Waarom de euro veel taboes doorbreekt

woensdag 22 december 2010, 9:36, analyse van Dr. Jan Werts

De Europese Raad heeft 2010 afgesloten met besluiten die eerder ondenkbaar waren. Er komt een Europees Stabiliteits Mechanisme als permanente pijler onder de euro. Landen die anders op de fles gaan krijgen daarlangs steun om te saneren. Een strenger Stabiliteitspact moet tegelijk zulke faillissementen voorkomen. Mogelijk brengt 2011 Euro-obligaties en fiscale harmonisatie. Zoiets was tot voor kort in Europa onbespreekbaar. De eurocrisis doorbreekt veel taboes.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Wijziging Europees Verdrag

Twee zinnetjes op te nemen in het Verdrag van Lissabon (VWEU) maken het tijdelijke crisismechanisme van de EMU blijvend. ‘De lidstaten die de euro als munt hebben, stellen een stabiliteitsmechanisme in dat moet worden geactiveerd indien dat onontbeerlijk is om de stabiliteit van de eurozone in haar geheel te waarborgen’. Verdragstoevoeging nummer twee: ‘De verlening van financiële steun, indien vereist, uit hoofde van het mechanisme zal aan stringente voorwaarden gebonden zijn’.

De eurozone krijgt aldus een permanent Europees Stabiliteits Mechanisme (ESM). Het vervangt het in mei in crisissfeer uit de grond gestampte EFSF (Europees Financieel Stabiliteits Mechanisme). Hoeveel kapitaal het ESM krijgt is nog onbekend. Belangrijk is dat krachtens bovenstaande tekst financiële drenkelingen pas hulp krijgen zodra ‘de eurozone in haar gehéél’ kopje onder dreigt te gaan.

Anders gezegd: er komt eerst hulp zodra dat mede het eigen belang van de hulpgevers is. Nederland en Duitsland hadden nog verder willen gaan. Zij wilden ‘deze geweldige pot met geld’ (aldus premier Marc Rutte in Brussel) zwart op wit aanmerken ‘als laatste redmiddel’. Maar de andere politieke leiders houden de wijzigingstekst liever zo kort mogelijk.

Deze besluiten van de Europese Raad van 16 en 17 december in Brussel moeten de kakofonie doen verstommem onder de politieke leiders.. Zo noemde Eurogroep voorzitter Jean-Claude Juncker aan de vooravond van de Top kanselier Angela Merkel ‘on-Europees’ omdat zij geen Euro-obligaties wil invoeren.

Premier Georgios Papandreou zei dat zijn land failliet gaat als Merkel de beleggers in Griekse staatspapieren financieel wil achterstellen. Vlak voor de top nam Merkel gas terug. Zij schiep ruimte waarlangs Duitsland zijn zin krijgt. 2010 werd zo voor de Europese Unie het jaar van Merkel. Met dank aan president Nicolas Sarkozy die de kanselier bijstond in haar strijd voor verdragswijziging.

2.

Duitse dwang

Deze verdragsaanpassing, hoe beknopt ook, was tot voor kort bij de Europese leiders ondenkbaar. Iedereen herinnert zich de verworpen Grondwet voor Europa, waarover jaren was onderhandeld. Vervolgens was er de moeizame totstandkoming van het Verdrag van Lissabon dat trouwens pas een jaar in werking is.

Dat dit verdrag nu al op de helling gaat komt door Duitsland. Volgens niet bevestigde berichten heeft kanselier Merkel binnenskamers gedreigd anders uit de euro te stappen. ‘Duitsland vertegenwoordigt een kwart van de economie van de eurozone’, zei premier Rutte. Het Duitse publiek bevalt het niet dat de overheid momenteel overal op bezuinigt.

Dat Duitsland tegelijk met talloze tientallen miljarden bijspringt om Griekenland, Ierland en binnenkort wellicht Portugal en Spanje te redden valt dan verkeerd. Genoemde vier landen hebben namelijk zelf een economisch wanbeleid gevoerd.

