The People v. AnsaldoBreda

Geerten Boogaard, Universitair docent Staats- en bestuursrecht Universiteit Leiden

Tijdens ‘Die avond in Parijs’, de theatershow waarmee Ivo Niehe nu op de planken staat, wordt hij door rechter Bram van der Vlugt veroordeeld tot de ‘Twitter guillotine.’ Ivo’s vergrijp: op live televisie onbeschaamd lyrisch doen over eigen succes. Dit is allereerst zelfspot waarmee Niehe zichzelf weer wil rehabiliteren bij het Nederlandse publiek voor zijn optreden tijdens een uitzending van Pauw en Witteman. Maar het is ook, en dat zal Niehe uiteraard niet verbazen, een prima verbeelding van waar de Franse filosoof Rosanvallon al een tijdje over filosofeert: de contre-démocratie. Rosanvallon wijst erop dat een democratie van oudsher niet alleen gaat over het kiezen van volksvertegenwoordigers op basis van hun inhoudelijke toekomstplannen. De schervengerichten waarmee een Griekse volksvergadering mensen kon verbannen, zijn ook vormen van democratie. Democratie heeft een positieve, toekomst bestemmende kant, maar ook een negatieve kant waarin het volk afrekent voor het verleden.

Juristen zullen niet snel warme gevoelens krijgen bij een ongeleid The People v. Niehe. We hebben immers juist een magistratelijk Openbaar Ministerie opgetuigd om af te wegen wanneer het opportuun is om vervolging in te stellen. Daarvoor is onderzoek nodig, een redelijke verdenking, proportionaliteit en zo verder. Officieel mag de Minister van Veiligheid en Justitie concrete aanwijzingen geven aan het OM. Als hij dat echter vaak zou doen, komt hij vrijwel zeker in de politieke problemen. Het verwijt van politieke processen is snel gemaakt. Volksgerichten hebben een slechte naam, en dat lijkt mij prima.

Parlementatire enquêtes Woningcorporaties

Maar er lijkt een nieuwe manier te ontstaan waarop volkswoede zich toch een weg baant: via parlementaire enquêtes. Dat bleek bijvoorbeeld bij de woningcorporaties. Het doel van de Parlementaire enquêtecommissie Woningcorporaties was klassiek en positief geformuleerd. Officieel was het de commissie te doen ‘om een beoordeling van het stelsel om zo bij te dragen aan ontwikkeling van toekomstig beleid.’ En daarover pende de commissie de nodige pagina’s vol en werden de lessen geleerd. Maar er waren ook openbare verhoren waarin de individuele graaiers uit de woningbouwsector uitvoering onder handen werden genomen. Ik zal hier vooral voor mezelf spreken. Maar ik zit toch met enig genoegen te kijken als directeuren die ongetwijfeld gewend waren om met grote jongens grote zaken te bespreken onder handen worden genomen door een commissie vol parlementaire backbenchers die hun moment of fame pakken door de onbeschaamdheid zo gedetailleerd mogelijk bloot te leggen. En ik was kennelijk niet de enige. Ook bij de NOS lopen ze niet over van medelijden met de hoofdpersonen.

Bij het recente nieuws over de miljoenenclaim tegen ex-topman van Rochdale noemen ze toch nog even dat Hubert Möllenkamp ‘bekend werd als Masarati-directeur’. De beeldredactie had nog minder clementie. Bij het stuk stond een fotomontage waarin Möllenkamp met een blik van verbijsterde miskenning naar zijn ondervragers staart, terwijl achter hem een grote foto van een Masarati staat geprojecteerd. Het openbare verhoor was, kortom, eigenlijk The People v. Möllenkamp.

Waarborgen parlementatire enquêtes

De vraag blijft natuurlijk of we blij moeten zijn met parlementaire enquêtes als vehikel voor negatieve democratie. Want waar zijn de rechtsstatelijke waarborgen waarbinnen het Openbaar Ministerie moet functioneren? Die zijn er inderdaad veel minder. Iedereen kan worden opgeroepen en zijn imago langdurig naar de vaantjes geholpen krijgen. Desondanks biedt de huidige praktijk van de parlementaire enquêtecommissies wel enige waarborgen. Als commissie van het parlement zijn ze geen afzeikjury maar houden ze hun parlementaire eer hoog. Bovendien doen ze uitgebreid en gedetailleerd onderzoek voordat ze aan hun verhoren beginnen. Daarmee is de nodige tijd gemoeid, zodat de emoties ook een beetje kunnen luwen. En de politieke context waarin dit alles plaatsvindt, zal echte slachtpartijen voorkomen. Er is namelijk een grens aan wat je bij individuele woningbouwdirecteuren in de schoenen kunt schuiven. Op enig moment kan ook een minister in de problemen komen, en de afvaardiging van de coalitiefracties zal zich dat realiseren. Daarom wordt de schuldvraag vaak zorgvuldig verdeeld over meerdere kandidaten. Gegeven deze inbedding van parlementaire enquêtes zie ik er niet zoveel problemen in dat er bij de openbare verhoren ook democratische rekeningen vereffend worden. Zo lang het ook de gemeenschap is die voor de kosten opdraait, mogen volksvertegenwoordigers ook wel een beetje ons gram halen.

Ik zit straks in ieder geval klaar voor het verhoor van de directeur van AnsaldoBreda. Hopelijk staat de commissie uitvoerig stil bij de stelling van de trotse Italiaan dat een deur die halverwege een treinrit van de Fyra wappert, gewoon een aanloopprobleempje is waarmee elke treinenbouwer te maken heeft.

Dit artkel verscheen in de Hofvijver nr. 47, dd. 24 november 2014.