N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Gerdi Verbeet: Parlement moet niet alleen voor maar ook van het volk zijn
DEN HAAG ( PDC ) - 'Waar visie ontbreekt, komt het volk om'. De titel van het nieuwe Jaarboek Parlementaire Geschiedenis, een uitspraak van voormalig premier Den Uyl uit 1973, was aanleiding voor Gerdi Verbeet om haar toespraak in het teken van de gevaren en gebreken van de huidige democratie te zetten. De titel vond zij passend omdat de ongeveer drie uur durende toespraak van Den Uyl voor haar en anderen zijn laatste visionaire toespraak was geweest.
Het Jaarboek werd gisteren in de Tweede Kamer gepresenteerd en het eerste exemplaar werd aan de Kamervoorzitter aangeboden.
Het ontbreken van visie kan volgens haar grote gevolgen hebben voor het voortbestaan van de democratie. Volgens Verbeet is het namelijk de vraag of een groot deel van de bevolking zich nog wel vertegenwoordigd voelt door politiek. Om dit argument kracht bij te zetten, verwees zij naar de achtergrond van de leden van de Tweede Kamer.
Negentig procent van de Kamerleden heeft een academische of HBO-achtergrond. Dit in tegenstelling tot de bevolking, waar maar dertig procent een dergelijke achtergrond heeft. Verbeet stelde de vraag in hoeverre de meerderheid van de bevolking zich dan nog vertegenwoordigd voelt door het parlement, en of er geen te grote kloof is tussen politiek en burger.
Democratie corrigeert vanzelf
Uit Twitterberichten en reacties van op internet uitgezonden debatten leidde zij af dat er twee groepen zijn. Sommigen storen zich aan het recentelijk grovere taalgebruik in de Kamer. Anderen daartegen voelen zich daardoor juist aangesproken en vinden het opeens spannend om de debatten te volgen omdat er begrijpelijke taal wordt gesproken.
Verbeet ziet dit als een goed teken voor de democratie, want een vitale democratie corrigeert vanzelf. Toch riep zij de partijen in de Tweede Kamer op om van de Kamer een vertegenwoordiging van het volk te maken waaraan ook lager opgeleiden met veel levenservaring mee willen doen. Er moet een gevoel ontstaan dat het parlement er niet alleen voor maar ook van het volk is.
Geen Taboes
Oud-minister Ernst Hirsch Ballin sprak eveneens over het hoofdthema van het jaarboek, het gebrek aan visie in de politiek. Volgens hem is de politiek 'gesteriliseerd'. De vraag is dan hoe een dergelijke politiek de 'oproepbare achterban' kan bereiken. Visie daartegen kan verenigen en als voorbeeld noemde hij hiervoor de profeet Mozes.
In het politieke debat moet dan ook meer ruimte zijn om een visie te ontwikkelen die vernieuwend is; er moeten taboes doorbroken worden. Hirsch Ballin betreurde het gebrek van het 'midden' geluid in de politiek. Hij verbond dit met het gebrek aan visie en noemde het de prijs van verdeeldheid.
Waar visie ontbreekt komt het volk om
Thom de Graaf , voorzitter van het bestuur van de Stichting Parlementaire Geschiedenis, vroeg zich eveneens af waar visionaire politiek nog te vinden is. Gebrek aan visie blijkt in de praktijk echter geen probleem te zijn zolang een partij succesvol is. Politiek pragmatisme word dan toegejuicht.
Als het minder gaat wordt de vraag naar visie echter weer gesteld. In het boek worden dan ook visie perikelen van VVD, CDA en PvdA belicht door medewerkers van de wetenschappelijke Instituten van deze partijen. Deze partijen staan voor de drie grote ideologische lijnen in de politiek: liberalisme, christendemocraten, en sociaaldemocratie.
Volgens De Graaf is er op dit moment te veel "heimwee" naar polarisatie en is het de vraag waar de democratie naar toegaat: komt er een klassenstrijd tussen laag en hoog opgeleiden en wat doet de visieloze middenklasse.
De presentatie werd afgesloten door het uitreiken van een nieuwe druk van de biografie van voormalig premier Piet de Jong aan hem en het jongste Kamerlid, SP'er Farshad Bashir.