|
‘Tegen de verrommeling’
‘Ongevraagd advies’ Raad van State over ministeriële verantwoordingsplicht
Het noodzakelijke samenspel tussen regering, parlement en ambtelijke diensten verruwt. Om verrommeling tegen te gaan, zijn spelregels meer dan ooit van belang, met name die over ministeriële verantwoordelijkheid.
Vlak voor de zomer kwam de Raad van State, het hoogste adviesorgaan van regering en parlement, met een ‘ongevraagd advies’ over de werking van de ministeriële verantwoordelijkheid - de democratische verantwoordingsplicht van ministers tegenover de Tweede en Eerste Kamer.
Die ministeriële verantwoordelijkheid begint ‘haperingen’ te vertonen, licht Luc Verhey, lid van de Raad van State, toe. ‘Alleen al de coronacrisis heeft laten zien dat het misschien wel belangrijker dan ooit is die spelregels van de parlementaire democratie goed toe te passen.’
Als aanzet voor een debat over de ministeriële verantwoordelijkheid heeft de Raad enkele voorstellen gedaan:
* Verbeter de informatievoorziening van de regering aan het parlement;
* Maak ‘ontspannen’ afspraken over contacten tussen Kamerleden en ambtenaren;
* Wees zuinig op ambtenaren;
* Leg niet teveel overheidstaken bij onafhankelijke instellingen;
* Voorkom schijnvertoningen in het parlement.
|
‘De ministers zijn verantwoordelijk…’
|
|
|
Het is niet alleen Thorbecke. Maar de liberale staatsman heeft wel een centrale rol gespeeld bij wat hij zelf ‘eene der gewigtigste constitutionele vragen’ noemde: de ministeriele verantwoordelijkheid. Het is voor een groot deel aan het ijveren van de Thorbeckianen te danken dat in 1848 in de Grondwet klip en klaar is vastgelegd: ‘de Koning is onschendbaar; de ministers zijn verantwoordelijk’. Wat toentertijd vooral bedoeld was om de Koning op afstand te houden, is stap voor stap uitgegroeid tot een stelsel waarin ministers tegenover het parlement over alles-en-nog-wat verantwoording hebben af te leggen. Het is dat systeem dat, ondanks alle democratische voordelen, haperingen vertoont, laat de Raad van State zien.
|
Staatsrechtelijk tumult
|
Column
|
|
‘...De Raad van State ziet erg veel niet goed gaan bij diverse ministeries, maar weigert te geloven in kwade trouw of systematisch opzettelijk niet of onvolledig informeren. Misschien toont de Raad zich iets te goedgelovig, maar voor het tegendeel moet overtuigend bewijs worden geleverd. In het staatsrechtelijk tumult valt het advies, voorzichtig gezegd, niet overal even goed. Wij leven niet in een tijd van nuances. Daar hebben wij geen populisten voor nodig, ook staatsrechtgeleerden hebben somtijds blijkbaar liever zendtijd dan bedenktijd…’
|
|
|
Tien ongevraagde reacties
|
Er is ‘verwarring en onenigheid’ over de ministeriële verantwoordelijkheid, de democratische verantwoordingsplicht van ministers tegenover het parlement. Tien ongevraagde reacties op het ‘ongevraagde advies’ van de Raad van State.
|
|
Inderdaad de kern
|
|
Ministeriële verantwoordelijkheid tegenover een parlement dat niet met een mond spreekt, maar een opeenstapeling is van veelal met elkaar twistende en van mening verschillende partijen.
› Lees verder
|
|
|
Het is te druk in Den Haag
|
|
Ministers moeten voortdurend onderste stenen boven halen, gesteund door een uitdijende entourage van politieke assistenten en ‘politiek sensitieve’ beleidsambtenaren.
› Lees verder
|
|
|
Weerstand tegen spelregels
|
|
Geeft een code écht de gewenste prikkel om kernwaarden van de ambtelijke en politieke cultuur - zoals loyaliteit, objectiviteit, openheid over fouten - overeind te houden?
› Lees verder
|
|
|
Een sluimerende verantwoordelijkheid
|
|
De rol van de Eerste Kamer bij de democratische controle op het doen en laten van ministers is beperkt en incidenteel, maar toch van betekenis.
› Lees verder
|
|
|
Tegen de schijn…
|
|
Om de schijn van politieke beïnvloeding tegen te gaan, verdient het aanbeveling om onafhankelijke taakuitvoering door rijksinspecties een wettelijke basis te geven.
› Lees verder
|
|
|
Een gemiste kans
|
|
Het lijkt erop alsof we niet verder komen dan dat de ministeriële verantwoordelijkheid voor zelfstandige bestuursorganen moet worden gehandhaafd - en dat de praktijk zich maar moet aanpassen.
› Lees verder
|
|
|
Openbaarheid als kernwaarde
|
|
Het gaat er niet om of het parlement in een debat met ministers aan z’n trekken komt, het gaat er om of de bevolking weet hoe het geregeerd wordt.
› Lees verder
|
|
|
Zweepslag die niet meer raakt
|
|
Het is steeds minder zo dat de verantwoordingsplicht tegenover de Tweede Kamer de minister helpt om in zijn ministerie orde te houden.
› Lees verder
|
|
|
Het hoerawoord: ‘onafhankelijk’
|
|
De Tweede Kamer leeft met de illusie dat zij de minister - verantwoordelijk of niet - altijd naar het parlement kan roepen en hem tot ingrijpen kan dwingen.
› Lees verder
|
|
|
Tijd voor parlementair onderzoek
|
|
Geen onafhankelijk onderzoek door buitenstaanders. Er is geen betere instantie dan het parlement zelf om uit te vinden hoe het kabinet het gedaan heeft.
› Lees verder
|
|
|
‘De ministeriële verantwoordelijkheid is [..] nog steeds de beste manier om de diffuse macht van de overheid enigszins grijpbaar en controleerbaar te maken.’
De Raad van State in het ‘ongevraagde advies’ over de ministeriele verantwoordelijkheid.
|
|
|
Ministers en staatssecretarissen die motie van wantrouwen overleefden Ronald Plasterk (2014) Martin Van Rijn (2015) Mark Rutte (2018) Stef Blok (2018) Sander Dekker (2019) Eric Wiebes (2019) Ank Bijleveld (2019 en 2020)
Ministers en staatssecretarissen die uit eigen beweging opstapten Sybilla Dekker (2006) Piet Hein Donner (2006) Frans Weekers (2014) Ivo Opstelten (2015) Ard Van der Steur (2017) Jeanine Hennis (2017) Menno Snel (2019)
|