Hoe ECB en Euroraad de crisis temperen

vrijdag 16 maart 2012, 14:17
gewijzigd, analyse van Dr. Jan Werts

Dankzij een goocheltruc krijgt de eurozone nu toch het beoogde reddingsfonds van 1000 miljard. De ECB pompte tevoren duizend miljard in het bankwezen. Met deze twee besluiten lijkt de rust in de eurozone voorlopig terug te keren. Spanje is het nieuwe zorgenkind. Opmerkelijk is het wel hoe ongebruikelijk hard premier Rutte in de Europese Raad om de oren kreeg. 

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Goocheltruc tovert mammoet noodfonds

De oplossing van de eurocrisis verloopt niet langer volgens Duits-Frans, maar nu volgens Duits recept. Frankrijk is als sturende kracht weggevallen, zo blijkt hieronder. Duitsland wil de begrotingszondaars niet meer helpen dan strikt nodig. Dat dwingt die landen hun tering spoedig beter af te stemmen op hun nering. Dat kan het best via structurele hervormingen zoals lagere lonen of wat langer werken en hervorming van de arbeidsmarkt. Deze aanpak lokt in landen met grote tekorten heftig verzet uit bij het publiek. 

De overheid heeft voorlopig geen geld voor stimulerende groeiprogramma’s. Daardoor duurt de beoogde sanering extra lang. Te snel saneren van het overheidsbudget de recessie verdiepen. Het noodfonds EFSF/ESM overbrugt met goedkope leningen dat tempo probleem. Deze centrumrechtse aanpak van Duitsland heeft de stilzwijgende steun van de andere eurolanden. Daarom krijgt kanselier Merkel geen weerwoord. Zeker niet nu via rust op de financiële markten gunstige resultaten zich aftekenen.

De ministers van financiën doorbraken op 30 maart het slepende dilemma rond de omvang van het noodfonds ESM voor de euro. Zij verhogen het fonds tijdelijk tot 800 miljard euro met een uitleencapaciteit van 500 miljard.  ‘800 miljard euro is duizend miljard dollar’, aldus hun optimistische woordvoerders in Kopenhagen waar de Eurogroep vergaderde.

Maandenlang is er voor gepleit dat Europa een ‘big bazooka’ zou installeren om de euro te verdedigen. De Europese Commissie, de Verenigde Staten, China, de OESO en het Verenigd Koninkrijk vroegen om ruwweg 1000 miljard euro vuurkracht. Pas dan voelt de internationale financiële wereld dat alle aanvallen op de euro zullen mislukken. Duitsland en Finland hielden zo´n ‘big bazooka’ echter tegen. Zij vrezen dat zwakke eurolanden dan hun sanering alsnog uitstellen.

Zodra begin 2010 in Griekenland de crisis losbarst, creëert de EU het reddingsfonds EFSF dat binnenkort uitdooft. Nadien komt per verdrag het permanente reddingsfonds ESM tot stand. Sedert einde 2010 is er vervolgens discussie over de omvang van dat ESM. Duitsland staat nu toe om ruim 200 miljard euro aan garanties aan Griekenland, Ierland en Portugal toegestaan over te boeken van het uitdovende EFSF naar het ESM. Dat bedrag komt bovenop de overeengekomen capaciteit van 500 miljard van het ESM. Met daarnaast nog 100 miljard andere garanties komt de totale omvang zo op 800 miljard euro.

Uiteindelijk is een ´firewall´ totstandgekomen van ´ruim 1000 miljard dollar´, aldus een tevreden minister Jan Kees de Jager in zijn brief aan de Kamer van 3 april. ´Met het verhogen van de ´firewall´ wordt een belangrijk signaal gegeven aan de internationale gemeenschap die in verschillende bewoordingen aandrong op een groter noodfonds van de eurozonelanden´, aldus de minister.  Hij meldt verder dat Nederland in totaal nu garant staat voor 134 miljard. Nederland moet daarnaast in twee jaar 4,6 miljard versneld in Brussel storten. Deze storting heeft (nog) geen invloed op het tekort van de Nederlandse staat, wel stijgt de staatsschuld evenredig.