De tweede reden voor verdragswijziging ligt bij het Duitse Constitutionele Hof in Karlsruhe. Dat Hof werkt aan een verdict dat Duitsland verbiedt genoemde financiële steun te verlenen. Het Verdrag van Lissabon (artikel 125) verbiedt namelijk uitdrukkelijk dat EU-landen opdraaien voor elkaars tekort. Trekt Duitsland zich na een verdict van Karlsruhe terug, dan stort de EMU in.

De verdragswijziging komt er op twee voorwaarden. Zij mag eerstens niet in strijd zijn met genoemd artikel 125 dat grensoverschrijdende aansprakelijkheid tussen EU-landen verbiedt. Bovendien moet de wijziging zó beperkt blijven dat de landen met traditioneel een referendum (zoals Ierland en Denemarken) daarvan kunnen afzien.

Daartoe is een vernuftig juridisch kunstje bedacht. Op het eerste gezicht brengt een permanent gigantisch ‘noodfonds’ wel degelijk overdracht van nationale soevereiniteit naar Europa mee. Die overdracht ontwijken de landen met de euro echter. Het stabiliteitsmechanisme wordt namelijk intergouvernementeel en is dus geen instrument van de Unie zelf. Voor iedere besluitvorming is onder de deelnemende eurolanden unanimiteit vereist. Ieder land heeft aldus altijd een vetorecht; ‘blijft dus soeverein’ zo is de spitsvondige redenering.

3.

Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM)

Het genoemde Europees Stabiliteits Mechanisme (ESM) wordt een extra blijvend anker onder de gemeenschappelijke munt euro. Het ESM vervangt zoals gezegd het op 9 mei in volle crisis gecreëerde EFSF dat 440 miljard euro aan garanties bevat. Tegelijk vervangt het ESM het Stabiliteitsmechanisme van de Europese Commissie waar 60 miljard in zit. De Britten, die tot hun groot verdriet aan dit mechanisme meebetalen, wilden daar helemaal vanaf.

Beide systemen hebben een tijdelijk karakter tot 2013. Belangrijk is dat het IMF met zijn grote ervaring en financiële middelen blijvend volop meedraait in eventuele reddingsoperaties, aldus de conclusies van de Europese Raad.

Belangrijk nieuw element is dat  vanaf 2013 beleggers en institutionele (pensioen) fondsen meebetalen als een euroland failliet gaat. Dat komt neer op bijvoorbeeld langere aflossingstermijnen of het niet volledig aflossen van de obligaties door dat land.

4.

Geloofwaardigheid Europa

Heeft niet Europa sedert februari, toen Griekenland kapseisde, achter de feiten aan gehold? Premier Rutte. ‘Vind ik niet. De euro zelf is sedert het begin van de crisis in 2008 een ijzersterke munt gebleven. Zelfs toen Griekenland in de problemen kwam bleef de euro vergeleken met de dollar overeind. Kortom die euro staat als een huis (…).

De financiële markten zullen zeggen: deze aanpak bevalt ons. Dit geeft vertrouwen in de toekomst. Garanties voor de euro ? Garantie geef je op stofzuigers, niet op de euro’, aldus de premier na afloop in Brussel. Feit is dat de financiële markten na afloop van de top de besluiten daar in alle rust hebben aanvaard. 

Maar werkt het beoogde stelsel echt in de praktijk? De meeste partijen in het Europees Parlement vinden het akkoord namelijk ‘weinig overtuigend’. Alleen  de christen-democraten, in de Europese Raad volop vertegenwoordigd, staan er achter. De critici wijzen naar Slowakije. Dat land heeft botweg geweigerd zijn aandeel in de lopende reddingsacties op te hoesten.

De regering in Bratislava wil niet betalen voor Griekenland dat jarenlang vervalste begrotingscijfers naar Brussel stuurde. De andere Eurolanden hebben die weigering moeten accepteren. Het is kwestieus of het nieuwe mechanisme in een crisis, als ieder land eerst aan zichzelf denkt, alle zeventien regeringen meekrijgt. Dat is de onrustwekkende zwakte van de euro als je vergelijkt met de dollar. Eén Europese uniforme munt met zeventien moeders met elk hun eigen huishouden en belangen die alleen unaniem iets kunnen besluiten. 

