Poppetjes en Programma's in de Europese Politiek

maandag 27 mei 2024, 13:00, Pieter de Wilde

Journalisten en programmamakers besteden veel aandacht in hun berichtgeving over Tweede Kamerverkiezingen aan de poppetjes: wie wordt er Premier na de verkiezingen? Wie zijn de kandidaten? Een partij die daar onduidelijk over is, zoals het NSC van Pieter Omtzigt dat was, wordt daar op afgerekend. Politicologen zeggen dan dat het geen Premiersverkiezingen zijn, dat we een Tweede Kamer kiezen, niet een Premier en dat we meer aandacht aan de programma’s van de verschillende partijen zouden moeten besteden dan aan de poppetjes.

Maar in de aanstaande Europese verkiezingen zou het best wat meer over de poppetjes mogen gaan. Officieel ligt de machtsvraag – wie staat er straks aan het roer van het Europees bestuur – niet op tafel. We kiezen het Europees Parlement, de regeringsleiders bepalen straks wie de belangrijke functies gaan bekleden, met name de Voorzitter van de Europese Commissie.

Maar die officiële regels kunnen door de praktijk worden beïnvloed. Wanneer journalisten en programmamakers genoeg aandacht zouden geven aan de kandidaten voor het ambt van Voorzitter van de Europese Commissie, zullen regeringsleiders zich min-of-meer gedwongen voelen de winnaar te verkiezen. Zo verging het in 2014. In 2019 droeg een gebrek aan aandacht voor de poppetjes bij aan de vrijheid van de regeringsleiders om een ander dan de winnaar – Manfred Weber – naar voren te schuiven. Het werd Ursula von der Leyen.

Met haar huidige kandidaatstelling als Spitzenkandidat van de centrumrechtse Europese Volkspartij, werpt Ursula von der Leyen de handschoen voor de voeten van haar politieke tegenstrevers en van journalisten. Ze heeft in haar eerste termijn als Voorzitter van de Europese Commissie zichzelf stevig op de kaart gezet als manager van Europa in crisis.

Von der Leyen heeft zich vooral op de kaart gezet als crisis manager, om te beginnen met de Covid-19 pandemie. Met haar streven om Europa snel van vaccins te voorzien door gezamenlijk op de markt op te treden heeft ze de EU haar spieren laten zien op het terrein van volksgezondheid, waar het daarvoor niet veel actie liet zien. Daarin is ze wellicht buiten haar boekje gegaan via persoonlijke contacten met Pfizer – een belangrijke leverancier van Covid-19 vaccins. Maar “Pfizer-gate” draagt ook bij aan haar reputatie als sterke leider van de EU: ze is bereid de wet te breken – of in ieder geval te buigen – wanneer Europa in crisis is.

Na de Russische invasie van Oekraïne in 2022 was Von der Leyen eveneens crisis manager. Ze reisde meermaals naar Kiev om haar steun te betuigen, gaf een speech in het geel-blauw van Oekraïne, en faciliteerde de grootste steun van de EU aan een land in conflict ooit. Ze was ook centraal in het sluiten van migratie-deals met landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten en werd zo het gezicht van een strenger EU migratiebeleid.

Met Timmermans in zijn toenmalige rol als vicevoorzitter van de Europese Commissie, stond Von der Leyen aan de wieg van de “European Green Deal”, een groot pakket aan regelgeving en financieringsmechanismen om klimaatverandering tegen te gaan. Na het vertrek van Timmermans naar Den Haag heeft ze de Green Deal weer grotendeels ontmanteld, voornamelijk vanwege boerenprotesten.

Met bovenstaande acties, en overige initiatieven, heeft Von der Leyen de afgelopen vijf jaar veel bekendheid in Europa gekregen. Ze staat regelmatig prominent in de media. Veel EU-kenners zijn het er over eens dat ze de sterkste Voorzitter van de Europese Commissie is sinds Jacques Delors, in de jaren 1985 - 1995. Haar kandidatuur voor een tweede termijn is daarmee een uitdrukkelijke uitdaging aan andere partijen, de media en kiezers om de machtsvraag tijdens de aanstaande verkiezingen van het Europees Parlement op 6-9 juni op tafel te leggen. De vraag die voor ons ligt in het stemhokje zou moeten luiden: willen we nog vijf jaar Von der Leyen?