Hoe men het ook voorstelt, de noodfondsen hebben door het Duitse verzet niet één euro extra gekregen. Om dit te camoufleren bedacht Berlijn de wisseltruc naar dollars. `Laat de eurolanden hun problemen oplossen. Anders helpt al dat geld van de noodfondsen toch niet`, zo motiveerde Wolfgang Schäuble, de Duitse minister in Kopenhagen zijn positie.

Net als de beurzen hebben de financiële experts genuanceerd gereageerd. Carsten Brzeski van ING spreekt van een typisch Europees compromis. “Het is net zo ver als Duitsland wilde gaan.  Om dit te maskeren is wanhopig een truc bedacht via dollaromrekening”, aldus de ING-expert.

De kracht van de gezamenlijke noodfondsen krijgt vorm als je ze vergelijkt met het IMF dat wereldwijd in noodsituaties bespringt. Met ruim 1000 miljard dollar aan reserves zijn EFSF-ESM 2,5 keer zo sterk als het IMF met 380 miljard aan capaciteit. Dat is dus echt niet niks. Het IMF beslist op 21 april in hoeverre het de eurozone bijspringt. Teneinde het IMF gunstig te stemmen stellen de landen met de euro 150 miljard beschikbaar voor wereldwijde IMF operaties, inclusief dus Europa.

2.

Spanje nieuw zorgenkind

Griekenland, Ierland en Portugal hangen al maanden aan het infuus van het EFSF. Deze landen zijn niet in staat om zelfstandig betaalbare leningen te sluiten. Intussen zitten de grote eurolanden Spanje en Italië in de gevarenzone. De rust aan het front is daarom bedrieglijk, zo waarschuwde Jörg Rasmussen op 27 maart namens de ECB in het Europees Parlement.

De zorg daarover heeft Duitsland gedwongen mee te werken aan bovenstaande besluiten, zeggen diplomaten. Die toegeving is in de Duitse media slecht ontvangen. Kanselier Angela Merkel had steeds beloofd geen verdere concessies meer te doen.  Spanje is doodziek, zo bekende de regering op 3 april zelf.  Het land zit in een stevige recessie, kampt met een jeugdwerkloosheid van ruwweg 40 procent en moet dit jaar nog 27,3 miljard bezuinigen. Dat verloopt via lagere overheidsuitgaven en via hogere belastingen.

De begroting op 3 april gepresenteerd door minister van Financiën Cristóbal Montoro, leert dat genoemde 27,3 miljard, hoewel een megagroot bedrag, helemaal geen bezuiniging is. Spanje betaalt namelijk dit jaar meer dan 28 miljard aan rente op zijn staatsschuld en bovendien meer dan 28 miljard aan werkloosheidsuitkeringen.

De Spaanse staatsschuld wordt vooral gefinancierd door binnenlandse  banken. Die banken blijven alleen op de been dank zij extreem goedkope kredieten van de ECB. Eurocommissaris Olli Rehn (EMU) vreest dat Spanje later dit jaar aan het infuus van het EMS moet. Met 500 miljard in de noodfondsen kan Europa Spanje dan wellicht redden. Volgt later echter ook Italië, dan keert de eurocrisis echt in alle hevigheid terug. “Het EMS is absoluut niet in staat beide landen te redden”, zo is te beluisteren bij de experts rond commissaris Rehn.

3.

ECB forceert pauze eurocrisis

Sommige leiders van de Europese Unie denken dat het ergste van de crisis rond de euro voorbij is. Dat is zeker te danken aan de ECB. Zij gaf het wankele bankwezen in december en februari een ongekende financiële injectie. Nadat er de eerste keer 489 miljard euro krediet in de spuit van bankpresident Mario Draghi zat, injecteerde hij op 29 februari zelfs 529,5 miljard. Het gaat om spotgoedkoop krediet met een jaarrente van voorlopig maar een procent voor drie jaar. De banken zullen die miljarden veel duurder uitlenen.

