Europa - verschuivingen in Brussel

Bob van den Bos was lid van het Europees Parlement en de Eerste en Tweede Kamer namens D66.

Crisissfeer

Wat betekent de EU-malaise anno 2016 voor de positie van het Europees Parlement? De EU is de laatste jaren getroffen door minstens zeven plagen: de financiële crisis, Griekenland, migratiestromen, Krim, Oekraïne, terrorisme, Brexit. Door de aard van deze vraagstukken kwam het zwaartepunt van de besluitvorming in Europa nog sterker dan voorheen bij de Europese Raad en de regeringen te liggen. Het zijn onderwerpen waar de lidstaten voornamelijk zelf over (willen) beslissen. De conflicten hierover draaiden vooral over de verdeling van nationale lasten: wie betaalt hoeveel en wie neemt hoeveel migranten op. Buitenlandse politiek heeft nog steeds een interstatelijk karakter. Nationale veiligheid is voornamelijk een competentie van de lidstaten. Invloed en zichtbaarheid van het Europees Parlement (EP) werden door de actuele ontwikkelingen in 2016 ingeperkt.

De EU is een crisissfeer beland omdat regeringen zich om binnenlands politieke redenen vaak laten leiden door nationaal egoïsme. Wegen in de Commissie en het Europees Parlement het gemeenschappelijk Europees belang zwaar mee, in de (Europese) Raad mogen de veronderstelde nationale belangen oplossingen te frustreren. In veel lidstaten ondervinden de middenpartijen sterke electorale concurrentie van anti-Europese populistische partijen. Daardoor zijn ministers minder dan voorheen bereid concessies te doen en compromissen te sluiten. Met als gevolg ernstige vertraging of belemmering van de besluitvorming. Tegelijkertijd organiseerde Britse premier Cameron een referendum over het Britse EU-lidmaatschap en zadelde zijn eigen land en de EU op met de fatale gevolgen. De huidige malaise is geworteld in de (Europese) Raad en het Verenigd Koninkrijk, niet in Commissie of EP.

In veel commentaren van politici en journalisten krijgen echter noch de bange regeringen, noch de vals voorgelichte Britten de schuld van de ellende, maar ‘de Europese Unie’ als geheel. Alom klinkt het: ‘De EU is in crisis!’. Boze en angstige burgers keren zich van de ‘elite’, de ‘buitenlanders’ en ‘Europa’ af. Commissievoorzitter Juncker is de gebeten hond, het Europees Parlement mist legitimiteit, weg ermee. De veel gestelde diagnose van de vertrouwensbreuk: Europa bemoeit zich te veel met ons. Oplossing: minder Europese regels maken. Onverantwoordelijk politici praten de anti- Europese populisten naar de mond! Ook premier en VVD -lijsttrekker Rutte roept op tot minder Europa. ’Willen jullie ook minder regels?’ Yeah! Yeah! Minder, minder! ‘Dan regelen we dat’.

Te veel Europa?

Rutte kan gerust zijn, want Commissaris Frans Timmermans (PvdA) is al twee jaar druk doende met het uitvoeren van het VVD- program. Europa heeft het verminderen van regels tot doel op zichzelf verklaard. Natuurlijk is het goed voortdurend kritisch naar de regelgeving te kijken. Heeft het Midden en Klein bedrijf (MKB) gelijk met zijn klachten? Meer of minder regels als principe is echter onzinnig. Er moeten net zoveel of weinig regels gemaakt worden als nodig blijkt om de EU goed te laten functioneren. De vrije markt is een groot goed, maar alleen als deze in juiste banen wordt geleid. Veel regels waar van buitenaf kritiek op komt blijken bij nader inzien van belang, vooral ten behoeve van eerlijke concurrentie en ter bescherming van werknemers, consumenten, weggebruikers, dieren milieu of natuur .Traditioneel zijn dit thema’s waar het Europees Parlement zich hard voor maakt. Door minder regels voor te stellen wordt ook de invloed van het Europees Parlement terug gebracht.

Het is volgens mij een groot misverstand dat de onvrede over de EU is terug te brengen tot ‘te veel Europa’ en te veel regels’. De stagnatie komt juist voort uit te weinig boven- nationaal Europa en te veel verlammende macht van de nationale regeringen. De oorzaak ligt niet in het slecht functioneren van Commissie of EP, maar in tekort schieten van de (Europese) Raad. Veruit de meeste mensen hebben bovendien geen benul wat er op Europees en wat op nationaal niveau geregeld wordt. Te veel regels? Welke dan?

Profileren

In algemene zin had het EP zich het afgelopen jaar best wat assertiever kunnen opstellen. Het externe handelsbeleid is ‘stilletjes’ genationaliseerd doordat ook nationale parlementen verdragen moeten goedkeuren. Het gebeurde regelmatig dat bij de debatten de verantwoordelijke Commissaris of de Raad het lieten afweten. Wel hebben de populistische EU- kritische partijen door hun luidruchtigheid het Europees Parlement iets uit de schaduw getrokken. Hun invloed moet echter niet worden overschat: zij vormen een kleine minderheid in het Europees Parlement en kunnen gelukkig geen wetgeving blokkeren.

Voorzitter Martin Schulz manifesteerde zich opzichtig als evenknie van de regeringsleiders. Een voorzitter spreekt altijd namens een - per definitie verdeeld - parlement en moet daar dus rekening mee houden in zijn openbare optredens. Anders dan zijn voorgangers maakte Schulz echter van zijn hart geen moordkuil en kritiseerde alles en iedereen als hij dat nodig vond. Hij deinsde er bovendien niet voor terug om naast Eurocommissaris Malmström aan te schuiven bij de onderhandelingen met Canada en Wallonië over het handelsverdrag CETA. Profileerde Schulz het EP of vooral zich zelf, ter voorbereiding van het vervolg van zijn loopbaan in de Duitse politiek?

Volgens Schulz heeft de Commissie erop aangedrongen dat het Europees Parlement van begin af aan zo veel mogelijk bij de onderhandelingen over de Brexit-uitvoering wordt betrokken. Volgens Schulz is het EP het best gepositioneerd om als ‘honest broker’ op te treden. Maar is dat zo? Dat lijkt mij toch niet. Internationale onderhandelingen moeten door de uitvoerende macht en niet door de wetgevende en controlerende macht worden gevoerd. Parlementen zijn politiek verdeeld en dus ongeschikt als onderhandelaar. Het kan zich uitspreken- in fasen van de onderhandelingen- over inzet en resultaat, maar dat is het dan.

Conclusie:

De actuele ontwikkelingen verzwakken de positie van het EP. Krampachtig een oneigenlijke rol aannemen lost niets op. Uiteindelijk kan het vertrouwen van de burgers alleen worden hersteld door oplossing van problemen, dus door meer ,niet minder gemeenschappelijk Europees beleid. Uit de huidige malaise blijkt onweerlegbaar dat het evenwicht tussen de EU- instellingen hersteld moet worden: minder macht bij regeringen en meer bij Commissie en EP. Europarlementsleden: doe er wat aan in 2017!