N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Kwetsbare democratie
DEN HAAG (PDC) - De Europese samenwerking heeft de afgelopen zestig jaar sterk bijgedragen aan het voorkomen van een nieuwe oorlog op ons continent. Minstens zo belangrijk is het bolwerk voor de democratie dat de EU vormt. Wie lid wil zijn moet democratische en burgerlijke vrijheden garanderen. Bedacht moet worden dat van de 27 landen van de EU bijna de helft nog betrekkelijk kort een (parlementaire) democratie heeft. Dat geldt allereerst voor vrij recent toegetreden lidstaten in Midden- en Oost-Europa, maar daarnaast ook voor Portugal en Spanje. Democratie is iets om te koesteren.
Recente ontwikkelingen baren evenwel zorgen en een actievere rol van de EU bij waarborging van de democratie lijkt urgenter te worden. Het tijdperk-Berlusconi liet al zien dat er zelfs in een 'oudere' democratie als Italië gevaren op de loer kunnen liggen. Berlusconi wist als mediamagnaat een sterke greep op de (vrije) meningsvorming te krijgen. Ook werd het kiesstelsel gewijzigd ten gunste van de zittende macht.
Wat dat laatste betreft: iedere kiesrechthervorming heeft invloed op bestaande machtsverhoudingen. In België zorgde invoering van een beperkt districtenstelsel er bijvoorbeeld voor dat de Groenen enige tijd uit het parlement verdwenen. Het is niet zo dat landen geen vrijheid hebben om hun democratische spelregels, waaronder het kiesstelsel, vast te stellen. Democratie is geen wiskunde en hoewel het Verenigd Koninkrijk erg 'onevenredige vertegenwoordiging' kent, kan niet worden gesteld dat dit land daarmee dus ondemocratisch is.
Democratie is bovendien veel meer dan alleen 'staatsinrichting'. Minstens zo belangrijk zijn de aanwezigheid van vrije, onafhankelijke media, van het recht op (vak)vereniging, van waarborgen voor rechten voor (etnische) minderheden en (oppositie)partijen en van handhaving van de onafhankelijkheid van instanties, met name van de rechtspraak. Deze zaken zijn op nationaal niveau in het algemeen vastgelegd in grondwetten en worden daarnaast gewaarborgd door internationale verdragen. Met name de in 1949 opgerichte Raad van Europa - die meer landen omvat dan de Europese Unie - speelt daarbij een belangrijke rol.
Het Verdrag betreffende Europese Unie kent evenzeer bepalingen over democratie en burgerrechten. Daarnaast is bij het Verdrag van Lissabon een (nieuw) Handvest van grondrechten van de Europese Unie tot stand gekomen. Aan toetreding van nieuwe lidstaten zijn verder via de zogenoemde Kopenhagen-criteria uit 1993 strikte voorwaarden verbonden. Stabiele democratische en rechtstatelijke instellingen, eerbiediging van mensenrechten en respect voor minderheden is er daar één van. Bij de toetredingsonderhandelingen met Turkije is juist het veilig stellen van die criteria een belangrijk aspect. Toetreding tot de Unie heeft daarmee een positief effect op de democratie in zowel de Unie als geheel, als in de betreffende nieuwe lidstaat.
Wie vindt dat toetredende landen aan democratisch eisen moet voldoen, moet echter evenzeer waken voor het democratische gehalte van reeds toegetreden landen. De situatie in Hongarije baart daarbij in toenemende mate ernstige zorgen. In dat land blijkt gelukkig wel enig 'zelfreinigend' vermogen te bestaan, nu het Constitutionele Hof enkele door de regering voorgestelde wetten heeft teruggestuurd (die betroffen onder meer de positie van minderheden en de godsdienstvrijheid). Maar er zijn niettemin redenen om de voorstellen van de Hongaarse regering van de nationalistische, centrumrechtse partij Fidesz zeer kritisch te volgen.
Regeringspartij Fidesz (in het Europees Parlement overigens deel van de fractie van de christendemocratische Europese Volkspartij) heeft een tweederde meerderheid in het Hongaarse parlement. Zij zette stappen om de media te breidelen, lijkt bezig de recente geschiedenis te 'herschrijven' (door Hongaarse misdaden tijdens de Tweede Wereldoorlog te verdoezelen en ontkennen, standbeelden te verwijderen etc.) en lijkt rechten van religieuze en etnische minderheden en van oppositiepartijen aan te tasten.
De EU sprak recentelijk verontrusting uit over het ontslag van journalisten en waarschuwde eerder deels met succes tegen een omstreden nieuwe Mediawet. Vraag is waar de grens ligt van wat acceptabel is en meer nog, welke mogelijkheden - anders dan schorsing als EU-lidstaat - er voor de overige 26 lidstaten zijn. Wie nieuwe EU-lidstaten strikte voorwaarden stelt, kan echter aantasting door een medelidstaat van democratische en burgerlijke rechten niet ongestraft voorbij laten gaan. Aantasting van de democratie in Hongarije tast de geloofwaardigheid van de gehele EU aan en gaat dus ook ons aan.