De ECB wil de banken die elkaar wegens onderlinge zwaktes al maanden wantrouwen, rugdekking geven voor hun financiering. Bovendien wordt kredietschaarste die de lopende recessie nog verergert, zodoende voorkomen. Ruim 800 banken maakten van de regeling gebruik. Italië en Spanje nemen samen ruwweg de helft van die leningen op. De banken daar kopen met dit goedkope geld hoogrentende nationale staatsobligaties die jaarlijks vijf procent rente opbrengen.

Beide keren greep Draghi in vlak voor de Europese Raad om zo zijn onafhankelijkheid van de politiek te onderstrepen. De financiële markten reageerden positief; de onrust en de beroering die daar einde 2011 nog volop heersten, zijn tot nu toe niet teruggekeerd. Door genoemde aankopen van staatsobligaties zakte de rente die de bedreigde landen op hun schulden moeten betalen. Bijkomend voordeel is dat de ECB haar steunaankopen van afgewaardeerde staatsobligaties kan afbouwen.

Hoge inflatie ruïneert een samenleving omdat de rijken daardoor slapend rijker worden en de armen armer. De waardevastheid van de euro (maximaal twee procent inflatie per jaar) is daarom de hoofddoelstelling van de ECB en van de EMU. Hoe valt tegen die achtergrond deze nooit vertoonde geldschepping door de ECB van meer dan een triljoen euro ‘nieuw geld’ te verklaren?

Bankpresident Draghi heeft op 8 maart gezegd dat de in vorig najaar toch al lage geldschepping in de EMU (de zogenaamde M3) in januari slechts toenam van 1.5 naar 2,5 procent. Dat is ver onder het maximum van 4,5 procent wat de ECB momenteel hanteert.

Dat de grondstoffenprijzen stijgen heeft volgens Draghi niks met zijn recente geldschepping te maken. Bovendien hebben tegelijk met de opname van goedkoop geld andere banken in de Eurozone massaal geld geparkeerd bij de ECB.

Die bewegingen compenseren elkaar dus ten dele. Maar als de economie te zijner tijd aantrekt, gaan die duizend miljard nieuw geld alsnog de prijzen opdrijven? In Frankfort is het antwoord dat de ECB er scherp op let die goedkope leningen tijdig bij de banken terug te vragen. De ECB beschikt daartoe over de vereiste bevoegdheden.

Een opgeluchte president Nicolas Sarkozy bedankte Draghi voor zijn actie. De Bundesbank daarentegen heeft scherp negatief gereageerd. In een open brief schrijft voorzitter Jens Weidmann dat het niet de taak is van de ECB om wankele overheden en banken met geld van de belastingbetaler (de ECB is een staatsbank) op de been te houden.

Achtergrond van deze kritiek is de vrees dat overheden nu de rust weerkeert, noodzakelijke bezuinigingen en saneringen weer uitstellen. De critici wijzen er op dat de ECB vooral de zwakkere banken momenteel kunstmatig financiert. Is over drie jaar de verhoopte gunstige conjunctuuromslag uitgebleven, dan kunnen die banken niet aflossen. Gezien de Duitse kritiek is het opvallend dat volgens de financiële pers van de 800 deelnemende banken er maar liefst 460 (veelal kleinere) Duitse instellingen zijn. Van de grotere Nederlandse banken heeft naar verluidt alleen SNS de behoefte gevoeld van een injectie door de ECB.

4.

Politieke leiders verdeeld

Diverse nationale politieke leiders, plus de altijd behoedzame voorzitter van de Europese Raad, Herman Van Rompuy, zeggen dat het ergste van de crisis voorbij is. President Sarkozy en andere zuidelijke leiders delen die mening. In hoeverre is de wens hier echter de vader van de gedachte?

Veel zuiniger is het oordeel van kanselier Angela Merkel en de leiders van andere noordelijke landen met traditioneel een harde munt. Volgens Merkel biedt de rust op de financiële markten nu ruimte om de staatsschulden te saneren en zo doende de concurrentiekracht te verhogen. “Het is echter nog veel te vroeg om het alarm af te zetten”. Premier Mark  Rutte zei bij zijn vertrek van de Europese Raad van 1 en 2 maart uit Brussel niets te hebben gemerkt van een positieve sfeerverandering,

Rutte wijst de voortdurende kritiek dat de Europese Raad ‘te weinig en te laat handelt’ af. “Twee jaar geleden stond de eurozone er slecht voor als gevolg van de staatsschuld van sommige landen. Europa heeft geleidelijk aan stap voor stap passend gehandeld. Allereerst door een faillissement van Griekenland te voorkomen.

