N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Kuyper schitterde door afwezigheid
Peter Dillingh, beleidsmedewerker Tweede Kamerfractie CDA
Op 6 september 1898 werd koningin Wilhelmina ingehuldigd in de Nieuwe Kerk. Opvallende afwezige was de antirevolutionaire leider dr. Abraham Kuyper. Kuyper maakte een reis door de Verenigde Staten. Hij zou een eredoctoraat ontvangen in Princeton en een serie lezingen houden over het calvinisme, de Stone Lectures. Aan de vooravond van zijn vertrek verantwoordde hij zich in het kerkelijk weekblad De Heraut. Hij voerde aan, dat het bezoek aan Princeton al tweemaal was uitgesteld, het laatst vanwege de Tweede Kamerverkiezingen in 1897. Langer uitstel zou onbeleefd zijn.
Het kwam hem op scherpe kritiek in de pers te staan. Had Kuyper soms republikeinse sympathieën, zoals de sociaal-democraten, die zonder kennisgeving afwezig waren? ‘Aan vaderland en koningin wendt hij den rug toe.’ Of had Kuyper bezwaar tegen een vrouw op de troon?
Bij de geboorte van prinses Wilhelmina op 31 augustus 1880 schreef Kuyper in het antirevolutionaire dagblad De Standaard: ‘God de Heere zij er gedankt voor! […] Gedankt óók om ons land en volk. Want als het maar weêr uitbot aan den Oranjestam, bot tegelijk ook weêr de hope uit voor Neêrlands toekomst. […] Maar toch… zij kan den Oranjestam het leven niet redden. En daarom – waartoe het verheeld? – op een Prins had niet alleen de Koningin, maar had, met den Koning, ook heel het volk gehoopt. […] Toch verhoorde de Heere die moeder-, die vader , die volksbede niet.’
Na de dood van koning Willem III schreef Kuyper in De Heraut: ‘In manlijke loten uitspruiten kan deze eeuwenoude stam niet meer. En God alleen weet, wat er door het straks geheel wegsterven van dit Stamhuis in de toekomst voor ons vaderland teloor ging. Nu nog klemt al het volk zich vast aan ’s Konings dochter; nog een wezenlijke Oranje; thans onze Koningin Wilhelmina.’
Op 31 augustus 1898, de dag waarop koningin Wilhelmina de regering aanvaardde, stuurde Kuyper haar vanuit New York een telegram: ‘May Her Majesty’s reign be long and prosperous, and may God bless it to Her Majesty’s happiness, to the welfare of the Netherland commonwealth and to the glory of His name.’ Hij mopperde over de kosten: 68 gulden!
Kuypers plaats in de Nieuwe Kerk bleef niet leeg. Elk Kamerlid ontving een ‘dameskaart’, voor zijn echtgenote. Zijn eigen kaart ruilde Kuyper in voor een tweede dameskaart, voor zijn dochter Henriëtte. Zij noemde het later ‘een van de grootste voorrechten in haar leven’ dat zij erbij had mogen zijn.
In theorie had Kuyper bezwaar tegen een vrouw op de troon, maar toen kende hij Wilhelmina nog niet! In handen van koningin Wilhelmina legde hij op 1 augustus 1901 op paleis Soestdijk de eed af. Niet als Kamerlid, maar als de nieuwe minister van Binnenlandse Zaken en minister-president.