Nederlandse politieke partijen en de invloed van Europese partijfederaties

Het Montesquieu Instituut ondersteunt een grootschalig onderzoek dat per 1 november 2008 van start is gegaan naar de drie dimensies van de relatie partijfederatie - politieke partij: de totstandkoming van het Europese verkiezingsprogramma, de kandidaatstelling voor het Europees Parlement en de financiering van de campagne-activiteiten.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Toegenomen samenwerking

Samenwerking tussen Tweede Kamerfracties en de delegaties is toegenomen, evenals de bemoeienis van partijleiders met de Europese volksvertegenwoordigers. Daarbij is de positie van de partij ten opzichte van de regering -maakt het deel uit van de regering of bevindt die zich in de oppositie- van invloed.

Dat blijkt uit het tussentijdse verslag van december 2011 in het kader van het vervolgonderzoek van Gerrit Voerman en Edwin van Rooyen rondom het project 'de wisselwerking tussen Nederlandse politieke partijen en hun Europese omgeving'.

2.

Bewustwording Europese dimensie

Tweede Kamerfracties lijken zich meer bewust te zijn van de Europese dimensie dan een aantal jaren geleden. Dat blijkt tot dusver uit het vervolgonderzoek van Gerrit Voerman en Edwin van Rooyen in het kader van 'de wisselwerking tussen Nederlandse politieke partijen en hun Europese omgeving'.

Zo is de werkwijze van de Tweede Kamer behoorlijk veranderd doordat er een EU staf is ingesteld om alle vaste Kamercommissies in staat te stellen om de Europese besluitvorming beter ter hand te nemen. Daarnaast heeft de Tweede Kamer door de subsidiariteittoets en het behandelvoorbehoud de mogelijkheid

gekregen om meer invloed uit te oefenen op het EU beleid.

Tussentijdsverslag juni 2011 'de wisselwerking tussen Nederlandse politieke partijen en hun Europese omgeving'.