N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
De illusies van lokale politiek
Prof. Dr. C.A. (Kees) de Lange is Eerste Kamerlid voor de OSF (Onafhankelijke Senaatsfractie).
Een paar maanden voordat er verkiezingen voor de Provinciale Staten in het verschiet zijn, komen steevast na vier jaar snurken de provinciale politieke partijen, onrijp en groen, als sneeuwklokjes uit de grond. Aangemoedigd door zogenaamde politicologen en voorzien van een enorme dosis dilettantisme en opportunisme buitelen de initiatiefnemers over elkaar heen in hun schattingen van hoeveel zetels hun partijen in de Eerste Kamer gaan behalen. Daarbij wordt met graagte verwezen naar de gemeenteraadsverkiezingen waarbij doorgaans zo’n 30 % van de kiezers niet op landelijke partijen stemt. En dan denkt men al snel dat meesurfen op dat soort lokale successen een vanzelfsprekendheid is. Hoe naïef kun je zijn. Inmiddels is de aangekondigde stormloop op de Eerste Kamer door lokalo’s weer een totale illusie gebleken en zoals te verwachten verzand in een primitieve sjoemelpartij tussen opportunisten.
Provinciale partijen
Provinciale partijen hebben doorgaans geen verkiezingsprogramma. Door te verklaren dat een programma overbodig is en te strooien met de betekenisloze kreet van ‘’onafhankelijke politiek’’ gaan deze amateurpolitici voorbij aan een simpel maar essentieel feit. Als de initiatiefnemers zelf niet weten waar de partij voor staat, hoe moet de kiezer het dan weten? Vergeten wordt dat gemeentepolitiek bestaat bij de gratie van het feit dat de kandidaten bij het overgrote deel van de burgers bekend zijn en daardoor op een stuk loyaliteit kunnen rekenen. Diezelfde burger heeft geen flauw idee van provinciaal bestuur en van provinciale partijen. Die hebben in het algemeen nooit geïnvesteerd in naamsbekendheid en kenmerken zich vooral door hun snelle opkomst en nog veel snellere teloorgang Bovendien kan electoraal succes in het merendeel van de provincies niet zonder meer vertaald worden naar zetels in de Senaat. De getalsmatige drempel is simpelweg te hoog.
Er moet dus geïnvesteerd worden in landelijke samenwerkingsverbanden tussen provinciale partijen, zoveel is zelfs onze politieke dilettanten duidelijk. Bij de afgelopen verkiezingen waren er drie soorten provinciale partijen. Ten eerste clubs zonder enige binding met wie dan ook, en meestal ook niet met kiezers. Daarnaast een tweetal koepels van provinciale partijen, namelijk een onduidelijk samenraapsel onder de titel Nederland Lokaal onder leiding van politiek avonturier Bert Euser, en de Onafhankelijke SenaatsFractie (OSF) onder voorzitterschap van somnambulist Jabik van der Bij. Beide heren werkten in een grijs verleden samen, maar zijn sindsdien hun eigen negotie begonnen. Beide koepels hebben een allegaartje aan provinciale partijen verenigd die onderling niets met elkaar gemeen hebben en op hoofdpunten dikwijls tegengestelde ideeën hebben. Deze kruiwagens met kikkers staan vervolgens roerloos in het provinciale landschap omdat niemand de handvatten grijpt. Hoe je met zo’n gezelschap effectieve landelijke politiek in de Senaat bedrijft, is alleen de besturen van deze gebrekkige organisaties duidelijk. Niettemin werden allerlei overspannen verwachtingen over toekomstige eclatante successen met graagte de publiciteit in geslingerd
Provinciale politiek
Zelf ben ik in de huidige zittingsperiode als eenmansfractie Senator voor de OSF. Hoewel het een voorrecht is om volksvertegenwoordiger te zijn, en ik waarschijnlijk de Senator ben die het meest frequent aan plenaire debatten heeft deelgenomen en bepaald geen standaard standpunten verwoord heeft, heb ik van de zijde van het OSF bestuur nooit enige terugkoppeling ontvangen. Van de provinciale partijen die beweren bij de OSF te behoren, heb ik in de afgelopen vier jaar niet het voorrecht gehad hun bestuursleden te mogen ontmoeten of kennis te kunnen nemen van hun politieke standpunten. Slechts met de provinciale partijen in Friesland en Noord-Holland is sprake geweest van zinvolle contacten. Het is niet toevallig dat die beide partijen geen eendagsvliegen zijn en een rationele partijstructuur bezitten. Duidelijk is dat provinciale politiek zoals we die kennen vooral gemotiveerd wordt door de subsidie die partijbesturen op kosten van de belastingbetaler ontvangen.
En nu? Zoals te verwachten voor iedereen die het lokale wereldje een beetje kent, hebben noch de OSF noch Nederland Lokaal voldoende resultaat geboekt voor een Eerste Kamer zetel. Inmiddels is het dealen in achterkamertjes tussen partijen die er blijk van hebben gegeven niets met elkaar te hebben, begonnen. Want de verleiding om in de komende vier jaar door anderen betaalde subsidies uit te kunnen delen is onweerstaanbaar. Lokale politiek blijkt opnieuw een vervlogen illusie. Niettemin zal het hele circus over vier jaar opnieuw de kop opsteken.