N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Twee honderd jaren
Aalt Willem Heringa is hoogleraar constitutioneel en administratief recht aan de Universiteit Maastricht.
Op 30 augustus 2014 vond de laatste viering van 200 jaar Koninkrijk plaats in Maastricht.[1] Ook vierden we in 2014 200 jaar Grondwet met een druk bezocht festival in Den Haag.[2] En in 2014 werd 200 jaar Prinsjesdag gevierd[3] en werd het begin, honderd jaar geleden, van de Eerste Wereldoorlog herdacht. 2014 was ook het jaar van de Europese verkiezingen en daarmee gepaard gaande discussies over soevereiniteit en overdracht van bevoegdheden aan de EU. Vele interessante nationale gebeurtenissen, ook al had de laatste viering op 30 augustus van 200 jaar Koninkrijk een internationaal tintje. Deze vieringen vonden plaats 27 jaren na de viering van het bi-centennial van de grondwet (van 1787) van de Verenigde Staten en 225 jaren na de geboorte van de Franse Déclaration des droits de l’homme et du citoyen (van 1789). Eindelijk was ook Nederland aan de beurt met onze eigen bi-centennial. Er is natuurlijk altijd baas boven baas: de Engelsen kunnen in 2015, 800 jaren Magna Carta vieren. Geheel ongeschonden was Nederland niet in die twee eeuwen. Wij hadden in de eerste helft van de negentiende eeuw nog België afgestaan; het Verenigd Koninkrijk ontsnapte in september 2014 ternauwernood aan een afscheiding van Schotland. Maar 200 jaren Grondwet en Koninkrijk is op het woelige Europese continent, maar ook daarbuiten toch redelijk uniek. Weliswaar claimen de Chinezen ook dat China een millennia oud rijk is, maar in ieder geval niet onder een en dezelfde grondwet of staatsvorm. Na lange jaren keizersrijk met verschillende dynastieën, is er in 2015 de 70ste verjaardag van de volksrepubliek China. En dat is beduidend minder dan 200 jaar. En Frankrijk is bij voorbeeld al aan de Vijfde republiek toe (vanaf 1958) sinds zo’n 225 jaren. En de Duitse Grondwet is in 2014 pas 65 jaar oud geworden.[4] In 2014 konden we ook terugkijken op verkiezingen voor het Europees parlement, hadden we twee jaren kabinet Rutte II, 22 jaren Europese Unie (Verdrag van Maastricht), vijf jaren inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, negen jaren na het referendum over de ‘Europese grondwet’, 60 jaren Statuut, en één jaar na de kroning van Willem Alexander. De laatste paar decennia hebben er toch cruciale constitutionele ontwikkelingen hebben plaatsgevonden en vinden nog plaats. 200 jaar Grondwet en koninkrijk suggereren stabiliteit en rust; en tevens zien we dat er in die 200 jaren constitutioneel veel, erg veel, is veranderd en dat de laatste jaren er zeker geen vertraging is opgetreden in constitutionele ontwikkelingen. Als document moge de huidige Grondwet in hoofdlijnen de voortzetting zijn van die van het begin van de negentiende eeuw, qua inhoud is er veel, zo nog net niet alles, veranderd.
Constitutionele veranderingen en continuïteit
Is er echt iets te vieren als tweehonderd jaar Grondwet? In 1983 vond een integrale herziening plaats van de Grondwet, die ik destijds kenschetste als facelift van een oude dame, met een vraagteken. Het Koninkrijk veranderde constitutioneel gezien enorm in 1848, met de grondwettelijke invoering van het parlementaire stelsel. Daarna veranderde in de tussentijd het kiesrecht van een elitair census kiesrecht tot een algemeen kiesrecht (vanaf inmiddels 18 jaar). Veranderden de samenstelling en de rol van de Tweede en Eerste Kamer en veranderden de rol en vooral ook de bevoegdheden van de onschendbare koning. Verder kregen we in 1983 een echte catalogus grondrechten in de Grondwet; werd de Grondwet in de jaren vijftig van de vorige eeuw dusdanig veranderd dat internationaal recht voorrang kreeg boven nationaal recht; werden we lid van de EEG, EGKS en Euratom die geleidelijk aan evalueerden tot de EU met het Verdrag van Maastricht. En werd de Nederlandse gulden vervangen door de Euro. Ontwikkelde de EU zich tot een grote organisatie van aanvankelijk zes lidstaten tot inmiddels 28! Een organisatie met veel en verreikende bevoegdheden en met een eigen parlement waar we in voorjaar 2014 wederom voor naar de stembus gingen. En het Koninkrijk dan? Wel dat was eerst heel even de Noordelijke (huidige) Nederlanden, toen België en Nederland tezamen, tot medio 19e eeuw; vervolgens werd Indonesië onafhankelijk na WOII; en kregen we het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden in oktober 1954, met Suriname en de Nederlandse Antillen. Laatstelijk is dat Statuut herzien in 2010. En daarin vinden we een huidig Koninkrijk dat uit vier landen bestaat: de landen Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Het Koninkrijk der Nederlanden als federatie, wat het vroeger niet was.