Dat gebeurde door twee enorme noodfondsen op poten te zetten.  Europa wist vervolgens Ierland en Portugal weg te trekken van de afgrond. Spanje en Italië kregen tegelijk een regering die wel maatregelen neemt. Neem je dat allemaal in de beschouwing, dan staan wij er veel beter voor dan twee jaar geleden”.

5.

Tweedracht doorstart economie

De Eurocrisis kun je samenvatten in drie problemen. Ten eerste is er het gebrek aan liquiditeit bij de banken. Daaraan is afgelopen maanden tegemoet gekomen via genoemde ECB-operaties. Dan is er het solvabiliteitsprobleem bij de PIGS (Portugal, Ierland, Griekenland, Spanje).

Die landen kunnen daarvoor een beroep doen op de noodfondsen ESM en EFSF met een uitleencapaciteit van 750 miljard. Tenslotte is er het structurele probleem van de achterblijvende concurrentiekracht in de PIGS-landen en elders. Dat vraagstuk stond bij deze Europese Raad centraal, zoals hierna blijkt.

Voor het eerste sedert de crisis begon is langdurig gesproken over structurele maatregelen. Unaniem mikken de politieke leiders daarvoor op economische groei. Maar het recept voor een doorstart van de stagnerende conjunctuur roept verdeling op. Twaalf regeringen, waaronder de Nederlandse, leggen het accent meer op een Angelsaksische benadering via liberalisering en minder regeldruk. Frankrijk en Duitsland daarentegen houden vast aan het Rijnlandmodel met zijn sociale markteconomie.

De voorzitters Herman Van Rompuy en José Manuel Barroso (Europese Commissie) doen binnenkort concrete voorstellen. Een belangrijk aangrijpingspunt is de dienstverlening. Liberalisering daarvan met meer concurrentie levert maar liefst 2,5 procent extra economische groei op. Dat is net zoveel als de hele economie van Griekenland, zei Rutte.

Liberalisering van de ICT brengt zelfs vier procent groei op. Daarmee kan Europa blijven concurreren met de nieuwe economische grootmachten elders, aldus de premier. Van Rompuy noemde op 13 maart in het Europees Parlement verlaagde belastingtarieven vooral voor lager betaalde werknemers, liberalisering van beschermde beroepen en minder bureaucratie als voorbeelden.

Verdergaande liberalisering ligt in veel EU-landen vandaag moeilijk. Komt de EU hierover tot een compromis met concrete maatregelen? Het risico is groot dat Brussel de verdeeldheid omzeilt door de gebedsmolen vol vrome voornemens weer in werking te zetten. In zijn verslag van de Europese Raad op 13 maart voor het Europees Parlement waarschuwde voorzitter Barroso al voor dat gevaar. 

6.

Uitstel Grieks faillissement

Het IMF heeft op 15 maart zijn akkoord betuigd met de nieuwe Europese lening van 130 miljard voor Griekenland waarover maandenlang is onderhandeld. Het IMF zal zelf voor 28 miljard daarin participeren. De lening volgt op een eerdere mammoetlening aan Athene van 110 miljard. De lening wordt in schijven beschikbaar gesteld en komt voor rekening van de eurolanden en het wereldwijd werkende IMF samen. 

De financiële wereld leverde op 8 maart een enorme bijdrage door voor 107 miljard euro Griekse staatsschulden kwijt te schelden. Met één klap zakt die schuld aldus van 360 naar circa 245 miljard euro. Het gaat hier om een in Europa tot nu toe ongekende kwijtscheldingoperatie. Zij komt voort uit vooral Duitse en Nederlandse aandrang om de beleggers (banken, verzekeringen, pensioenfondsen en particulieren) eveneens te dwingen tot een bijdrage. Tot nu toe betaalde alleen de belastingbetaler de staatsschuldencrisis (via EU, ECB en IMF).

