N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Anekdotes uit het zomerreces
Tijdens het zomerreces gebeuren er wel eens dingen waardoor incidenteel een Kamerlid moet terugkomen naar Den Haag. Deze zijn niet altijd even willig.
1939 De Geer
De zomer van 1939 was vol politieke problemen. Eerst viel het vierde kabinet-Colijn, toen werd er een kansloos minderheidskabinet (Colijn V) gevormd, dat direct ten val werd gebracht. In augustus slaagde CHU-leider De Geer er in een kabinet te vormen. Daarvan maakten voor het eerst ook sociaaldemocraten deel uit. De Geer werd daarna vakantie gegund. Hij vertrok naar Duitsland, onder meer vanwege bezoek aan een zwangere dochter, maar ook om uit te rusten. De keuze voor het Duitsland van Hitler was opmerkelijk, maar niemand maakte toen bezwaar.
De oorlogsdreiging nam in augustus enorm toe en eind die maand kwam het moment waarop ook het Nederlandse leger aan mobiliseren van het leger dacht. De Geer keerde terug, maar verbleef eerst nog even in Arnhem. In de naoorlogse jaren - toen erg negatief over De Geer werd geoordeeld - werd gesteld dat hij op beslissende momenten afwezig was in de ministerraad. In het in 2012 verschenen proefschrift van Meindert van der Kaaij werd dat ontzenuwd. Afwezig vanwege vakantie was wel minister Van Boeijen.
1948 Rutten
In het eerste kabinet-Beel was J.J. Gielen namens de KVP minister van Onderwijs. Vooral bij de PvdA, maar ook bij zijn eigen partij waren er nogal wat bezwaren tegen hem. KVP-leider Romme stuurde bij de formatie na de verkiezingen van 1948 aan op zijn vervanging.
Eén van de kandidaten voor de opvolging was prof.dr. F.J.Th. (Theo) Rutten. Toen hem in augustus 1948 duidelijk werd dat formateur Van Schaik op zoek was naar hem om het ministerschap aan te bieden, 'vluchtte' hij met vrouw en kinderen naar Schiermonnikoog. Daar wist men hem echter op te sporen en uiteindelijk stemde hij toe om minister te worden.
1956 De Gaay Fortman
In augustus 1956 leek de kabinetsformatie geheel vast te zijn gelopen. Informateur Lieftinck had geen oplossing kunnen vinden. Er werd een buitenstaander aangezocht en gevonden, de antirevolutionaire hoogleraar W.F. ('Gaius') de Gaay Fortman. Hij moest wel even worden opgespoord, want hij was op vakantie: fietsen op de Veluwe. Via het hotel in Kootwijk werd hij gelokaliseerd en zijn echtgenote ging erop uit om hem te melden dat 'Soestdijk' had gebeld.
De schrijver Godfried Bomans en de cabaretier Wim Kan maakten later hun eigen 'versie' van dit verhaal. Bomans voerde een lakei op, die op de fiets De Gaay Fortman was gaan opsporen en Kan bedacht dat vader De Gaay Fortman met zijn 'zoontje' Bas, de latere PPR-voorman, voorop over de Veluwe fietste. Bas was in 1956 overigens al 19 jaar...
1972 Schakel
Toen het kabinet-Biesheuvel in juli 1972 was gevallen, moesten de Tweede Kamerleden van de regeringsfracties ijlings terugkeren naar Den Haag. ARP-fractievoorzitter Aantjes zat in Praag, maar zijn fractiegenoot Maarten Schakel voer ergens in Nederland rond met zijn boot. Hij werd opgespoord door de rivierpolitie, die hem meldde dat hij minister moest worden en dus naar Den Haag moest komen. Schakel begreep wel dat een ministerschap er niet in zat, maar vermoedde wel dat er iets aan de hand was. Hij onderbrak zijn vakantie.