De problemen met de euro zetten zich in 2011 door. Na Griekenland en Ierland roepen momenteel Portugal en Spanje bij de financiële markten (speculatiefondsen, banken, verzekeringen, pensioenfondsen) sterke twijfels op. Bovendien groeien de economieën van de eurolanden in 2011 verder uiteen terwijl de EMU juist integratie beoogt.

Volgens de (Franse) directeur-generaal van het IMF Dominique Strauss-Kahn, reageert Europa te fragmentarisch en te traag. ‘Het besluitvormingsproces is vergeleken met de snelheid waarop de markten werken, véél te langzaam’, zei Strauss-Kahn tegen het persbureau AFP. 

5.

Economische regering

De totaaloplossing bestaat er in om in de toekomst problemen te vermijden. Daartoe wil de Europese Raad het Stabiliteitspact SGP (maximaal drie procent tekort bij de overheid) in 2011 strikter maken.

Tijdens hun diner op donderdagavond hebben de 27 nationale leiders onder leiding van voorzitter Herman Van Rompuy en met Commissievoorzitter José Manuel Barroso, er hardop over nagedacht hoe in de toekomst crises te vermijden. Daarover is Europa verdeeld. Frankrijk wil(de) Euroland voorzien van een economische regering. Dat hebben de landen met traditioneel sterke munten zoals Duitsland en Nederland tegengehouden. Zo’n regering ondermijnt namelijk de onafhankelijkheid van de ECB. Als compromis kwam eerder al ‘economic governance’ uit de bus.

De regeringen moeten voortaan ieder voorjaar hun ontwerpbudget aan Europa voorleggen. Voordat ieder parlement zijn zegen geeft over de nationale inkomsten en uitgaven beoordeelt de Commissie dat budget. Een jaar geleden was zo’n inmenging in de nationale hoofdsteden nog onbespreekbaar. De crisis vreet met andere woorden aan de nationale autonomie. Kernpunten van de beoogde ‘economic governance’ zijn een gezond fiscaal beleid, economische groei en hard saneren in de landen die steun vragen.

Inmiddels namen Frankrijk en Duitsland voor die nadere uitwerking (alweer) het voortouw. Samen doorbraken zij op 10 december het taboe op een enigszins gemeenschappelijk fiscaal en sociaal beleid. Parijs en Berlijn denken hier aan een lichte vorm van Europese coördinatie. In 2011 lanceren  zij samen ideeën, zo hebben Sarkozy en Merkel aangekondigd.

6.

Kapitaalverdubbeling ECB

Vlak voor de top kondigde de ECB een kapitaalverhoging aan van 5,7 naar 10,7 miljard euro. De bank koopt momenteel veel gedevalueerde overheidsobligaties van de vier genoemde grote schulden landen op. Tot midden december ging het al om 72 miljard euro.

Draaien die aankopen uit op een verlies, dan heeft de ECB eigen kapitaal nodig om de financiële put te vullen. Nederland draagt in deze kapitaalverhoging circa 230 miljoen bij.

Overigens heeft ECB-directeur Lorenzo Bini Smaghi in een opmerkelijk vrijmoedig interview met de Belgische krant DE TIJD van 17 december er op gewezen dat de bank waarschijnlijk verdient aan de steunaankopen. ‘Aangezien we van plan zijn de obligaties te behouden tot de vervaldag, verwachten we een meerwaarde’.  

7.

Twistpunten voor 2011

2010 telde niet minder dan zeven Europese Raden (normaal vier). Ze gingen allemaal voornamelijk over de financiële crisis. Een megabedrag van 750 miljard euro ligt via genoemde fondsen plus het IMF nu beschikbaar om zwakke broeders te beschermen. Volgens experts van de bank Goldman Sachs gaat dat actief echter ongeveer op mochten Griekenland, Ierland, Spanje en Portugal gered moeten worden.

Het IMF en ook voorzitter Juncker van de Eurogroep willen genoemd bedrag daarom fors optrekken. Zo’n maatregel houdt de speculanten koest. Maar Duitsland, Frankrijk,  Nederland, Finland en Slowakije zijn absoluut tegen. Zij zien verhoging van de garantiefondsen als een verkeerd signaal. Dan verdwijnt namelijk de druk op de zwakkere landen om hun overheidsuitgaven en inkomsten te saneren.   

