Smaakmakers laten het Europees Parlement nog steeds links liggen

maandag 27 mei 2024, 13:00, Dr. Chris Aalberts

RTL Nieuws heeft een peiling laten doen naar de bekendheid van de lijsttrekkers voor de Europese verkiezingen. Malik Azmani (VVD) en Bas Eickhout (GroenLinks-PvdA) staan op een gedeelde eerste plaats met ongeveer veertien procent naamsbekendheid. Een peiling van Ipsos I&O liet enige tijd geleden hetzelfde beeld zien: daar scoorde Eickhout iets boven de tien procent. De rest van Nederland kent hem niet, maar zijn collega’s scoren nog slechter.

De desinteresse in het Europees Parlement levert een cirkelredenering op: het werk van het Europees Parlement komt weinig in de media en daardoor weten kiezers er weinig vanaf. Dat maakt dat ze er ook weinig interesse in hebben, wat ertoe leidt dat media weer kunnen zeggen dat kiezers niet op informatie over het Europees Parlement zitten te wachten. De wijdverbreide desinteresse gaat samen met een gebrek aan bekende politici die hun zinnen op het Europees Parlement zetten.

Er is maar één uitzondering: vijf jaar geleden was Frans Timmermans lijsttrekker van de PvdA. Deze campagne is nooit wetenschappelijk onderzocht, maar het leek een ontzettend effectieve manier om bij Europese verkiezingen aandacht te krijgen en ze te winnen. De PvdA verdubbelde het aantal zetels en werd ruimschoots de grootste. De verklaring is simpel: Timmermans was een bekende naam. Opeens konden kiezers stemmen op een kandidaat die ze kenden.

Geen bekende namen

Vijf jaar later heeft geen enkele partij die les in zijn oren geknoopt. Als we kijken naar de Nederlandse kandidatenlijsten voor het Europees Parlement staan er simpelweg geen bekende namen op. Malik Azmani (VVD, no.1) en Marit Maij (GroenLinks-PvdA, no.3) zijn de enige oud-Kamerleden die zich hebben gekandideerd. Ralf Dekker (FvD, no.1) is een twijfelgeval: hij was ooit enkele maanden Tweede Kamerlid toen een collega met zwangerschapsverlof was.

Nederlandse kandidatenlijsten zijn deze Europese verkiezingen vooral samengesteld uit mensen die al in Brussel zaten. Van de top zeven van GroenLinks-PvdA is alleen Marit Maij geen zittend Europarlementariër. In de top drie van het CDA staan twee van de huidige Europarlementariërs, de lijsttrekker van de Partij voor de Dieren wil een derde termijn en de top twee van de VVD bestaat eveneens uit oudgedienden. De lijsttrekkers van ChristenUnie, SGP en JA21 zitten ook al in Brussel.

Eenmaal in Brussel willen velen er vaak simpelweg blijven. De lijsttrekkers van BBB en Nieuw Sociaal Contract waren in het verleden beide werkzaam bij het Brusselse CDA. Ook CDA-lijsttrekker Tom Berendsen werkte ooit voor die fractie. Dirk Gotink (NSC) werkt zelfs al vijftien jaar in het Europees Parlement. Bij de PVV vinden we zeker drie parlementaire medewerkers op verkiesbare plaatsen: Marieke Ehlers (no.2), Mieke Andriese (no.7) en Arthur van Angelen (no.8).

De aantrekkingskracht van Brussel is zo groot dat sommige mensen die al eens Europarlementariër waren na jarenlange afwezigheid weer willen terugkeren. PVV’er Auke Zijlstra (no.3) bleek in 2019 niet verkiesbaar, maar mag het opnieuw proberen. D66-lijsttrekker Gerben-Jan Gerbrandy was vijf jaar geleden geen kandidaat, maar komt na het plotselinge vertrek van Sophie in ’t Veld terug.

Nieuwkomers

De kandidatenlijsten laten zien dat partijen het niet belangrijk vinden dat hun kandidaten landelijke bekendheid hebben, hun sporen in de Nederlandse politiek hebben verdiend of een duidelijke achterban hebben. Ervaring in Brussel wordt belangrijker gevonden, wat begrijpelijk is vanwege het wetgevende werk dat het Europees Parlement doet, maar wat niet meehelpt als het Europees Parlement bekendere gezichten moet gaan krijgen die kiezers op straat zouden herkennen.

De Nederlandse kandidatenlijsten bieden vooral kansen voor kandidaten die nieuw zijn voor zowel het grote publiek als voor insiders in Brussel, maar die zich binnen hun eigen partij al warm hebben gelopen. Voorbeelden zijn Anna Strolenberg, de nummer twee van Volt, die jarenlang voor de partij werkte en onder meer campagneleider was. Een ander is Raquel Garcia Hermida-Van der Walle, de nummer twee van D66, die de laatste jaren meer dan actief was om hoog op de Europese kandidatenlijst te komen.

In het buitenland gaan soms oud-premiers en oud-ministers naar het Europees Parlement. Die praktijk zou de attentiewaarde van de Brusselse politiek enorm kunnen vergroten, maar in Nederland hebben we alleen de herinnering aan Frans Timmermans. Zolang het Europees Parlement weinig aandacht en status heeft, zal dit niet snel veranderen. Of andersom natuurlijk: het Europees Parlement blijft een wereld voor insiders met een geringe bekendheid, omdat bekende smaakmakers zich simpelweg niet kandideren.

Chris Aalberts is docent aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en (online) journalist.

Deze bijdrage stond in