N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Parlementaire immuniteit in vergelijkend perspectief
Parlementaire immuniteit, gedefinieerd als volledige of gedeeltelijke immuniteit van leden van het parlement tegen maatregelen, onderzoeken of vervolging voor civiele of criminele zaken, is een bekend verschijnsel binnen bijna alle (nationale) parlementen. Het doel van deze immuniteit is het waarborgen van de functionele werking van het parlement voor het uitvoeren van haar taken zonder buitensporige inmenging, of invloed, van in het bijzonder de uitvoerende of rechterlijke macht.
De systemen van parlementaire immuniteit verschillen per land in onder meer juridische opzet, eigenschappen en reikwijdte; terwijl in sommige modellen bescherming slechts gelimiteerd is tot vrijheid van spreken in het parlement, kunnen parlementsleden in andere systemen bijvoorbeeld niet eens worden vervolgd voor ernstige misdaden zonder voorafgaande autorisatie van datzelfde parlement waar zij zitting in hebben.
Ondanks het feit dat er een brede consensus heerst onder wetenschappers, en binnen de juridische wereld, over het feit dat parlementaire immuniteit een belangrijk instituut is en noodzakelijk is voor parlementen om haar constitutionele macht uit te kunnen oefenen binnen een democratische samenleving, heerst er ook scepsis omdat parlementaire immuniteit ook corruptie, smaad en laster met zich mee kan brengen binnen de gelederen van het parlement, en, in sommige gevallen ook een inbreuk kan plegen op de mensenrechten van burgers.
De vraag is daarom ook hoe de verschillende systemen van parlementaire immuniteit het beste kunnen worden vormgegeven. Een vergelijkende studie van de verschillende systemen van parlementaire immuniteit binnen het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Nederland en het Europees Parlement onderzoekt een variëteit aan juridische opties en streeft ernaar een catalogus van minimale en maximale eisen voor de inrichting van een immuniteitssysteem te ontwikkelen.
Dit vierjarige rechtsvergelijkend promotie onderzoek door Sascha Hardt werd gefinancierd door de faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Maastricht. Op 26 september 2013 vond de promotie plaats.
In 2011 verscheen in het juninummer van de Hofvijver het artikel 'Parlementaire immuniteit niet absoluut'