Een ander (nog heviger) twistpunt is de introductie van zogenaamde Euro-obligaties. Dat zijn obligaties voor rekening van de Eurozone als geheel. Landen die volop vertrouwen genieten van de grote beleggers en daarom vandaag goedkoop lenen (zoals Duitsland, Nederland) betalen dan voortaan iets meer rente op hun leningen.

De kwistige landen met enorme staatsschulden betalen wat minder. Experts verwachten dat de invoering van Euro-obligaties de crisis snel zou beëindigen. Speculatie daartegen is zinloos vanwege de ‘Europa wijde’ overheidsgarantie. Noch kanselier Merkel noch premier Rutte noch de leiders van Frankrijk, Oostenrijk, Slowakije, Finland en Zweden  - allemaal landen met een redelijk gezonde economie - willen echter blijvend duurder gaan lenen.

Het is logisch dat de ‘laat-maar-waaien’ landen (met voorheen zwakke munten) zoals Italië, Spanje, Portugal, Griekenland en België sterk vóór euro-obligaties zijn. Veel monetaire experts achten de invoering van Euro-obligaties onvermijdelijk.

Voorstander zijn genoemde Juncker voorzitter van de Eurogroep, president Jean-Claude Trichet van de ECB, Strauss-Kahn van het IMF, Commissievoorzitter Barroso, de Duitse minister van financiën Wolfgang Schäuble en de oppositiepartijen SPD en Groenen. Het lot van deze twee fundamentele twistpunten hangt af van de ernst en de richting van de crisis in 2011. Wellicht gaan dan ook deze taboes in rook op. Dan moeten de tegenstanders van nóg veel meer steun toch door de pomp.    

8.

Bevriezing budget

Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk hebben de koppen bij elkaar gestoken over de financiering van de EU tot 2020. De Britse premier David Cameron wist de andere grootmachten vlak voor de top over te halen tot een bevriezing van het budget.

Alleen de inflatie wordt komende tien jaar nog deels gecompenseerd, zo is de bedoeling van de grote EU-landen. Zij hebben dit schriftelijk gemeld aan Commissievoorzitter Barroso die in 2011 met budgetvoorstellen tot 2020 komt. Insiders vermoeden dat in deze deal tussen de ‘Grote Drie’ de Fransen mogen blijven rekenen op hun klassieke profijtelijke landbouwpolitieke steun.

Londen zou naar verluidt zijn omstreden vaste contributiekorting behouden. Terwijl Duitsland als belangrijke contribuant zich verzekerd weet van een gelijkblijvende bijdrage aan Brussel.

Premier Rutte vindt het jammer dat hij niet bij de initiatiefnemers zit. ‘Nederland zou zo’n brief meteen ondertekenen’. Ook andere landen die veel contributie moeten betalen staan achter de brief. Zij die veel geld ontvangen (zoals Polen) reageren zeer teleurgesteld.

Boos is Commissievoorzitter Barroso. Zijn recht van initiatief voor de begroting is doorkruist. Heel boos is het Europees Parlement. Daags voor de Europese Raad moesten de Europarlementariërs een begroting voor 2011 slikken (126,5 miljard) die maar drie procent stijgt. Zij hadden het dubbele gevraagd. En nu dan tien jaar lang de nullijn slikken? De explosieve brief van Cameron c.s. aan Barroso is pas daags na de top verstuurd om de sfeer daar niet te bederven.

Tenslotte de korte nieuwtjes van de Europese Raad. Montenegro is geaccepteerd als kandidaat-lid van de Unie. De onderhandelingen kunnen nu beginnen. Estland met zijn modeleconomie start per Nieuwjaar als het zeventiende lid van de eurozone.

Hongarije neemt bij de jaarwisseling het EU-voorzitterschap voor een half jaar over van België. Europa wacht voor het eerst een ‘Midden-Europees’ jaar. Polen leidt namelijk na Hongarije vanaf 1 juli de Ministerraad en zijn honderden besluitvoorbereidende werkgroepen.