N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
‘Onevenwichtigheid rond kabinet’
Gerrit Voerman: Zwakte PvdA belemmert coalitie
Het tweede kabinet van minister-president Rutte, een coalitiekabinet van VVD en PvdA, kampt halverwege de regeringsperiode met ‘structurele onevenwichtigheden’. Vanuit het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen (DNPP) in Groningen signaleert Gerrit Voerman dat ‘de opvallende electorale zwakte van de PvdA een steeds groter probleem dreigt te worden’.
De Provinciale Statenverkiezingen in de eerste maanden van 2015, een indirecte verkiezing voor de Eerste Kamer, worden erg spannend, aldus Voerman, hoogleraar aan de Rijksuniversiteit van Groningen. ‘Het wordt een testcase. Als de PvdA de weg naar boven niet weet te vinden en het voorzichtige herstel van de VVD wel doorgaat, zal dat gevolgen hebben op de verhoudingen binnen de coalitie. Terwijl de VVD sinds de zomer – ook dankzij het goede optreden van premier Rutte na de vliegramp – weer opkrabbelt, blijft de PvdA steken. Wat ze ook probeert, het lukt niet. Dat kan gaan doorwerken in de coalitie.’
Het zou niet de eerste keer zijn dat een kabinet met de PvdA strandt na Statenverkiezingen die voor de sociaaldemocraten slecht verlopen zijn, memoreert Voerman. ‘Denk aan het vierde kabinet-Drees in 1958, het kabinet-Cals in 1966 en het tweede kabinet-Van Agt in 1982. De teleurstellende verkiezingsuitslag was toen de opmaat naar een crisis. Bovendien rommelt het in de PvdA, dat bleek deze zomer nog toen oud-partijvoorzitter Koole en WBS-directeur Monika Sie Dhian Ho openlijk de partijleiding kritiseerden.’
Wat scheelt, voegt Voerman er aan toe, is dat er voor de VVD op basis van de huidige peilingen ‘geen werkzame meerderheid’ is. ‘Met alleen D66 en het CDA halen de liberalen de 76 zetels niet, daar moet dan dus weer een partij bij’.
D66, de gedogende oppositiepartij, is nog steeds ‘de grote winnaar’. Dit is voor haar ‘de ideale coalitie’, stelt Voerman. D66 wint electoraal van zowel de VVD als de PvdA, en weet doordat het kabinet-Rutte in de senaat geen meerderheid heeft, tegelijkertijd zaken binnen te halen. De partij slaagt er met succes in van ‘twee walletjes te eten’: ze voert oppositie, houdt afstand en doet tegelijk volop mee. ‘Dat balanceren op het smalle koord doet Pechtold heel knap’, zegt Voerman. ‘Maar hij moet wel oppassen niet zijn hand te overspelen.’
De ‘harde’ oppositie heeft volgens Voerman het moeilijk om ‘er tussen te komen’. ‘ De SP slaagt er niet in goed te profiteren van de zwakte van de PvdA. Het optreden van Roemer – hij zakte na de verkiezingscampagne van 2012 voor de tweede keer voor zijn examen als politiek leider – doet er geen goed aan.’ Maar het probleem bij de SP zit dieper, meent hij, en dat heeft te maken met hun tweeslachtigheid. ‘Aan de ene kant wil de SP dolgraag meedoen, mensen als Jan Marijnissen hebben van regeringsdeelname niet durven dromen en nu zou het kunnen. Aan de andere kant blijft de SP op belangrijke politieke punten aan de kant staan. Neem nou de beslissing om niet mee te doen met het militaire optreden tegen IS…’
Wilders’ PVV, de partij die vanaf rechts harde oppositie voert, zet zichzelf ook buitenspel, signaleert Voerman. ‘Wilders wordt binnen de Kamer niet meer serieus genomen. Ook Rutte nam - eigenlijk voor het eerst - overduidelijk stelling tegen hem.’ ‘De PVV doet niet meer mee’, zegt hij, ‘maar het is voorbarig om Wilders af te schrijven. Electoraal – zie de peilingen – kan zijn partij nog steeds op een grote aanhang rekenen. Je kunt zelfs zeggen’, vult hij aan, ‘dat de strategie van Wilders werkt. Na de breuk binnen Rutte I twee jaar geleden heeft hij zich voorgenomen via een harde oppositie terug te vechten. En gezien de peilingen is dat gelukt.’
Ook met het CDA, de partij die in het politieke centrum oppositie voert, wil het volgens Voerman ‘niet vlotten’. ‘Sybrand Buma kan fel van leer trekken, maar het rendeert niet echt.’ De partij moet zich afvragen, vindt hij, ‘of die strategie wel werkt’. ‘Het is de vraag of een oppositielijn als deze wel aantrekkelijk is voor de klassieke achterban van het CDA die toch overwegende bestuurlijk is ingesteld, die meedoen vanzelfsprekend vindt en voor wie verantwoordelijkheid een serieuze opgave is.’
Voerman: ‘Wordt de lijn van Buma wel ondersteund door de kiezers die het CDA wil terughalen, door de thuisblijvers? Dat moet de partij zich geleidelijk aan echt gaan afvragen.’