hofvijver' nr. 16 d.d. 29 mei 2012.