N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Sociale grondrechten in de economische crisis
Aalt Willem Heringa is directeur MI-Maastricht en hoogleraar aan Maastricht University
De EU context
In de vorige aflevering besprak ik de mate waarin sociale grondrechten bescherming kunnen bieden tegen verslechtering. In deze tweede aflevering komt de impact van EU- en EMU-regelgeving en andere Europese verdragen op de nationale rol van sociale grondrechten en rechters aan de orde.
Er is een recente uitspraak van het Comité dat toeziet op de naleving van het European Social Charter. Het Comité oordeelde in een zaak tegen Griekenland over de verslechtering van ontslagbescherming van groepen werknemers, dat het niet goed is om pro-cyclisch te bezuinigen en andere sociale verslechteringen door te voeren. Zou dit nu ook iets kunnen zijn wat rechters als criterium zouden (kunnen) invoeren en hanteren wanneer ze geroepen worden sociale (grond)rechten te beschermen? Het zou ze in ieder geval in discussie brengen met het nationale parlement, de regering, maar ook met internationale actoren en toezichthouders, zoals de Trojka, eurocommissaris Olli Rehn. Daarnaast zou het kunnen conflicteren met Europese budgettaire targets en opgelegde/afgesproken begrotingspolitiek. Wat is de bewegingsruimte voor Griekenland om mee te gaan met het European Social Rights Committee in dit verband, als het land aan een financieel infuus ligt en op straffe van een faillissement de eisen van de internationale financiers opvolgt?
Het verdrag “on Stability, Coordination and Governance in the EMU (TSCG)”, en de nadruk daarin op inspanningen om te komen tot een begrotingsevenwicht wijzen ook in een andere richting. In het bijzonder in de situatie waarin nationale regeringen en de EU alle opties onderzoeken om de markten en de Euro te stabiliseren; in de situatie waarin er na verkiezingen in Griekenland (twee maal zelfs), Frankrijk (president en Nationale Assemblee), Spanje en Nederland regeringen tot stand zijn gekomen met een specifiek kiezersmandaat, te weten om de begrotingen op orde te brengen en de landen en de Euro uit de crisis te helpen. En dan gaat het primair om financiële en budgettaire criteria en de wens om te voldoen aan de criteria als neergelegd in het six pack en het TSCG!
Conform de inmiddels vastgelegde EU en EMU plannen en verdragen zullen er tussen staten en Commissie (en Raad) gesprekken plaatsvinden over de mate waarin staten voldoen aan de vastgestelde criteria en over maatregelen die in dat verband noodzakelijk zijn. Hoe kan die systematiek ruimte geven aan (nationale) rechters om met een beroep op sociale grondrechten te interveniëren? Deze vraag is relevant en zal niet gemakkelijk positief beantwoord kunnen worden, omdat immers het TSCG de 25 verdragsluitende staten de alles overheersende verplichtingen oplegt om te werken naar een begrotingsevenwicht en een maximum van 60% staatsschuld. En daar blijft het niet bij; de Commissie ziet erop toe en kan aanwijzingen geven hoe die doelstellingen te verwezenlijken, met uiteindelijk een rol voor het Hof van Justitie.
Deze mechanismes lijken de nationale rechters hun bevoegdheden (als ze die al hadden naar nationaal recht) te ontnemen om de sociale grondrechten maat aan te leggen. Uiteindelijk gaat het namelijk om de naleving van Europeesrechtelijke verplichtingen en is het Hof van Justitie aan zet.
Of de rol van het Hof van Justitie een grote kan zijn valt overigens ook te betwijfelen. Het TSCG legt betrekkelijk strakke criteria op, die weinig ruimte lijken te laten voor afweging met andere belangen en beginselen. Ruimte om het Handvest voor Fundamentele Rechten te betrekken in een afwegingskader wordt door het TSCG niet echt gegeven. Echter, het is onmiskenbaar dat het TSCG dient te voldoen aan TEU, TFEU en het Handvest. Maar wat daarvan dan ook zij, door de waargenomen Europeanisering van voorheen nationale begrotingspolitiek, worden nationale rechters minder relevant en zal het afwegingskader uiteindelijk door het Hof van Justitie dienen te worden vastgesteld en geïnterpreteerd.
In de eerste aflevering schreef ik:
'Exit sociale rechten; intro budgettair evenwicht en voorzieningen. Daaraan kan nu worden toegevoegd: exit nationale begrotingspolitiek en exit rol van de nationale rechter bij de bewaking van sociale grondrechten. Intro de norm van begrotingsevenwicht en <60% staatsschuld en bewaking door Commissie en Hof van Justitie.'
Deze bijdrage verscheen in 'De Hofvijver' nr. 27 d.d. 25 februari 2013.