N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Opiniepeilingen noodzakelijk binnen een democratie?
DEN HAAG (PDC) - ‘Opiniepeilingen zijn het smeermiddel van de democratie.’ Met dit statement gaf Peter Kanne, marktonderzoek van TNS NIPO, de aftrap voor een levendig debat over opiniepeilingen in Nieuwspoort. Joop van Holsteyn, hoogleraar Politieke Wetenschappen, bestreed deze stelling van Peter Kanne. ‘Het is een mooi idee dat politici regeren op basis van de peilingen. Echter, we hebben een ander systeem: de vertegenwoordigende democratie.’ Naarmate de discussie vorderde werden beide stellingen ook iets genuanceerd.
Naast de soms felle tegenstrijdigheden was er binnen het panel, verder bestaande uit Jack de Vries (campagne strateeg CDA), Karen Zandbergen (Trouw-journaliste), Bart Snels (publicist en politiek strategisch adviseur) en Ger Koopmans (Tweede Kamerlid CDA), ook af en toe consensus. Voornamelijk over het feit dat er grote kwalitatieve verschillen bestaan tussen de verschillende peilingen.
Zonder al te diep in te gaan op het technische aspect, werd gesproken over het gevaar van suggestieve vraagstelling. Zo zal niet iedereen de vraag ‘Wat vindt u van het optreden van Job Cohen in Den Haag?’ hetzelfde beantwoorden als de vraag ‘Vindt u dat Job Cohen tegenvallend presteert in de nationale politiek?’. Jack de Vries is van mening dat peilingen de publieke inhoud moeten weergeven en niet moeten bepalen.
Van Holsteyn verklaarde over zijn punt van de vertegenwoordigende democratie, dat politici een programma opstellen. Een programma voor vier jaar, waarop ze gekozen worden. Dit dienen ze uit te voeren. Om dan na drie weken iets anders te doen op basis van peilingen is niet de bedoeling. Tweede Kamerlid Koopmans benadrukte dat een partij wel met de achterban moet blijven communiceren, bijvoorbeeld over de aanpak van de huidige crisis, een situatie die ten tijde van de campagne nog anders was. Via peilingen kun je te weten komen hoe de achterban en de rest van de bevolking erover denkt.
Verder noemde een aanwezige in het publiek, dat wanneer de politici zelf niet duidelijk weten wat hun standpunten zijn, ze een speelbal van de peilingen worden. De Vries voegde hieraan toe dat wanneer politici hun standpunten baseren op peilingen, zij authenticiteit verliezen. ‘Je moet een partijprogramma hebben. Onderzoek welke drie punten het meest populair zijn en voer hier vervolgens campagne op’.
Ook wees een deelnemer uit het publiek op het gevaar van de invloed van zetelpeilingen. Zo zou de laatste verkiezingsuitslag anders zijn geweest als niet weken lang de dagelijkse peilingen van Maurice de Hond bij De Wereld Draait Door werden besproken. Slechts één keer zou er een verschuiving zijn geweest die mogelijkerwijs ook in de hele bevolking had plaatsgevonden. Al deze peilingen werden wel dagelijks besproken en door de rest van media overgenomen. Deze peilingen waren dermate verkeerd, dat niemand door had dat de PvdA en de VVD zo dicht bij elkaar zaten dat het too close to call was. Als dit anders was geanalyseerd, hadden we een andere verkiezingsuitslag gehad. Concluderend, was de slordigheid waarmee de media met de peilingen omgaat ook één van de weinige dingen waarover alle sprekers het eens waren. Al benadrukte enkele sprekers dat Trouw over het algemeen iets nauwkeuriger is in het overnemen van peilingen. Het verdere nut van opiniepeilingen blijft een punt van discussie.