Wat een gemuggenzift kunt u zeggen: het is toch zo dat Nederland in Europa (het land Nederland dus) dat een koningschap kent dat erfelijk wordt vervuld door de wettige opvolgers van Koning Willem I, grosso modo in grote lijnen dezelfde instituties kent. Zij het dat die instituties in de loop der jaren zijn mee geëvolueerd, en dat het grondgebied een poosje met de Belgen was, maar dat nu eenmaal territoria wat kunnen veranderen; kortom dat we gewoon twee eeuwen koninkrijk/koningschap en Grondwet terecht hebben kunnen vieren.
Internationaal perspectief
Jazeker, en daarmee behoren we tot de landen met de oudste grondwetten. Die van de VS is een beetje ouder: 1787. En ook daar is de Grondwet veranderd nadien, is het territorium aanzienlijk gewijzigd, en vooral aanzienlijk uitgebreid met 37 staten, en zijn de staatsinstellingen toch ook veranderd. En dan onze wester-, overzeese -buren: die hebben ook qua territorium wat verloren in de loop der tijd, maar beschouwen we als een langjarige monarchie, met een eeuwen oude constitutie, weliswaar niet in een specifiek document neergelegd, maar toch met instellingen die nog steeds bestaan zoals het House of Lords, House of Commons, de Privy council, de Lord Chancellor en vele anderen. Kortom, onderbroken door de afscheiding van de Belgen (dat deden de Amerikanen beter met de civil war; en ook het VK vermeed een afscheiding van Schotland met ruime concessies over grotere bevoegdheden), en door de WOII (1940/45) hadden we een betrekkelijk ongestoorde ontwikkeling. Om ons heen was dat wel anders: Frankrijk is inmiddels aan de vijfde republiek toe. Wel hebben zij ook een historisch document van 1789 met nog steeds actuele juridische waarde als grondwettelijk document, namelijk de Déclaration des droits de l’hommen et du citoyen. Daarin zit veel continuïteit. En ook onze oosterburen hadden turbulente constitutionele tijden tot 1949 (het huidige Grundgesetz), met als grote constitutionele ontwikkeling nadien de hereniging die zijn beslag kreeg in 1990 in de grondwet, na de val van de muur 25 jaren geleden..
Vergeleken met de VS en Frankrijk en Duitsland, is onze rustiger constitutionele geschiedenis inderdaad opvallend. Geen burgeroorlog behalve de afscheiding van België en de politionele acties in Indonesië. In de laatste twee honderd jaren geen grootschalige revoluties en onthoofde koningen en koninginnen. Wel de groei naar vestiging van de parlementaire democratie, niet via revolutie; zelfs 1848, leidde bij ons wel tot een grondwetswijziging maar niet tot een revolutie. En daarna werd via incidenten het parlementaire primaat gevestigd over de koning.
Van pacificatie naar participatiesamenleving
Een potentiële crisis rond onderwijsvrijheid en kiesrecht werd aan het begin van de twintigste eeuw net als in de huidige akkoorden tussen kabinet en constructieve oppositie via wat als pacificatie is gaan heten geregeld. Het huidige art. 23 grondwet werd gewonnen in een deal met het algemeen kiesrecht.
