N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Van Versailles naar Brussel
Negentig jaar geleden kwamen de regeringsleiders van Europa en de Verenigde Staten in Versailles bijeen om op de puinhopen van de Eerste Wereldoorlog een vredesverdrag tot stand te brengen. Misschien dat een groot aantal politieke leiders en diplomaten een tweede Congres van Wenen voor ogen had voor de nieuwe verdeling van Europa en, niet te vergeten, zijn koloniën. Daarvan kon echter geen sprake zijn. Daargelaten dat zich in een aantal deelnemende landen ‘responsible governments’ hadden ontwikkeld; er was ook een enorme mediabelangstelling.
Voor het eerst ging het om een moderne topconferentie, zoals wij die, nu in geïnstitutionaliseerde vorm, kennen van de Europese Raad in de EU. Er moest in Versailles immers niet alleen worden geconfereerd, er moest multilateraal daadwerkelijk worden beslist.
Het vredesverdrag van Versailles, in het voorjaar van 1919 tot stand gekomen, is nadien zwaar bekritiseerd. Het zou de grondslag hebben gevormd voor het tweede gewelddadige wereldconflict in een eeuw tijd. Als dat al zo is, dan komt dat waarschijnlijk mede, omdat een aantal betrokken landen zich niet erg aan het verdrag hebben gehouden. Het was bovendien een bijna onmogelijk karwei, zo zou later worden opgemerkt, duurzame vrede te vestigen met tweeëndertig deelnemende, oude en nieuwe staten, elk met zijn eigen nationale aspiraties. Na afloop overheerste in elk geval de teleurstelling. In Italië was die zo groot, dat binnen een paar jaar Benito Mussolini er zijn dictatuur kon vestigen. Het bleek te veel gevraagd om, met de ogen van de media op de vingers, bevredigende compromissen te sluiten.
Kijken wij een mensenleven later in Europa om ons heen, dan heeft het blijkbaar van twee wereldoorlogen geleerd. Met vallen en opstaan heeft zich vanuit het noordwesten van het Europese continent een beweging naar stabiele democratie ontwikkeld: eerst naar het zuiden, van Portugal tot Griekenland; vervolgens vanaf 1990 naar het oosten van ons werelddeel. Hoewel interne rebellie (Ulster, Baskenland) niet steeds kon worden vermeden, heeft Europa daarnaast zijn deelnemers geleerd hun nationale ambities te beheersen en de na 1944 getrokken staatsgrenzen, hoe willekeurig ook, te aanvaarden. Alleen het uiteengevallen Joegoslavië hebben wij niet voor religieus en etnisch geweld weten te behoeden. Wij Nederlanders hebben daar bijzonder pijnlijke herinneringen aan.
Dat wij op dit punt zijn aangeland valt in essentiële mate toe te schrijven aan een politieke constructie die in de vroege jaren vijftig is begonnen met de Europese Kolen en Staalgemeenschap (EGKS) en die intussen is uitgegroeid tot de Europese Unie, met nauwelijks minder deelnemers dan de in Versailles bijeengekomen conferentie van negentig jaar terug. Merkwaardig is, dat in 1919 de Russen niet meededen wegens hun burgeroorlog; nu blijven zij weer buiten de Europese Unie, zij verkeren voorts opnieuw in een zeker isolement. Destijds deed president Wilson van de Verenigde Staten wel mee, maar zijn Congres uiteindelijk niet. Intussen zijn, buiten de Unie om, de VS en Europa sterk verbonden geraakt.
Aan het einde van 2008 werd pas goed zichtbaar voor welke vuurproef de Europese Unie het afgelopen jaar heeft gestaan. Eerst moest er worden opgetreden in het conflict tussen Georgië en Rusland. Vervolgens breidde de Amerikaanse bankcrisis zich uit tot heel de wereld en werd opnieuw Europees ingrijpen en leiderschap gevraagd. Daarmee moest voorts een onvermijdelijke economische terugval worden aangepakt. Ten slotte waren er nu eindelijk betekenisvolle stappen vereist om de klimaatbeheersing tot realiteit te maken.
In termen van gecompliceerdheid, belangentegenstellingen en urgentie tegelijk stond er minstens zoveel op het spel als in 1919. De kans op mislukking en conflict was dus reëel. Niettemin slaagde Brussel, i.c. de Europese Raad, waar Versailles had gefaald. Het Franse voorzitterschap van Nicolas Sarkozy had binnen een half jaar, met opvallende hulp van het Verenigd Koninkrijk, de voorwaarden geschapen om op alle onderdelen de operatie tot een voor iedere partij bevredigend einde te brengen. Of het allemaal houdt, moet nog blijken, maar de cruciale start deugde.
Misschien goed om te beseffen, als wij in juni een nieuw Europees Parlement kunnen kiezen.
Deze column wordt mogelijk gemaakt door Parlement & Politiek