Helaas schijnen de andere partijen deze vraag niet gehoord te hebben. Waar de EVP een machtige en bekende lijsttrekker naar voren heeft geschoven, antwoordden haar politieke rivalen met een collectief zwaktebod. De sociaaldemocraten hebben Nicolas Schmitt naar voren geschoven, de relatief onbekende Commissaris van werkgelegenheid en sociale rechten.

Sterkere kandidaten zoals de Finse ex-premier Sanna Marin of de Portugese ex-premier Antonio Costa trokken zich terug. De spoeling is blijkbaar heel dun bij de sociaaldemocraten. De liberalen hebben meerdere kandidaten naar voren geschoven, zonder daarbij namen die buiten hun eigen land bekend zijn, daarmee gelijk al onduidelijk makend wie namens hen kandidaat is.

Maar het ontbreekt vooral aan de rechter flank aan serieuze uitdagers. Noch de partij Europa van Conservatieven en Hervormers (waar nu namens Nederland Ja21 en de SGP bij zitten), noch de uiterst rechtse Identiteit en Democratie (waar nu namens Nederland de PVV bij zit) hebben een kandidaat naar voren geschoven.

Waar politieke rivalen de handschoen van Von der Leyen niet oppakken, zouden journalisten en programmamakers wel wat meer van hun gebruiken bij de nationale verkiezingen mogen tonen. Nederlandse journalisten zouden de Nederlandse politieke kandidaten voor het Europees Parlement direct de machtsvraag in Brussel voor moeten leggen. Naast het CDA die er van oudsher al bij zit, hebben ook NSC en BBB plannen om zich na de verkiezingen bij de EVP te voegen, en ondersteunen dus op zin minst impliciet de kandidatuur van Von der Leyen. Vraag hen maar eens waarom ze vinden dat Von der Leyen een tweede termijn verdiend. Maar ook de sociaaldemocraten en de liberalen mogen die vraag krijgen.

Naar alle waarschijnlijkheid wordt de EVP weer de grootste politieke partij in het Europees Parlement en gaat zij weer samen met de sociaaldemocraten en de liberalen een grote coalitie vormen, zoals dat de afgelopen jaren ook zo was. Daarmee dragen laatstgenoemde politieke partijen medeverantwoordelijkheid voor het beleid van Von der Leyen.

Onder welke voorwaarden gaan zij na de verkiezingen een tweede termijn van Von der Leyen steunen? Op basis waarvan hebben ze het vertrouwen dat een nieuwe Commissie Von der Leyen hun politieke programma adequaat zal vertegenwoordigen? Die vraag geldt voor de VVD, voor D66 en voor de helft van GroenLinks-PvdA.

Maar bovenal dienen Nederlandse journalisten Geert Wilders uit te dagen stelling te nemen omtrent de machtsvraag in Brussel. De PVV is de grootste partij in Nederland op dit moment en lijkt ook in de aankomende verkiezingen op forse winst aan te koersen. Daar komt bij dat Wilders zijn standpunten over Europa heeft aangepast.

De PVV is niet meer voor Nexit, maar wil de EU nu van binnenuit uithollen. “Als grote partij hebben wij ook een grote verantwoordelijkheid,” zei Wilders laatst. Daar hoort toch op zijn minst een antwoord bij, op de vraag wie namens hem de meest geschikte kandidaat is om straks na de verkiezingen Brussel van binnenuit uit te kleden. Een tweede termijn Von der Leyen zal Wilders zeker niet steunen. Laat hem dan maar zeggen wie er een betere Voorzitter van de Europese Commissie zou zijn.

Het mag tijdens de verkiezingscampagne best wat meer om de poppetjes draaien, dan zouden kiezers zomaar regeringsleiders kunnen beïnvloeden.

Pieter de Wilde is hoogleraar Europese politiek & maatschappij, Rijksuniversiteit Groningen

Deze bijdrage stond in