De kwijtschelding komt neer op een obligatieruil waarbij de beleggers 53,5 procent verlies nemen. Omdat de nieuwe obligaties minder waard zijn, slikken de eigenaars in feite 75 procent verlies. Een van de slachtoffers is ABN Amro die aldus 880 miljoen verliest, al verzet de bank zich nog tegen deze claim.

Eurolanden mogen 60 procent van hun bnp aan staatsschuld hebben. Griekenland zit op 161 procent. Dat percentage loopt ondanks de genoemde kwijtschelding volgend jaar op tot 164 procent. Daarna begint een beoogde daling die in 2020 moet uitkomen op 120,5 procent.

De vraag is of het Griekenland lukt met een krimpende economie om in zeven jaar tijd 44 procent van zijn staatsschuld af te lossen. Daarover bestaat grote twijfel. De recente marktontwikkelingen duiden er op dat de kwijtschelding niet meer is geweest dan het uitstel van een later Grieks faillissement. De nieuw uitgegeven obligaties zijn namelijk al meteen weer fors in waarde gedaald. Dat is een slecht teken.

7.

Nederland zwaar onder vuur

Nooit eerder sedert de start van de Europese Raad in 1974 kwam een Nederlandse regeringsleider daar zó zwaar onder vuur als Mark Rutte op 1 en 2 maart. Er weerklonken drie salvo’s. Eerst wegens het Nederlandse veto op de uitbreiding van Schengen met Roemenië en Bulgarije.

Vervolgens wegens het meldpunt van de PVV die oproept klachten te deponeren tegen de Midden en Oost-Europeanen. Ten slotte wegens de raming van het CPB dat een mammoetoverheidstekort voorziet van 4,5 procent. Maar de kritiek op deze belangrijke onderdelen van zijn beleid liet de premier opvallend onberoerd, zo leerde zijn reactie.

Parlementsvoorzitter Martin Schulz haalde ongebruikelijk krachtig uit tegen Nederland wegens de website en Schengen. In zijn toespraak tot de Europese Raad bleef Schulz nog diplomatiek, maar bij de aansluitende persconferentie kreeg Nederland er volop van langs. Schulz eiste een veroordeling van de Europese Raad in de conclusies van de vergadering. Die oproep had overigens geen gevolg. Wel kritiseerde de Poolse premier Donald Tusk Nederland.

Na een gesprek tussen Schulz en Rutte kwam de premier met een drievoudig antwoord. “De website is geen zaak van de Nederlandse regering maar van de PVV als politieke partij. Het kabinet staat volledig achter de Europese wetgeving betreffende het vrije verkeer van personen in Europa. Verder geef ik geen enkel commentaar op deze kwestie”. Later beweerde Schulz dat Rutte binnenskamers wel afstand had genomen van het meldpunt. De premier ontkende dit echter, later ook tegenover de Tweede Kamer.

Vervolgens nam het Europees Parlement op 15 maart een resolutie aan waarin het meldpunt als ‘kwaadwillend en discriminerend’ wordt veroordeeld. VVD en SP stemden in Straatsburg tegen, evenals uiteraard de PVV. Zij vinden dat het Europees Parlement buiten zijn boekje gaat door Nederland de maat te nemen. Eerder had de Europese Commissie al vastgesteld geen actie te kunnen ondernemen. Rutte is ingegaan op een uitnodiging van voorzitter Schulz om deze zomer voor het plenaire parlement in Straatsburg te verschijnen.

Rutte erkende in de Europese Raad onder druk te zijn gezet wegens zijn weigering om Roemenië en Bulgarije toe te laten tot Schengen. Voor de aanvang van de vergadering deden Van Rompuy en de Roemeense president Traian Basescu in een driegesprek pogingen om Rutte tot een meer positieve opstelling over te halen.