We beroemen ons wel eens op het poldermodel. Waarschijnlijk zijn de kiemen toen al gelegd, met als relevante factor de verzuiling en het leiderschap van de leiders van de zuilen. Van pacificatie en verzuiling naar polder en naar participatiesamenleving. Inderdaad via ook een groei van de politieke partijen, die een belangrijke constitutionele rol speelden en spelen maar die we grondwettelijk niet erkennen in die rol. Ze zijn er nog steeds maar raken hun rol kwijt als stabiele en stabiliserende factor. Stabieler is het politieke leven er de laatste jaren niet op geworden. We zagen frequente Tweede Kamer verkiezingen en kabinetten die de rit niet uitzitten. Het Amerikaanse presidentiële model komt opeens erg dichtbij als Pim Fortuin wordt vermoord. Moord in verkiezingstijd op een succesvolle kandidaat voor het premierschap. Een politieke moord? Als je dat definieert als een moord op een politicus omwille van zijn ideeën, inderdaad een politieke moord.
Is de samenleving zijn houvast kwijt? Politieke volatiliteit? Toename van kort levende politieke partijen. Partijen op deelbelangen? Populisme? Eigenbelang als kort durende leidraad voor de politiek in plaats van algemeen belang? Of het zoeken naar een gezamenlijke vijand? Vroeger waren dat de socialisten voor de katholieken en de liberalen. En nu? Nu lijkt onze vijand opeens dat wat onze kracht en welvaart was: europeanisering en globalisering, grenzen over, zeeën bevaren en de wereld ontdekken en in de caravan en camper naar Spanje! En met Ryanair voordelig op korte vakantietrips.
Meer of minder soevereiniteit?
En dus scharen we ons achter het koningshuis, en achter onze schaatsers en schaatssters en achter Oranje op een EK en WK. En achter de lokale voetbalclub. Vroeger gingen dorpsjongeren met elkaar op de vuist. En we kanten ons nu tegen Europa! En tegen wat dan de overdracht van soevereiniteit heet. Overdracht? We zijn nog nooit zo soeverein geweest als nu? We hebben kiesrecht voor 18 jarigen. Tweede schermen bij tv uitzendingen. Commentaren op social media en Twitter. We hebben opvattingen en oordelen over de hele wereld. We richten lokale partijen op en hebben een volatiel stemgedrag als nooit te voren en laten politici sidderen en voor ons lopen; bij ieder akkefietje worden er kamer vragen gesteld. En worden door dezelfde politici oplossingen beloofd.
Inderdaad, over de economische crisis van 2008 tot 2014 hadden we individueel en als land weinig te zeggen. Die kwam uit de VS en uit Europese landen met enorme begrotingstekorten en schuldenlasten en zwakke economieën en corrupte politieke systemen. Maar konden we wat aan de crisis in de jaren 30 doen, toen er geen euro was? Of aan de magere zeventiger jaren, met rente percentages voor hypotheken van boven de tien procent en een grote werkloosheid? Toen was er toch geen Euro? En geen verdrag van Maastricht, laat staan Lissabon.
Natuurlijk hebben we soevereiniteit ingeleverd. Bankensteun door de Nederlandse regering moet langs Brussel. Onze begroting loopt langs de Euro-Commissaris via een procedure die het Europese Semester heet. Maar hoe soeverein waren we twintig jaren geleden? Onze gulden was gekoppeld aan de Deutsche Mark.
Maar opvallend is wel dat al dit langs onze Grondwet is heengegaan. Als je de Grondwet leest, ook al is die van 1983, is het net of we nog in het begin van de 20ste eeuw leven. Geen moment blijkt er uit dat we lid zijn van de EU, met grote bevoegdheden voor de EU, en dat we een betaalmiddel Europees delen met tal van andere landen, met als centrale instantie een Europese Centrale Bank. Dat is natuurlijk wel een beetje raar. Voordeel is wel dat je dan de Grondwet niet zo vaak hoeft te veranderen en we waarschijnlijk over 100 jaar weer een feestje kunnen vieren. Voordeel is ook dat je stabiliteit inbouwt.
[1] https://www.200jaarkoninkrijk.nl/
[2] http://www.grondwetfestival.nl/
[3] http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/prinsjesdag/documenten-en-publicaties/publicaties/2014/09/08/geschiedenis-van-prinsjesdag.html
[4] http://www.bundestag.de/dokumente/textarchiv/2014/-/280972