N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
‘Opvallende gelijkenis met Fortuyn’
De opvattingen van het CDA over de islam is de laatste jaren ‘niet onbelangrijk’ veranderd: stapje voor de stapje zijn de christendemocraten in de buurt gekomen van de opvattingen van Pim Fortuyn..
Uit een vergelijking van de verkiezingsprogramma’s, gemaakt door het Instituut voor Politieke Wetenschap (Leiden) en het Documentatiecentrum voor Nederlandse Politieke Partijen (Groningen), blijkt de visie van het CDA ‘opvallende gelijkenis’ zijn gaan vertonen met die van Fortuyn, die in 2001 voor het eerst verdedigde dat de ‘joods-christelijke cultuur’ leidend moest zijn.
‘In 2006 wordt in het verkiezingsprogramma van het CDA de islam nog expliciet genoemd als een van de religieuze gemeenschappen die functioneren als cement van de samenleving. Vier jaar later lijkt die behandeling van godsdiensten op voet van gelijkheid te zijn verlaten en neemt het CDA een positie in die (…) [er op neerkomt] dat de joods-christelijke humanistische cultuur leidend moet zijn voor de Nederlandse samenleving’, schrijven Huib Pellikaan, Joop van Holsteyn en Gerrit Voerman in de inleiding op de bundel.
En dat aangepaste CDA-standpunt lijkt sprekend op dat wat Fortuyn verdedigde in zijn boek over ‘De islamisering van onze cultuur’, een beschouwing over ‘Nederlandse identiteit’ (2011).
De bundel over de verkiezingsprogramma’s is mogelijk gemaakt oor een financiële bijdrage van het Montesquieu Instituut.