“Formeel gesproken voldoen beide landen aan de juridische voorwaarden voor toelating tot Schengen. Nederland wil echter eerst zien of die vereisten ook werkelijk door die twee landen zijn doorgevoerd. Daartoe wachten wij op een nadere rapportage van het verificatiemechanisme CVM. Mogelijk kunnen wij vervolgens in september besluiten”, aldus Rutte. Tot dan blijven Roemenië en Bulgarije buiten Schengen.    

8.

Omstreden begrotingspact getekend

Op 2 maart hebben de staatshoofden en regeringsleiders het “Verdrag inzake Stabiliteit, Coördinatie en Bestuur in de Economische en Monetaire Unie” getekend. Het Verenigd Koninkrijk, dat geen plannen heeft de euro in te voeren, en Tsjechië, dat de budgettaire verdragsnormen toch wil respecteren, doen niet mee. “Dit verdrag is een mijlpaal op de weg naar een stabiele eurozone”, zo stelde kanselier Merkel tevreden vast. Het verdrag is dan ook haar uitvinding.

Het verdrag beitelt in steen wat in het zogenaamde ‘sixpack’ aan wetgeving is vastgelegd. Een voorbeeld daarvan zijn de zware boetes voor landen met te hoge tekorten. Het ‘sixpack’ corrigeerde vorig jaar via uitvoerige wetgeving de constructiefouten in 1991 bij de schepping van de EMU gemaakt. Die gebreken veroorzaakten de lopende eurocrisis.

Denk bijvoorbeeld aan de bestraffing van regeringen met een gat in de hand. Omdat slechts 25 landen mee doen gaat het om een intergouvernementele operatie. Het Europees Parlement staat daardoor buiten spel. De Commissie en vooral het Hof van Justitie krijgen wel een belangrijke rol.

Het is echter onzeker of alle ondertekenaars het verdrag wel ratificeren. Nederland is een onzekere ondertekenaar zodra de PvdA afhaakt. Ierland wegens een referendum met onzekere afloop. Frankrijk omdat presidentskandidaat François Hollande het verdrag in deze vorm verwerpt. Om deze risico’s te omzeilen is afgesproken dat het verdrag al in werking treedt zodra twaalf landen hebben geratificeerd. Gemikt wordt op 1 januari aanstaande. Alleen landen die ratificeren kunnen nog een beroep doen op steun van de noodfondsen EFSF en ESM.

Hoewel Rutte dit uit vrees voor de PVV ontkent, zien zijn collega’s in het verdrag een duidelijke overdracht van nationale bevoegdheden (dus van soevereiniteit) naar Europa. Zo mag het overheidstekort nog maximaal drie procent belopen. Dat was altijd al zo, maar vrijwel geen enkele regering hield zich daaraan.

Voortaan moet iedere deelnemer die drie procent limiet wettelijk verankeren, liefst in de grondwet. Daardoor krijgt Brussel ongekende invloed op overheidsfinanciering, sociale voorzieningen, onderwijs, culturele voorzieningen, defensie etc., zo is de verwachting.

Rutte wil echter niet horen van een Brussels ‘dictaat’. “In de toekomst willen wij overheidsfinanciën in evenwicht zodat de economie weer gaat groeien en nieuwe banen ontstaan. Wij willen dat Brussel alle deelnemende landen daarop controleert. Het is typisch Nederlands te streven naar gezonde overheidsfinanciën. Nederlanders worden onrustig van overheidstekorten. Zij weten dat dan de belastingen omhoog moeten en dat bedrijven niet meer naar Nederland komen om te investeren”.    

9.

Spanje krijgt toch respijt

De inkt van het zojuist getekende begrotingspact was amper droog of de eerste die dispensatie wil meldde zich al. De Spaanse premier Mariano Rajoy Brey verraste de Europese Raad met de aankondiging zijn tekort van 8,5 tot 9 procent dit jaar niet te kunnen halveren. 4,4 procent was echter wel de afspraak gemaakt met de vorige regering (die de tekorten fors liet oplopen).

De Commissie moet meteen haar ‘sixpack’ omzeilen dan wel een conflict uitvechten met Madrid. Zij (en de Eurogroep) kiest voor flexibiliteit. Rajoy wilde naar een tekort van 5,8 procent, maar gaat nu akkoord met 5,3 procent. Tegelijk belooft de premier voor 2013 ‘scrupuleus’ de drie procent limiet aan te houden.

Voor Hongarije dat eveneens een uitzondering wil, hangt een boete van 500 miljoen in de lucht. Boedapest heeft verzaakt aan meermalen herhaalde beloften tot sanering. Premier Viktor Orbán vergelijkt de houding van de Commissie met die van het Kremlin onder de Koude Oorlog. Hij zoekt de confrontatie.

10.

Van Rompuy ‘dubbelpresident’

De staatshoofden en regeringsleiders benoemden voorzitter Van Rompuy zonder discussie voor een tweede termijn van 2,5 jaar die definitief eindigt op 30 november 2014. Van Rompuy zal bovendien de onlangs ingestelde Euroraad leiden. De vroegere kritiek op hem als onbekende ‘grijze muis’ is verstomd.

De Vlaming cultiveert intussen graag zijn aangeboren bescheidenheid. “Ik haal nog steeds zelf hout voor de kachel en ga naar de bakker voor de pistolets”. Hij heeft op school bij de Jezuïeten goed opgelet en is zo nodig bikkelhard, zeggen andere onderhandelaars. Van Rompuy functioneert volgens hen prima als intermediair tussen het haantje Sarkozy en koppigaards als Merkel, David Cameron en Mario Monti.  

Uit zijn ‘acceptance speech’ valt af te leiden dat Van Rompuy zichzelf ziet als een vertrouwensmakelaar tussen ‘Merkozy’, dus de twee ‘bazen van Europa’, en de andere 25 regeringsleiders. De eurocrisis heeft geleerd dat ‘de president’ deze zware klus aankan.

Wel veel bekritiseerd is Commissievoorzitter Barroso die afgelopen jaren veren moest laten. Dat komt doordat de politieke leiders vandaag de bal liefst spelen via hun ‘eigen’ Europese Raad. Van  Rompuy had in zijn uitvoerige dankwoord overigens geen woord over voor zijn ‘maatje’ als voorzitter Barroso

11.

Opvolging Juncker in Eurogroep

Wie volgt de Luxemburgse premier tevens minister van Financiën (al sedert 1995) en voorzitter van de Eurogroep (al sedert 2005) Jean-Claude Juncker in Brussel op? Juncker zit binnenkort 7,5 jaar op die post en zijn derde termijn loopt af. Professor Monti, de interim regeringsleider en minister van Financiën in Rome, wordt geroemd als geknipt voor de baan. Maar dan laat je voortaan de hele EMU over aan de Italianen Draghi (ECB) en Monti. Dat ligt elders een beetje moeilijk.

De puzzel is extra gecompliceerd omdat tegelijk topbenoemingen aan de orde zijn in de ECB en de EBRD in Londen. Minister Schäuble wil in de Eurogroep een voorzitter uit een solvabel AAA-land. Hij wordt zelf genoemd als favoriet kandidaat. `Maar Duitsland is al oppermachtig in Europa, dus dat wordt lastig`, zo was een maand geleden nog het bezwaar. Dat verandert echter als Duitsland de leiding van het EFSF-ESM, nu in handen van hun Klaus Regling, opgeeft. Volgens persberichten zijn zowel Frankrijk als Oostenrijk tegen een Duitse kandidaat.

De premier van Finland en voormalige minister van Financiën Jyrki Katainen (een hardliner) is in de markt. Maar een Fin benoemen ligt moeilijk omdat monetair commissaris Olli Rehn eveneens daar vandaan komt. Nederland dan? Minister De Jager heeft geen interesse.

Volgens de Oostenrijkse minister van Financiën Maria Fekter is de ideale kandidaat tegelijk (ex)-minister van  Financiën en momenteel premier (zoals Juncker). Dat is wenselijk wegens de nauw vervlochten activiteiten van de Eurogroep en de Euroraad. Juncker zei begin april dat het besluit hierover is verschoven tot na de presidentsverkiezingen van mei in Frankrijk.